DEF GGZ LES 4 Angst en persoonlijkheidsstoornissen

Angsstoornissen
1 / 32
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

Items in this lesson

Angsstoornissen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Jesaja 2 : 20-22 / Ps. 37 vers 2

Stel op den HEER in alles uw betrouwen;
Betracht uw plicht; bewoon het aardrijk; leer
Uw welvaart op Gods trouw volstandig bouwen;
Verlustig u met blijdschap in den HEER;
Dan zal Hij u in liefd' en gunst aanschouwen,
U schenken, wat uw hart van Hem begeer'.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen 
Je kunt aan het einde van deze les benoemen 

  • Je kunt minimaal 4 kenmerken van angst noemen
  • Je kunt vertellen wat een obsessieve- compulsieve stoornis (OCS/OCD) is
  • Oefent het geven van begeleiding en psycho-educatie aan zorgvragers in casussen.
  • Je kunt uitleggen wat een borderline persoonlijkheidsstoornis en een narcistische persoonlijkheidsstoornis inhoudt

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

 Hoe ziet deze les eruit?


  • Lesstof vorige week
  • Angst, angststoornis
  • Opdracht
  • Persoonlijkheidsstoornissen
                     (Borderline, Narcisme)

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Bipolaire stoornis --> begeleiding
  • Psycho educatie
  • Signaleringsplan maken


Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Wanneer ben jij wel eens bang?

Slide 7 - Mind map

This item has no instructions

Wat zijn kenmerken van angst?

Slide 8 - Mind map

This item has no instructions

Kenmerken van angst:
  • Lichamelijke klachten, stekende hoofdpijn, slaapproblemen, gebrek aan eetlust/geen hap door de keel kunnen krijgen, benauwd voelen/beklemmend gevoel op de borst, niet kunnen concentreren
  • Voorhoofd fronsen
  • Wijd opengesperde ogen/vergrote pupillen
  • Hevig transpireren (angstzweet)
  • Hartkloppingen
  • Ademnood
  • Trillen/beven
  • Misselijkheid en diarree
  • Tintelingen in handen en voeten
  • Knikkende knieën
  • Gevoel van onwerkelijkheid (alsof je naar een film kijkt)

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Video

This item has no instructions

Wat is een voorbeeld van een fobie?
A
Een plotselinge angst om dood te gaan
B
Hoogtevrees
C
Bang voor gezelschappen
D
Bang zijn buiten eigen omgeving

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Angst stoornissen 
Angststoornissen:
  • Specifieke fobieën, bijv. hoogtevrees, vliegangst, claustrofobie
  • Sociale angststoornis: sociale fobie (kritisch beoordeling(zelf), faalangst)
  • Paniekstoornis: plotselinge angst, bang om dood te gaan, ontstaat vaak op moment van ontspanning (vb SEH POB vluchteling)
  • Agorafobie: angst voor plaatsen of situaties (alles buiten vertr. omgeving)
  • Generaliseerde angststoornis: langere tijd overdreven angstig en voortdurend bezorgd

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

1. Welke stoornis is dit?
Janneke Hakkers (59) jaar was vroeger op de lagere school eigenlijk de slimste van de klas. De directeur van de lagere school (vroeger de bovenmeester) adviseerde om naar het gymnasium te gaan. Janneke wilde echter per se naar de huishoudschool (de school die toen voorbereidde op de rol van huisvrouw). Niet omdat ze dit moest van haar ouders en ook niet omdat ze graag wilde leren koken, wassen en strijken. Nee de werkelijke reden was dat je op die school maar twee jaar gym had en op het gymnasium minstens vijf. Janneke was als de dood voor gymnastiek. Ze had geen figuur, voelde zich belachelijk houterig. Maar ze kon tenslotte ook zomaar van dat wandrek of de evenwichtsbalk vallen met haar houterigheid. Alleen al de gedachte verstijfde en verkrampte haar. Nu mijmert Janneke nog regelmatig over verloren kansen en wat ze allemaal had kunnen bereiken.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

2. Welke stoornis is dit?
Mason erkent dat het best ongewoon is. Als hij naar de bioscoop gaat met zijn vriendin, wil hij altijd als eerste bij de zaaldeuren staan om als eerste naar binnen te kunnen. Ik wil dan zo dicht mogelijk bij de uitgang zitten, op de eerste stoel naast het gangpad. Ik ben bang anders bij brand in het gedrang mijzelf en mijn vriendin niet in veiligheid te kunnen brengen. Trouwens, liever ga ik niet. Thuis kan ik meer genieten van een film op tv, want in de bioscoop ben ik ook nog constant alert op brandluchtjes en geluiden in de zaal. Ik heb een keer als vijftienjarige op het journaal een grote bioscoopbrand in Duitsland gezien met fatale afloop. Alleen de mensen die dicht bij de uitgang zaten hebben het daar gered. Ik ga wel naar de bioscoop maar geniet absoluut niet zoals mijn vriendin.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Begeleiding bij angststoornissen als IG’er 
  • Gevoel van veiligheid: Accepteer de mens, de angst, 
        --> wijs niet af, niet verstandelijk verklaren, erken gevoelens
  • Niet graven, ondersteun (uitleg, leren, stimuleren) op logische manier plek te geven in zijn leven

