Reflexieve verba & het imperfectum

• NT2
• MBO
• Studiejaar 2

Reflexieve verba & het imperfectum

Reflexieve verba

Ik meld mij aan ....

1. voor
2. op
3. in
4. over

Ik maak mij zorgen...

1. voor
2. op
3. in
4. over

Ik schrijf me in ...

1. voor
2. bij
3. in
4. over

Ik verbaas me ...

1. voor
2. bij
3. in
4. over

Ik meld me ...

1. voor
2. bij
3. in
4. over

Ik schaam me ...

1. voor
2. bij
3. in
4. over

Hij zegt dat hij ....

1. zich niet herinnert het ongeluk
2. zich het ongeluk niet herinnert
3. zich niet het ongeluk herinnert
4. zich herinnert niet het ongeluk

Soms ...

1. verslaap ik me
2. ik verslaap me
3. ik me verslaap

Welke vraag is goed?

1. maak jij elke dag je op?
2. maak jij je elke dag op?
3. jij maakt je elke dag op?
4. elke dag jij je opmaakt?

Ik ga niet naar werk, omdat

1. ik me niet goed voel
2. ik voel me niet goed
3. ik me voel niet goed
4. ik niet goed me voel

Vervoeg: zich herinneren, hij

Vervoeg: zich verslapen, jullie

Vervoeg: zich ergeren, wij

Vervoeg: zich opmaken, zij (sing.)

Vervoeg: zich zorgen maken, u

Vervoeg: zich inschrijven, jij

Vervoeg: zich aanmelden, hij

Imperfectum

Hij zegt dat hij....

1. niet op het feest was
2. niet was op het feest
3. was niet op het feest

Jij zegt dat je....

1. het huis niet elke dag schoon maakte
2. het huis niet schoonmaakte elke dag
3. het huis niet elke dag maakte schoon
4. het huis niet elke dag schoonmaakte

Vervoeg: luisteren, jij

Vervoeg: geven, u

Vervoeg: werken, ik

Vervoeg: nemen, ik

Vervoeg: doen, jij

Vervoeg: zijn, jullie

Vervoeg: wonen, jullie

Vervoeg: gaan, hij

Vervoeg: mailen, wij

Vervoeg: fietsen, ik

Vervoeg: komen, hij