This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Items in this lesson
Aujourd'hui, c'est le ...
Slide 1 - Slide
Aujourd'hui,
c'est le...
Slide 2 - Slide
Doelen
Ik begrijp de informatie die een persoon geeft als hij/zich zichzelf voorstelt.
Ik kan Franse zinnen schrijven met als onderwerp 'mijzelf voorstellen'
Ik kan met behulp van vooraf geschreven zinnen mijzelf voorstellen en hierbij letten op mijn uitspraak.
Slide 3 - Slide
Today's planning:
Programme d'aujourd'hui
Luistervaardigheid (15 min)
Se présenter: creatieve opdracht (20 min)
Parler: je présente mon dessin (10 min)
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Video
Slide 6 - Slide
Je me présente (20 min)
- Je gaat jezelf voorstellen met behulp van de verschillende onderwerpen. In elk vak moet minimaal één zin staan en je kunt vervolgens het vakje decoreren. Je mag hiervoor jouw boek gebruiken. Je schrijft jouw naam op de achterkant.
Slide 7 - Slide
Je me présente (20 min)
1. L’âge
2. Woonplaats (stad / land)
3. Cheveux/yeux
4. Matière préférée
5. Sport
6. Famille
7. Langues
8. Animal préféré
9. Hobby
10. La musique
11. Aimer / n’aimer pas
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Video
Slide 11 - Slide
Faire: doen/maken
Je fais --> ik doe/maak
Tu fais --> jij doet/maakt
Il/elle/on fait --> hij/zij/men doet / hij/zij/men maakt
Nous faisons --> wij doen/maken
Vous faites --> jullie doen/maken
Ils/elles font --> zij doen/maken
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
vous faites
je fais
il fait
ils font
on fait
tu fais
men doet/maakt
Léa en Marc doen/maken
ik doe/maak
jullie doen/maken
jij doet/maakt
hij doet/maakt
Slide 14 - Drag question
Madame Kallache, vous ___________ quoi?
A
faites
B
faisons
C
fait
D
fais
Slide 15 - Quiz
Je ____________ un test
A
faire
B
fait
C
font
D
fais
Slide 16 - Quiz
sleep de juiste vorm van aller & de vertalingen naar de juiste persoon