Bij acute situaties:
  • Zoek en houdt contact

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Casuïstiek

  • 2 personen
  • Beschrijf hoe je als verzorgende de client begeleidt, hoe pak je het aan, wat zeg je?
  • Welke psycho-educatie geef je en welk doel wil je daarmee bereiken?

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Wat is een obsessieve-compulsieve stoornis (OCD=OCS)?
A
Last van claustrofobie
B
Langere tijd overdreven angstig en bezorgd
C
Extreem bang zijn bij lichamelijke klachten
D
Last van dwanggedachten en dwanghandelingen

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Aan angst gerelateerde stoornissen:

  • Obsessieve-compulsieve stoornis: ernstig last van herhalende dwanggedachten (obsessies) en dwanghandelingen (compulsies) (OCD)
  • Psychotrauma en stres gerelateerde stoornis: lijden aan de gevolgen van een psycho-traumatische gebeurtenis (PTSS)
  • Somatisch symptoom en verwante stoornissen: extreem bang zijn bij lichte lichamelijke klachten (denken een ernstige ziekte te hebben en daarin niet gerustgesteld kunnen worden (hypochondrie)

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Video

This item has no instructions

Dwangmatige stoornis:
  • Perfectionisme en starheid, buitengewoon ordelijk
  • Kan moeilijk omgaan met onduidelijkheid en moeilijk zijn gevoelens uiten
  • Uiterst precies en toegewijd (ideale werknemer)

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Persoonlijkheidsstoornis
Hoe kom je eraan?
  • Erfelijkheid
  • Aanleg
  • omgevingsfactoren

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Borderline persoonlijkheidsstoornis:
  • Diepgaand patroon van instabiliteit in relaties, zelfbeeld en stemming
  • Impulsiviteit in gedrag

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Video

This item has no instructions

Narcistische persoonlijkheidsstoornis:
  • Diepgaand patroon van zelfingebeelde belangrijkheid en uniekheid
  • Behoefte aan bewondering
  • Gebrek aan invoelend vermogen (empathie)

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Video

This item has no instructions

Lesdoelen 
Je kunt aan het einde van deze les benoemen 

  • Kent de kenmerken, behandelingen en begeleidingsaspecten van angststoornissen
  • Je kunt uitleggen wat een borderline persoonlijkheids- stoornis en een narcistische persoonlijkheidsstoornis inhoudt.
  • Oefent het geven van begeleiding en psycho-educatie aan zorgvragers met angststoornissen in casussen.

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk voor 12-12-2023
Lezen 
Boek: Traject V & V
Module 4
  •  H10, H11, H29

       

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Toetsing: Vaardighedententamen Psych.2
  • Je voert een begeleidingsgesprek met een simulant o.b.v. een casus.
  • Basale kennis hebben de psychiatrische ziektebeelden om de casussen goed te kunnen spelen. 
  • Deze casus kan over 4 ziektebeelden gaan: psychotische stoornis, depressie, angststoornis, of persoonlijkheidsstoornis
  • Je wordt beoordeeld op: 
       1)voorbereiding, 2)uitvoering van het gesprek,  3)algemene        
       gespreksvaardigheden +4)specifieke gespreksvaardigheden
       passend bij het ziektebeeld. 

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Begeleidingsstijlen
Voorbeelden p91, 92,93
Directieve (instructie)stijl: actief, richtinggevend en sterk controlerend. p91

Overtuigende stijl: obv gelijkwaardigheid. Met bewijzen op andere gedachten brengen p92

Participerende stijl: ander centraal stellen, betrokkenheid en oprechte belangstelling p92

Delegerende stijl: verantwoordelijkheid bij de ander leggen. verwijzen naar regels. P93







Slide 30 - Slide

valkuil 1: spontaniteit, betrokkenheid, initiatief en inbreng van eigen ideeën remt, frustraties.

valkuil 2: te overtuigend zijn en daardoor niet openstaan voor de ander of juist de ander te veel laten participeren.

Valkuil 3: kan leiden tot het vervagen van grenzen en verantwoordelijkheden

Valkuil 4: gevoel van afstandelijkheid en onpersoonlijkheid.



Verband begeleidingsstijl - taakvolwassenheid

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Slide 32 - Video

This item has no instructions