T36 - Poëzie: stijlfiguren in hiphop

T36 - Poëzie: stijlfiguren in hiphop
1 / 36
next
Slide 1: Slide
NederlandsSecundair onderwijs

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

T36 - Poëzie: stijlfiguren in hiphop

Slide 1 - Slide

Doelen
  1. Je kent de verschillende stijlfiguren en begrijpt wat ze betekenen. 
  2. Je kan de stijlfiguren toepassen op een nieuwe tekst.

Slide 2 - Slide

Pretest: Geef een voorbeeld van een personificatie.

Slide 3 - Open question

Pretest: Over welk stijlfiguur gaat het hier?
Ik stierf van verdriet!

Slide 4 - Open question

Pretest: Geef een voorbeeld van een onomatopee.

Slide 5 - Open question

Stijlfiguren
  • In literatuur, poëzie, hiphop ...
  • Beeldtaal
  • Figuurlijk taalgebruik
  • Doel: iets op een andere, beeldende manier vertellen

Slide 6 - Slide

Stijlfiguren
  • Vergelijking en metafoor
  • Woordspeling
  • Personificatie
  • Onomatopee of klanknabootsing
  • Hyperbool of overdrijving

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Sofiane - Boef

Tuurlijk zie jij de shine, maar nooit zag jij de pijn
Zonder ouders ik was klein, ongeveer een jaar of nine
Wanneer d'r iets verdwijnt sla je dat op in je mind
En me oom die sloeg m'n tante, maar zo wou ik niet zijn
Was gedoemd om te falen als m'n moeder en m'n vader
Vader zat in jilla (de gevangenis), met hem kon ik niet praten
Me moeder dronk een glaasje, en niet van die water
Ik zag haar als een leeuwin maar ze leefde met een kater

Slide 9 - Slide

Sofiane - Boef

Tuurlijk zie jij de shine, maar nooit zag jij de pijn
Zonder ouders ik was klein, ongeveer een jaar of nine
Wanneer d'r iets verdwijnt sla je dat op in je mind
En me oom die sloeg m'n tante, maar zo wou ik niet zijn
Was gedoemd om te falen als m'n moeder en m'n vader
Vader zat in jilla (de gevangenis), met hem kon ik niet praten
Me moeder dronk een glaasje, en niet van die water
Ik zag haar als een leeuwin maar ze leefde met een kater
Rijm 
--> ritme

Slide 10 - Slide

Om welk stijlfiguur gaat het hier?
Ik zag haar als een leeuwin, maar ze leefde met een kater.
A
metafoor
B
vergelijking
C
woordspeling
D
hyperbool

Slide 11 - Quiz

Vergelijking
Een vergelijking is een vorm van beeldspraak waarbij iets vergeleken wordt met iets anders, door expliciet het woord "als" of "zoals" te gebruiken.
 
Voorbeeld: Je bent als een prachtige lentebloem, teder en geurend en broos. 

Slide 12 - Slide

Woordspeling
Een woordspeling is spelen met woorden: je gebruikt het woord op een andere manier dan verwacht of je verstopt woorden in een zin. Je gebruikt taal op een heel speelse manier.

Voorbeeld: En nu steel ik al die shows maar ik was altijd al een dief (Boef)  

Slide 13 - Slide

Personificatie

Een personificatie is een stijlfiguur waarin een dier of abstract begrip wordt beschreven als een mens met menselijke gevoelens en gedragingen.

Voorbeeld: de keukentafel zucht en weent zacht; want al heb je lege magen is het honger dan dat spreekt (Boef)

Slide 14 - Slide

Onomatopee

  • Een klanknabootsing doet het geluid van iets na.
  • Voorbeelden: ratata, kukelekuu ...
  • Ook in woorden: pingpong, een koekoek


Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Surfen - Typhoon

Ik kan surfen
Mits de juiste baai
Mits de juiste tijd, maanstand, windrichting en de onderstroom
Zo veel variabelen dat je geen zin meer hebt om er aan te beginnen
Ook als de zee het wel zou willen
Eindstand is de golf laf en de zee droog
Wax mijn surfplank en verzorg het zo, als verse olie voor een binnenmotor of een buitenboord
Spoor de zee aan, fluister in haar oor
'Ik neem je niks kwalijk, misschien dan morgen
En is het niet morgen, dan kies jij maar op welke dag dan wel en dan hoor ik het'

Slide 17 - Slide

Wie bedoelt hij met 'de zee'?

