Verpleegkunde DSM

Psychiatrie 



Periode 2 

1 / 19
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Psychiatrie 



Periode 2 

Slide 1 - Slide

Deze week
ZV 2-4.3 Lesopdracht
Start

Slide 2 - Slide

Nu 
Les psychiatrie 
Organisatie GGZ
Uitleg DSM-5
- Persoonlijkheidsstoornis + eetstoornissen
- Observeren

Slide 3 - Slide

Psychiatrie?

Slide 4 - Mind map

Psychiatrie
= Medisch specialisme
Psychiater is, net als een internist of een gynaecoloog, een gespecialiseerde arts
Diagnostiek en behandeling van zorgvragers  
Een op de vier mensen krijgt in zijn leven een psychiatrische diagnose gedurende een korte of langere tijd

Slide 5 - Slide

Organisatie van zorg
1.POH-GGZ 
2. Basis-GGZ
3.Specialistische GGZ (ambulante (FACT/IHT), klinische en langdurige zorg)

3. 

Slide 6 - Slide

Vier categorieen
1. Acute psychiatrie
2. Langdurige psychiatrie
3. Ouderenpsychiatrie 
4. Kinder- en jeugdpsychiatrie

Slide 7 - Slide

WVGGZ
Gevaar voor zichzelf of ander? Verplichte zorg 

Wie geeft een crisismaatregel af?

Slide 8 - Slide

DSM-5
- Wat is de DSM?
- Hoe ziet dit eruit?
- Wie mogen diagnoses stellen? 
- 20 categorieën 

classificatie, géén diagnose 

Slide 9 - Slide

20 

1 neurobiologische ontwikkelingsstoornissen
2 schizofrenie + andere psychotische stoornis.
3 bipolaire stemmingsstoornissen
4 depressieve stemmingsstoornissen
5 angststoornissen
6 obsessieve-compulsieve en verwante st.
7 trauma- en stressgerelateerde stoornissen
8 dissociatieve stoornissen
9 somatisch-symptoomstoornis en verwante..
10 voedings- en eetstoornissen

 
categorieën

11 stoornissen in de zindelijkheid
12 slaap- en waakstoornissen
13 seksuele disfuncties
14 genderdysforie
15 disruptieve, impulsbeheersings- en andere gedragsstoornissen
16 middelgerelateerde en verslavings-stoornissen
17 neurocognitieve stoornissen
18  persoonlijkheidsstoornissen
19 parafiele stoornissen 
20 overige psychische stoornissen 

Slide 10 - Slide

Persoonlijkheidsstoornissen 
Cluster A, B en C
A= vreemde, excentrieke cluster (paranoide bijv.)
B=dramatische, emotionele cluster (borderlinde bijv.)
C= angstige cluster (ontwijkend bijv.)

Slide 11 - Slide

Iemand die narcistisch is heeft een persoonlijkheidsstoornis
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quiz

Juist
Cluster B persoonlijkheidsstoornis

Vindt zichzelf geweldig
Manipulerend gedrag 
Theatraal 

Slide 13 - Slide

Observeren 

- Kun je een psychiatrisch patiënt (altijd) herkennen?


Slide 14 - Slide

Hoe kan je dit zien?

Slide 15 - Mind map

Observeren
Algemene indruk ->
Contact en houding ->
-Bewustzijn -> 
- Hoe is het geheugen en realiteitsbesef -->
- ziekte-inzicht -->
- Motoriek -->
- Denken -->

- Hoe is de stemming -->
Voorbeelden:
Hoe is het uiterlijk / bijzonderheden 
Maakt iemand (oog)contact 
Is iemand helder / aandacht te krijg.
Is dit intact of bijv. sprake van confabulaties
wel / geen besef, behandeling?
Is iemand druk / onrustig?
Traag of normaal en inhoud gedachtes, wanen? 
somber, eufoor of angstig 

Slide 16 - Slide

Anorexia nervosa

Verstoord lichaamsbeeld en intense angst om dik te worden 

Weigering normale hoeveelheid eten
Vaak jonge meiden






Boulimia nervosa 

Herhaaldelijke episoden van eetbuien (binge eating) +
vervolgens braken, of vasten of overmatige lichaamsbeweging

Slide 17 - Slide

Soorten voedings- en eetstoornissen 
PICA = oneetbare dingen (zand/klei/verf/etc.)
Ruminatiestoornis = voedsel braken / herkauwen / doorslikken of uitspugen
Vermijdende / restrictieve voedselinnamestoornis = vermijden van (bepaald) voedsel. Met name bij kinderen
Eetbuistoornis = in heel korte tijd ontzettend veel eten + stopt niet als je vol bent 

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video