H5 9-16

H5 Wat levert het op?
1 / 19
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

H5 Wat levert het op?

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
Lesstart
Uitleg
Aan de slag

Slide 2 - Slide

Huiswerkcontrole
> 0,5 punt bonus op repetitie

> 3x netjes inleveren 
> Op tijd
> Nergens vraagtekens, maar je komt terug naar de les om vragen te stellen
> Je schrijft de berekening op 
> Foto's zijn leesbaar

Slide 3 - Slide

Huiswerkcontrole 1
Vandaag 14.00 uur 
1-8 H5 + sneeuwfoto opdracht

Slide 4 - Slide

Hoofdstuk 5 Wat levert het op
bladzijde 130/131

Slide 5 - Slide

Wat is marketing?

Slide 6 - Mind map

Wat is marketing?
- Reclame 
- Reclame middelen
- Marketing (alles wat bedrijven doen om hun product te verkopen)

Slide 7 - Slide

Twee soorten markten
- Concrete markt
- Abstracte markt

Slide 8 - Slide

Abstracte markt

Concrete markt

Botenmarkt
Markt op donderdag in Emmeloord
Mediamarkt
Groenteboer op markt
Aardappel markt
Huizenmarkt

Slide 9 - Drag question

Concrete markt
> Weekmarkt met bijvoorbeeld groente, fruit en kaas

> Er is een afgesproken tijd en plaats

Slide 10 - Slide

Abstracte markt
> Niet een echte markt
 
> Het geheel van vraag naar en aanbod van een bepaald product 

Slide 11 - Slide

Vraag en aanbod?
Vraag: Alles wat consumenten willen 
Aanbod: Alles wat producten verkopen

Slide 12 - Slide

Gegroeid/gekrompen
Aanbod en vraag kunnen groeien en krimpen...

Slide 13 - Slide

Wat gebeurt er met de vraag naar een iphone 11 als de iphone 14 op de markt komt?

Slide 14 - Open question

Aanbod kan groeien of krimpen
> Aliexpress aanbod zal gaan krimpen (vrachtcontainers)

> Wanneer iemand veel winst maakt met hun product zal het aanbod groeien (meer mensen gaan het aanbieden en maken)

Slide 15 - Slide

Vraag kan groeien en krimpen
> Loombandjes was eerst veel vraag naar en nu niet meer

> Nu het sneeuwt stijgt/groeit de vraag naar schaatsen

Slide 16 - Slide

De prijs...
> Omhoog gaan (stijgen)
> Gelijk blijven
> Omlaag gaan (dalen)

Slide 17 - Slide

Kerst..
> Na kerst komen deze producten vaak met korting in de winkel te liggen 

> Prijs daalt
> Mensen willen het voor een goedkopere prijs wel kopen (vraag stijgt)

Slide 18 - Slide

Je gaat aan de slag
Je maakt opdracht 9 t/m 16
> Je gaat nu aan de slag 
> Als je vragen hebt mag je inbellen

Slide 19 - Slide