Les 2 - Variabelen

Variabelen
Examenprogramma informatica
Domein D
1 / 22
next
Slide 1: Slide
InformaticaMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4-6

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Variabelen
Examenprogramma informatica
Domein D

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Aan het eind van deze les weet je wat een variabele is en kan je een dit in een stroomdiagram verwerken.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Waarom was het maken van een stroomdiagram handig voordat je een app gaat programmeren?

Slide 3 - Open question

Het geeft een goed beeld van de te ontwikkelen app.
Wat doe je feitelijk als je een programma gaat programmeren?

Slide 4 - Open question

Opeenvolgende instructies schrijven
Stel, je schrijft een programma en je wilt gegevens later in je programma gebruiken, wat zou je dan doen?

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Variabele
Als je een app programmeert, werk je met gegevens. Een game moet bijvoorbeeld de score bijhouden.

Gegevens worden in een app opgeslagen in variabelen.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Variabele in een stroomdiagram

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Hoe werkt een variabele?
In het stroomdiagram zijn er twee blokken gebruikt. 

Om een variabele te gebruiken moet je de variabele namelijk eerst declareren (aan de computer doorgeven dat je een stukje geheugen wilt gaan gebruiken). 

Nadat de variabele is gedeclareerd kan de variabele gevuld worden met gegevens.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Variabele declareren
Om een stukje geheugen te gebruiken moet je een variabele dus declareren. Bij het declareren moet je twee dingen doen:

  1. De variabele een uniek label (naam) geven
  2. Aangeven wat voor soort gegevens je wilt gaan opslaan

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Waarom zou een label van een variabele uniek moeten zijn?

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

Waarom zou je bij het declareren van een variabele aan moeten geven wat voor soort gegevens je gaat opslaan in de variabele?

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Eisen aan de label van een variabele
Als je een app gaat schrijven moet iedere variabele een uniek label hebben. Aan de naamgeving zijn eisen gesteld:

Wat mag wel?
hoofdletters, kleine letters, cijfers en underscores (_)
maar.....
het label mag niet beginnen met een cijfer

Wat mag niet?
aanhalingstekens, spaties, punten, komma's en andere bijzondere tekens

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Voorbeelden van labels
aantalPunten

naam1

_voornaam

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

dus..., welk label mag NIET?
A
_aantal
B
1Naam
C
Persoon1
D
voorNaam

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Soort variabele
Er zijn veel verschillende soorten gegevens die je kan opslaan in een variabele, zoals tekst, een getal, een datum, lijsten.

We kijken voor nu alleen naar de meest gebruikte soorten:
Integer (int) (een geheel getal, zoals 8 of -10)
Real / float (een kommagetal, zoals 8.5 of 3.14)
String (tekst, zoals "acb" of "123ABC")

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Als je het aantal producten in een winkelwagen bij gaat houden, welk type variabele gebruik je dan?
A
Integer
B
Real / float
C
String

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Als je het te betalen bedrag bij gaat houden, welk type variabele gebruik je dan?
A
Integer
B
Real / float
C
String

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Als je het huisnummer van de bezoeker van de website bij wilt houden, welk type variabele gebruik je dan?
A
Integer
B
Real / float
C
String

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

App die de dag weergeeft

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Opdracht

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Welke twee dingen doe je als je een variabele gaat declareren?

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

Welke variabele heeft geen goed label?
A
_Naam1
B
Voornaam3
C
Voor- en achternaam
D
_12E

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions