What is LessonUp
Search
Channels
AI tools
Log in
Register
‹
Return to search
TH2S Deel 5 - Het dak lekt! (TH 2 Mondeling)
1 / 34
next
Slide 1:
Slide
NT2
Hoger onderwijs
This lesson contains
34 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Deel 4: Woordenschat
Slide 6 - Slide
Deel 4: Woordenschat
Slide 7 - Open question
Slide 8 - Slide
Mr ...
Slide 9 - Slide
4
Slide 10 - Video
00:48
Vul de zin aan met een verbum in het PERFECTUM:
Mr Bean HEEFT de tafel op een andere plaats ...
Slide 11 - Mind map
01:11
Wat gaat er nu gebeuren?
A
Een blik verf gaat exploderen.
B
Een fles ketchup gaat vallen.
C
Mr Bean gaat koffie drinken.
D
Er gaat iets anders gebeuren.
Slide 12 - Quiz
02:28
Wat gaat Mr Bean nu doen?
A
Hij gaat de buurman roepen.
B
Hij gaat een lat zoeken.
C
Hij gaat koffie drinken.
D
Hij gaat iets anders doen.
Slide 13 - Quiz
05:18
Wat heeft Mr Bean gedaan?
Schrijf 1 à 3 zinnen.
Gebruik het PERFECTUM.
Slide 14 - Open question
Huren of kopen?
Ik woon in een huis / appartement dat ik huur.
Ik woon in een huis / appartement dat ik gekocht heb.
Slide 15 - Poll
Wat doe jij als er iets kapot is?
Ik repareer het meestal zelf.
Ik laat het meestal herstellen (door een elektricien bijvoorbeeld).
Slide 16 - Poll
Slide 17 - Slide
De boiler ... in de badkamer hangt,
is kapot.
A
die
B
dat
Slide 18 - Quiz
Het appartement ... wij huren,
is niet zo duur.
A
die
B
dat
Slide 19 - Quiz
De boiler DIE in de badkamer hangt, is kapot.
Het relatief pronomen ‘die’ refereert aan 'boiler'.
'Boiler' is een ...
A
de-woord
B
het-woord
Slide 20 - Quiz
Het appartement DAT wij huren, is niet zo duur.
Het relatief pronomen ‘dat’ verwijst naar ‘appartement'.
‘Appartement’ is een ...
A
de-woord
B
het-woord
Slide 21 - Quiz
Mijn broer, die in Leuven woont,
is morgen jarig.
A
Ik heb maar één broer, en die woont in Leuven.
B
Ik heb verschillende broers, maar ik zeg nu iets over die éne broer die in Leuven woont.
Slide 22 - Quiz
Mijn broer die in Leuven woont,
is morgen jarig.
A
Ik heb maar één broer, en die woont in Leuven.
B
Ik heb verschillende broers, maar ik zeg nu iets over die éne broer die in Leuven woont.
Slide 23 - Quiz
Welk verschil zie je tussen deze twee zinnen?
Mijn broer, die in Leuven woont,
is morgen jarig.
Mijn broer die in Leuven woont,
is morgen jarig.
Slide 24 - Open question
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Slide
Slide 28 - Slide
Slide 29 - Slide
Slide 30 - Slide
Slide 31 - Slide
https:
Slide 32 - Link
Slide 33 - Slide
Slide 34 - Slide
More lessons like this
Spelling T2L5: Ik, jij of wij
November 2025
-
14 slides
Nederlands
Lager onderwijs
EDUbox Energie: Een uitdaging voor jou en de wereld
December 2023
-
65 slides
Secundair onderwijs
EDUbox
Les 1 VRT Mobiliteit
March 2023
-
53 slides
Mediawijsheid
Secundair onderwijs
EDUbox
T4 Spelling Herhaling
5 days ago
-
15 slides
Nederlands
Lager onderwijs
Quiz: Brands, logos, slogans and advertisements
July 2024
-
37 slides
Economics
Upper Secondary (Key Stage 4)
Lower Secondary (Key Stage 3)
Further Education (Key Stage 5)
Higher Education (degree)
Quiz!
Quiz: Brands, logos, slogans and advertisements
September 2024
-
37 slides
Economics
Upper Secondary (Key Stage 4)
Lower Secondary (Key Stage 3)
Further Education (Key Stage 5)
Higher Education (degree)
Mediawijsheid - Schaal van M
October 2025
-
14 slides
Mediawijsheid
Lager onderwijs
EDUbox Politiek: Jouw stem in ons politiek systeem
October 2023
-
79 slides
Mediawijsheid
Secundair onderwijs
EDUbox