Mavo 3 Nederland en Indonesië Par. 1.1 en 1.2

Mavo 3 Nederland en Indonesië
1 / 17
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Mavo 3 Nederland en Indonesië

Slide 1 - Slide



Welke producten werden in
het cultuurstelsel verbouwd?
A
koffie en thee
B
specerijen, tabak en indigo
C
koffie, thee en specerijen
D
tabak, koffie en zout

Slide 2 - Quiz


Hoe groot was het percentage dat
de boeren van hun land moesten gebruiken voor het cultuurstelsel?
A
20
B
30
C
40
D
50

Slide 3 - Quiz


Goed of fout?
Het cultuurstelsel werd in heel Nederlands-Indië
ingevoerd.
A
Goed
B
Fout

Slide 4 - Quiz



Op welk eiland werd het cultuurstelsel ingevoerd?
A
Sumatra
B
Java
C
Bali
D
Molukken

Slide 5 - Quiz

Goed of fout?

In het cultuurstelsel draaide het om de levering
van cultuurproducten aan de Nederlanders.
A
Goed
B
Fout

Slide 6 - Quiz

Goed of fout?

De boeren waren erg blij met de cultuurprocenten.
A
Goed
B
Fout

Slide 7 - Quiz



Op welke manier gingen de Nederlanders
met het bestuur van Java om?
A
Ze ontsloegen de meeste vorsten en zetten er nieuwe Javaanse vorsten voor in de plaats.
B
Ze ontsloegen de meeste vorsten en zetten er nieuwe Nederlandse ambtenaren voor in de plaats.
C
Ze lieten het grotendeels intact en plaatsen er een Nederlandse bestuur naast en boven.
D
Ze haalden het hele inheemse bestuur weg en plaatsten er een Nederlands bestuur.

Slide 8 - Quiz

Welke van deze taken hoorde niet bij de Islamitische heersers in Indonesië?
A
Wetboeken schrijven
B
Belasting heffen
C
Oorlog voeren
D
Cultuurstelsel leiden

Slide 9 - Quiz

Welk land was het eerste die begon me de ontdekkingsreizen?
A
Spanje
B
Portugal
C
Nederland
D
Italië

Slide 10 - Quiz

Wat is geen specerij?
A
Peper
B
Nootmuskaat
C
Zout
D
Gember

Slide 11 - Quiz

Wat betekent het woord handelsmonopolie?
A
De vorst levert de specerijen aan Nederland
B
Nederland heeft als enige het recht om met deze vorst te handelen
C
De vorst mag met iedereen handelen met wie hij wilt
D
De prijs van het product hang af van de vraag

Slide 12 - Quiz

Was de bevolking van de Indonesische eilanden blij met het handelsmonopolie van de VOC?
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quiz

Waarom nam de regering alle bezittingen van de VOC over?
A
De staat moest wel anders ging de staat ook failliet
B
De staat wilde op die manier de VOC redden
C
De staat was van mening dat in Indonesië nog steeds veel geld te verdienen was
D
De staat wilde af van de VOC omdat deze te machtig aan het worden was

Slide 14 - Quiz

Wat betekent de afkorting KNIL?
A
Koninklijk Nederlands-Indiaas Leger
B
Koninklijk Nederlands-Indisch Leger
C
Kumbhars Nieuwe Indiaase Leger
D
Koninklijk Nationaal-Indisch leger

Slide 15 - Quiz

Atjeh wordt een Islamitisch sultanaat
Een Nederlands schip bezoekt Bantam
Oprichting VOC
Op Banda worden 15.000 mensen vermoord door de VOC
De VOC gaat failliet
Het cultuurstelsel wordt ingevoerd
Het cultuurstelsel wordt afgeschaft
1520
1596
1602
1621
1798
1830
1870

Slide 16 - Drag question

Zoveel mogelijk land veroveren om een rijk op te bouwen en winst te maken
Het veroveren van gebieden in Indonesië door de Nederlanders
De hoogste bestuurder van Nederlands-Indië
Kinderen van een Nederlander en een Indonesische man of vrouw
Dat er mensenrassen zijn en dat het ene ras beter is dan het andere
Politieke stroming die opkomt voor zoveel mogelijk vrijheid voor burgers en bedrijven
Arbeider die een contract heeft getekend voor een bepaalde tijd en gedwongen is om te werken op de plantage
Modern Imperialisme
Pacificatie
Gouverneur-generaal
Indo's
Racisme
Liberalisme
Contractarbeiders

Slide 17 - Drag question