Slide 18 - Open question

Zit de relatie goed?
Zo veel variabelen dat je geen zin meer hebt om er aan te beginnen, ook als de zee het wel zou willen
Eindstand is de golf laf en de zee droog [...]
A
Ja
B
Nee

Slide 19 - Quiz

Metafoor

Soms is het gewoon fijn om iets met een beeld te zeggen, want een beeld zegt soms meer dan duizend woorden ... Een woord wordt vervangen door een ander woord, ook op basis van een vergelijking, maar er wordt geen "als" gebruikt.

Voorbeeld: surfen als er geen wind is als een metafoor voor een moeizame relatie



Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

BAM - 't Hof van Commerce

Ik wille nie stoefn, mo kgoat ogliek mo vermeldn
K’è zukke spellement gekocht voe ol me geld te telln
En ot ezoa nog vodder goat, ton moek nen twiddn bestelln
Oes vinyl is nu beschikboar, dus kzegget moa voe 't elpn
Want ik elpe zuo geirn, voe uw geld ut te geevn
U olles ofluuzn, dat is min grotste streevn
M’overvolln u met muziek, de beats doen mie beevn
Stikt uw handn in de lucht, uw geld of uw leevn

Slide 22 - Slide

Welke straffe beweringen doet Flip Kowlier in het filmpje 'BAM'?
A
Dat ze heel veel geld verdienen
B
Dat ze een apparaatje nodig hebben om hun geld te tellen
C
Dat ze niet willen opscheppen
D
Alle beweringen zijn juist.

Slide 23 - Quiz

Hyperbool

Met een hyperbool of een overdrijving ga je bewust iets uitvergroten.

Voorbeeld: Zijn tranen waren als een rivier, zijn verdriet zo groot als bergen, zijn hart zo koud als ijs.

Slide 24 - Slide

Alliteratie

We spreken van alliteratie (herhaling) als woorden met een zelfde letter beginnen.

Bijvoorbeeld: de wakkere wandelaar wandelt, vurige vragen van vrome vrouwen, een eenzame eekhoorn

Slide 25 - Slide

Intertekstualiteit

  • een tekst (een literair werk, gedicht, film of muziektekst) verwijst naar een andere tekst of een cultureel verschijnsel
  • zorgt voor een extra betekenislaag
  • Voorbeeld: "Ik heb je lief zoals je soms / gelijk een gouden zomerdag bent" ('Ja' van K. Schippers) verwijst naar de beginzin van een bekend sonnet van Shakespeare



Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Welk stijlfiguur wordt er gebruikt?
Ze was als een leeuwin, maar ze leefde met een kater.
A
Personificatie
B
Alliteratie
C
Woordspeling
D
Hyperbool

Slide 28 - Quiz

Welk stijlfiguur wordt er gebruikt?
Jouw flow is altijd dood net als Kenny in South Park.
A
Personificatie
B
Alliteratie
C
Woordspeling
D
Intertekstualiteit

Slide 29 - Quiz

Welk stijlfiguur wordt er gebruikt?
Ik hoef me niet te schamen voor de dingen die ik deed.
A
Personificatie
B
Alliteratie
C
Woordspeling
D
Intertekstualiteit

Slide 30 - Quiz

Welk stijlfiguur wordt er gebruikt?
Want al heb je lege magen is het honger dan dat spreekt.
A
Personificatie
B
Onomatopee
C
Woordspeling
D
Intertekstualiteit

Slide 31 - Quiz

Welk stijlfiguur wordt er gebruikt?
We luisteren Tupac en we schreeuwen hier Outlawz.
A
Personificatie
B
Alliteratie
C
Woordspeling
D
Intertekstualiteit

Slide 32 - Quiz

Welk stijlfiguur wordt er gebruikt?
En nu steel ik al die shows maar ik was altijd al een dief.
A
Personificatie
B
Alliteratie
C
Woordspeling
D
Onomatopee

Slide 33 - Quiz

Welk stijlfiguur wordt er gebruikt?
Ratata
A
Personificatie
B
Alliteratie
C
Woordspeling
D
Onomatopee

Slide 34 - Quiz

Hebben jullie nog vragen?
Nee, ik kan voorlopig verder.
Ja, ik heb toch nog wat vragen.

Slide 35 - Poll

Oefenen maar!
  • Basis: 1 + 2 + 3
  • Uitbreiding: 1
  • Extra: uitbreiding oef. 2

Slide 36 - Slide