Airway + Breathing (A+B)

Vitale functies
A  B  C  D  E 
1 / 31
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Vitale functies
A  B  C  D  E 

Slide 1 - Slide

Vitale functies
Bewustzijn
(Disability)
Ademhaling
(Breathing)
Circulatie
(Circulation)
Temperatuur
(Exposure)
Luchtweg
(Airway)

Slide 2 - Slide

De vitale functies zijn:
A
ademhaling--circulatie--bewustzijn--luchtweg--temperatuur
B
ademhaling--circulatie--bewustzijn
C
airway--breathing--circulation--disability--exposure
D
Alle 3 de antwoorden zijn juist

Slide 3 - Quiz

De vitale functies zijn belangrijk om
A
De veiligheid van de patiënt te waarborgen
B
Complicaties te kunnen voorkomen
C
inzichtelijk te maken hoe het met de patiënt gaat
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 4 - Quiz

Ademweg vrij? Ja/nee 


  1. Normale ademhaling
  2.  Afwijkende ademhaling 
  3. Stoornissen in de ademhaling.

Welke maatregelen neem je bij stoornissen in de ademhaling?



  • Laat houding kiezen, ondersteun.
  • Géén compressies
  • Hulp roepen
  • Blijft ademhaling controleren
  • Maak knellende kleding los

Slide 5 - Slide

Airway
Vrij?

Ja --> door naar Breathing

Nee --> Handelen!!!!

Slide 6 - Slide

Breathing
Alles wat met de ademhaling te maken heeft.

  • Meten
  • Observeren

Slide 7 - Slide

Waar let je op als verpleegkundige als je de ademhaling controleert?

Slide 8 - Open question

Observatie van de ademhaling

  • Frequentie
  • Diepte 
  • Ritme / regelmatig
  • Geluid
  • Pijn



Slide 9 - Slide

Ademhalingsfrequentie
Normale ademhaling 12-18 p/m

AH onder de 12 = Bradypneu (te langzaam)
AH boven de 18 = Tachypneu (te snel)

Hoe tel je dat dan?

Slide 10 - Slide

Hoe tel je de ademhaling?

Slide 11 - Open question

OPDRACHT
in tweetallen
Tel de ademhaling van je buurman of buurvrouw.
  1. In rust 
  2. Na inspanning 

Twee manieren:
  • 30 seconden x 2
  • 15 seconden x 4

Slide 12 - Slide

Termen
Bradypneu = te langzame AH

Tachypneu = te snelle AH

Apneu = niet ademen

Saturatie = zuurstofgehalte in het bloed

Slide 13 - Slide

Hevig benauwd tref je een zorgvrager aan plat liggend in bed. Wat doe je?

Slide 14 - Open question

What to do?
Indien afwijkende waarden altijd arts waarschuwen!

  • Altijd je patiënt rechtop zetten!
  • Stel gesloten vragen.
  • Laat de zorgvrager niet onnodig praten.
  • Probeer zelf rustig te blijven.

Slide 15 - Slide

Wat is de saturatie?
A
Zuurstofgehalte in het bloed
B
Erytrocyten gehalte in het bloed
C
Een waarde waaraan je kan zien hoe snel iemand ademt
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 16 - Quiz

Saturatie
Normaalwaarde 97-100%


Opdracht:
Meet het zuurstofgehalte in het bloed.

Slide 17 - Slide

Samenvatting
  • Ademweg moet vrij zijn, voordat je naar de B gaat
  • Ademhaling kan op meerdere manieren geobserveerd worden.
  • Er kan een afwijkende ademhaling zijn.
  • Je kan als vpk meerdere handelingen uitvoeren ter verlichting van benauwdheidsklachten klachten.

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Vitale functies
A  B  C  D  E 

Slide 20 - Slide

Vitale functies: Hartslag

Slide 21 - Slide

Wat is een hartslag?

Slide 22 - Open question

Hartslag
Een hartslag is het aantal keer per minuut dat het hart samenknijpt, oftewel bloed rondpompt door het lichaam.

Slide 23 - Slide

Normale hartslag


  • Volwassenen 60-90 pm
  • Regelmatig
  • Goed voelbare hartslag aan de pols

Slide 24 - Slide

Termen
Hartfrequentie = hartslag

Bradycardie = te langzame hartslag (onder de 60)

Tachycardie = te snelle hartslag (boven de 100)

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video

Op welke plaatsen kan je een hartslag tellen?

Slide 27 - Open question

Slide 28 - Slide

Tellen maar..!





In tweetallen gaan jullie elkaars hartslag tellen. 

Slide 29 - Slide

Samenvatting
Hartfrequentie:
Meerdere plekken waar je deze kan voelen/meten
Je let op: frequentie, ritme, gelijkmatigheid en of de pols goed gevuld aanvoelt.

Rapporteer dit allemaal zorgvuldig!

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide