TL3: algemene spelling en werkwoordspelling quiz 2

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k, t
• Leerjaar 3

Spelling

Herhaling: van alles wat

Bij welke woorden gebruik je een hoofdletter?

Wanneer géén hoofdletter?

1. maanden
2. namen van winkels
3. titels van boeken
4. merknamen

Je gebruikt een hoofdletter bij:

Namen, merknamen, namen van winkels, aardrijkskundige namen, feestdagen, het begin van een zin, titels van boeken of films,talen....

Mevrouw Van Veen

Wanneer schrijf je het meervoud van een woord met 's?

Meervoud op 's:

als een woord eindigt op a,o,u, i of y

auto's. radio's, paraplu's, baby's

Oefenen:
Het meervoud van studie

1. studies
2. studie's

Het meervoud van duo

1. duos
2. duo's

Wanneer gebruik je een koppelteken?
-

Een koppelteken gebruik je:

In samenstellingen die anders niet uit te spreken zijn.

Bij aardrijkskundige namen die uit twee delen bestaan.

Mee-eten

Zuid-Afrika

Trema

Door een trema te zetten op de letter ná de breuk in de klank, spreek je het woord goed uit.

geïllustreerd

ge - illustreerd: vóór de i moet de klank worden gebroken.

Hoe schrijf je: beinvloeden

1. be-invloeden
2. beïnvloedden
3. beïnvloeden
4. beinvloeden

Kies de juiste spelling

1. pannekoek
2. pannenkoek

Kies de juiste spelling

1. maneschijn
2. manenschijn

Soep met kip heet:

1. kippensoep
2. kippesoep

Soep met groente:

1. groentesoep
2. groentensoep

Regels:

Meervoud op -en?         Dan pannenkoek en kippensoep.

Meervoud op -en + es?   Dan groentesoep

Is er maar één van?        Zonneschijn, maneschijn

Versterkend woord?        Retegoed, beresterk

Verkleinwoorden

Let op: 

Ketting=kettinkje

jongen=jongetje

auto=autootje

paraplu=parapluutje

www.cambiumned.nl

Extra oefenen?

Dat kan via de volgende sites!

SUCCES!

www.cambiumned.nl

www.cambiumned.nl