This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Zorgvragers in de gehandicaptenzorg
Slide 3 - Mind map
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Wanneer spreken we van een stoornis?
A
Als er sprake is van een participatieprobleem
B
Als iemand niet mobiel is
C
Als iemand niet voor zichzelf kan zorgen
D
Bij verlies of afwijking van de anatomische structuur of een fysiologische afwijking
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Video
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Video
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Video
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Lichte verstandelijke beperking
Matige verstandelijke beperking
Ernstige verstandelijke beperking
Diepe verstandelijke beperking
IQ lager dan 20/25
IQ tussen de 35/40 en 50/55
IQ tussen de 50-55 en 70
IQ tussen de 20/25 en 35/40
Vergelijkbare leeftijd 1 jr en 8 mnd tot 3 jr en 6 mnd
Vergelijkbare leeftijd tussen 3,5 en 6 jr
Vergelijkbare leeftijd tussen 6 en 12 jr
Vergelijkbare leeftijd tot 1 jr.
Slide 23 - Drag question
Slide 24 - Video
Anna is sinds haar geboorte doof. Sinds vijf jaar is ze postbezorger. Ervaart zij een handicap bij het uitvoeren van haar beroep?
A
Ja
B
Nee
Slide 25 - Quiz
Henk is motoragent. Door een ongeluk tijdens het paardrijden heeft hij een dwarslaesie. Ervaar Henk een handicap bij het uitvoeren van zijn beroep?
A
Ja
B
Nee
Slide 26 - Quiz
Piet is elektricien. Sinds een paar maanden raakt hij steeds meer het gevoel in zijn handen kwijt. Ervaart Piet een handicap bij het uitvoeren van zijn beroep?
A
Ja
B
Nee
Slide 27 - Quiz
Bij mensen met een ??? verstandelijke beperking ontwikkelt de taal zich op een eenvoudig niveau.
A
Ernstige
B
Lichte
C
Zeer ernstige
D
Matige
Slide 28 - Quiz
Een lichte / matige / ernstige / diepe verstandelijke beperking valt vaak pas op als de ontwikkeling van schoolse vaardigheden achterblijft
A
Matige
B
ernstige
C
diepe (zeer ernstige)
D
lichte
Slide 29 - Quiz
De meeste mensen met een lichte / matige / ernstige / diepe verstandelijke beperking kunnen niet praten. Het contact met de omgeving is beperkt en bestaat uit een zeer klein repertoire van reacties.