sterke en zwakke ww

1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsBasisschoolGroep 7

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

herhaling: sterke en zwakke ww
zwakke werkwoorden veranderen in de verleden tijd niet van klank
luisteren - luisterden
fietsen - fietsten
sterke werkwoorden veranderen in de verleden tijd wel van klank
 slapen - sliepen
drinken - dronken

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

zwakke werkwoorden

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Zwakke en sterke werkwoorden
Sterk: ik ben sterk genoeg om te veranderen --> lopen - liepen
Zwak: Ik ben niet sterk genoeg om te veranderen --> raden - raadden

Slide 6 - Slide

Sterk werkwoord
Zwak werkwoord
Zingen
Klappen
Lopen
Reizen
Fietsen
Kijken
Lezen
Spelen

Slide 7 - Drag question

Sterk of zwak werkwoord?


Zwemmen
A
sterk
B
zwak

Slide 8 - Quiz

Sterk of zwak werkwoord?


Voetballen
A
sterk
B
zwak

Slide 9 - Quiz

Sterk of zwak?

DENKEN
A
sterk werkwoord
B
zwak werkwoord

Slide 10 - Quiz


Schrijf het werkwoord in de verleden tijd
sterke werkwoorden
ik [kopen] gisteren een boek

Slide 11 - Open question


Schrijf het werkwoord in de verleden tijd
sterke werkwoorden
Max en ik [eten] alles op

Slide 12 - Open question


Schrijf het werkwoord in de verleden tijd
zwakke werkwoorden
ik .... hem niet [kennen]

Slide 13 - Open question


sterke werkwoorden
Werkwoord
Tegenwoordige tijd (stam)
Verleden tijd enkelvoud
knijpen
???
???

Slide 14 - Open question

Wat is de verleden tijd van :
wij blazen?

Slide 15 - Open question

Wat is het verschil tussen een sterk en zwak werkwoord?

Slide 16 - Open question

Hoe vond je het?
A
ik vind het nog moeilijk
B
ik vind het nog een beetje moeilijk
C
ik snap het bijna
D
ik snap de les

Slide 17 - Quiz