VP Rekenen deel 2 les 2

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 2

Een zakje van 200 ml infuusvloeistof moet in 75 minuten inlopen.
(1 ml = 16 druppels)
Wat is de druppelsnelheid per minuut?
(Afronden op hele druppels)

Een patiënt krijgt 1,5 liter sondevoeding per 10 uur.
(1 ml = 18 druppels)
Hoeveel druppels per minuut moet deze patiënt krijgen?

Dhr A heeft een infuus dat loopt 1 uur en 30 minuten lang inloopt met een snelheid van 2 milliliter per minuut.
(1 ml = 18 druppels)
Hoeveel druppels zijn ingelopen na 1 uur en 30 minuten?

Bij Mw T was een zakje medicatie-oplossing aangehangen van 300 ml. Deze loopt in 2 uur in.
Wat is de inloopsnelheid?

Dhr el H krijgt NaCl 0,9% via de pomp. In 2,5 uur tijd wordt er 500 ml aan hem toegediend.
Wat is de pompstand?

De spuitenpomp van meneer G staat op stand 1,6 en in de spuit zit 48 ml.
Na hoeveel uur is de spuit leeg?

Mevrouw X krijg heparine, 1200 IE per uur via een spuitenpomp.
Er zit 24 000 IE heparine opgelost in een spuit van 48 ml.
Op welke stand moet de pomp staan?

Wat vind je lastig?