Link blauw 4.1

Lesplan
1. Herhalen: woorden 1.1 en 1.2.
2. Link 4.1.
3. KNM 3.7 "Kinderen en gezin"- De kennis en werk samen.
 





1 / 15
next
Slide 1: Slide
NT2ISK

This lesson contains 15 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 165 min

Items in this lesson

Lesplan
1. Herhalen: woorden 1.1 en 1.2.
2. Link 4.1.
3. KNM 3.7 "Kinderen en gezin"- De kennis en werk samen.
 





Slide 1 - Slide

Na deze les...

... kun je spreken, lezen en schrijven over geld uitgeven.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Link

Slide 4 - Link

Geld

Slide 5 - Mind map

Uitdrukkingen
  • Geld stinkt niet. 
  • Dat is geen geld.
  • Geld als water verdienen.
  •  Geld moet rollen.

Slide 6 - Slide

We gaan in het boek/online  werken: 

4.1
Doe de taak
oefening 1.

Slide 7 - Slide

Grammatica 3.16 en 3.17
Ik wil graag iets weten. Spaar je ook?  - Ik wil graag weten of je ook spaart
Komt hij morgen? Dat weet ik niet. -       Ik weet niet of hij morgen komt.
Ik twijfel. Moet ik die jas kopen? -             Ik twijfel of ik die jas moet kopen 

Wanneer heb je geld nodig? Dat weet je niet. - Je weet niet wanneer je het (= geld) nodig hebt.
Waar is het station? Dat weet ik niet.  - Ik weet niet waar het station is.



Slide 8 - Slide

Slide 9 - Link

KNM 

3.7 
Kinderen en gezin
De kennis

Slide 10 - Slide

Huiswerk: 
  • Huiswerk voor woensdag:
  • 1) Maak toets thema 3 als je die nog moet doen;
  • 2) KNM 3.7 "Kinderen en gezin" - Opdrachten.
  • 3) KNM 3.8 "Een zorgverzekering"- Woorden oefenen.
  • 4) Link 4.2 (online opdrachten 1-6). 
  • 5) Grammatica: 3.16 en 3.17. 










Slide 11 - Slide

Voltooide tijd met zijn
Met deze werkwoorden gebruik je altijd zijn in de voltooide tijd.
- aankomen,                     - vluchten,          - gebeuren,
- beginnen,                       - worden,            - lukken,
- gaan,                                 -  blijken,             - mislukken.
- groeien,                           -  slagen, 
- komen,                             -  zijn,
- vallen,                               -  blijven,



Slide 12 - Slide

                         Reacties
  • Wat leuk!   
  • Wat toevallig!  
  • Wat jammer!   
  • Wat gezellig!    
  • Wat lekker!  
  • Wat interessant!  
  • Wat vervelend!  
  • Wat mooi!  
  • Wat erg!
                        Reacties met "dat" 

  • Wat leuk dat je komt!
  •  Wat toevallig dat we allebei Nederlands studeren!
  •  Wat jammer dat je weg moet!
  •  Wat gezellig dat je er was!
  •  Wat lekker dat jullie vakantie hebben!
  •  Wat interessant dat je in Syrië bent geweest!
  •  Wat vervelend dat het regent!
  •   Wat mooi dat jullie voor het examen geslaagd zijn
  • Wat erg dat je tante is overleden! 

Slide 13 - Slide

Wat heb je vandaag geleerd? 

Slide 14 - Slide

Goed gedaan!

Slide 15 - Slide