Natuurwetenschappen. Hoofdstuk 1.1

Scheikunde een wetenschap.
1 / 32
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Scheikunde een wetenschap.

Slide 1 - Slide

Kennen
  • Wat zijn de drie natuurwetenschappen.
  • Wat zijn stof eigenschappen.
  • Wat zijn de gevarensymbolen (pictogrammen)
  • Wat betekent een molecuulformule
  • Wat is een molecuul
  • Wat is een atooom

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Wat is scheikunde voor jouw?

Slide 4 - Mind map

Natuurwetenschappen

De natuurwetenschappen zijn de takken van de wetenschap die zich bezighouden met de natuur en de natuurwetten.


Ze bestuderen hoe de aarde en het heelal er uit ziet (aardrijkskunde en sterrenkunde), hoe het leven er uit ziet (biologie), hoe we de energie goek kunnen gebruiken (natuurkunde) of welke stoffen we goed kunnen gebruiken (scheikunde)

Wij bespreken er drie.

Slide 5 - Slide

Biologie

Bij biologie worden de levende organismes bestudeerd. Bio betekent leven en logos betekent beschrijving.



Slide 6 - Slide

Natuurkunde

De natuurkunde bestudeert de natuurwetten (zwaartekracht, beweging, elektriciteit, licht) en heeft te maken met energie.

Alle natuurwetten zijn terug te herleiden tot energie.

Slide 7 - Slide

Scheikunde
Scheikunde is het onderzoeken van stoffen. Kunnen stoffen veranderen, kun je nieuwe stoffen maken en welke invloeden hebben de verschillende stoffen op elkaar

Slide 8 - Slide

Vragen

Zit klaar met je laptop.

Beantwoord de volgende vragen zo snel mogelijk.

Per vraag heb je 10 seconde de tijd

Slide 9 - Slide

Welke wetenschap houdt zich bezig met de levende natuur?
A
sterrenkunde
B
biologie
C
natuurkunde
D
scheikunde

Slide 10 - Quiz

Welke wetenschap houdt zich bezig met het energie probleem op de wereld.
A
sterrenkunde
B
biologie
C
natuurkunde
D
scheikunde

Slide 11 - Quiz

Welke wetenschap houdt zich bezig met het veranderen van stoffen?
A
sterrenkunde
B
biologie
C
natuurkunde
D
scheikunde

Slide 12 - Quiz

Stofeigenschappen

Stoffen kun je herkennen aan de stofeigenschappen. Iedere stof heeft eigen eigenschappen, daardoor zijn stoffen beter geschikt om ergens voor te gebruiken.

Zo kun je een huis bouwen van stro, van hout of van steen.

Alle drie isoleren ze, alle drie houden je droog en zijn stapelbaar.

Dat zijn goede eigenschappen voor de stoffen om een huis te bouwen.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Welk materiaal heeft de beste stofeigenschappen om een huis te bouwen?

Slide 15 - Open question

Stofeigenschappen

Voorbeelden van stofeigenschappen zijn:

  • Kleur, geur, smaak.
  • Stroomgeleidend, warmte geleidendend of juist een isolator.
  • Vaste stof, vloeistof of gasvormig bij kamertemperatuur.
  • Magnetisch of door een magneet aan te trekken. 

Slide 16 - Slide

Noem zoveel mogelijk stofeigenschappen van koffie.

Slide 17 - Open question

Stofeigenschappen

In je BINAS staan ook tabellen met stofeigenschappen.

Dit zijn de tabellen 15 (over vaste stoffen), 16 (over vloeistoffen) en 17 (over gassen).

Bijvoorbeeld:

  • de dichtheid (de massa van 1 cm3)
  • het smeltpunt (de temperatuur waarbij de stof smelt) of het kookpunt (de temperatuur waarbij de stof kookt)
  • de soortelijke weerstand

Slide 18 - Slide

Wat is de dichtheid van goud. (Tabel 15)
A
2,70 g/cm3
B
7,87 g/cm3
C
19,30 g/cm3
D
2,60 g/cm3

Slide 19 - Quiz

Wat is de dichtheid van ijzer. (Tabel 15)
A
2,70 g/cm3
B
7,87 g/cm3
C
19,30 g/cm3
D
2,60 g/cm3

Slide 20 - Quiz

Wat is het smeltpunt van ijs, gemeten in Kelvin (K)
(Tabel 15)
A
100 K
B
0 K
C
373 K
D
273 K

Slide 21 - Quiz

Wat is het kookpunt van stikstof, gemeten in Kelvin (K)
(Tabel 17)
A
63 K
B
77 K
C
373 K
D
231 K

Slide 22 - Quiz

Stofeigenschappen

Twee veel gebruikte stofeigenschappen zijn het kookpunt van de stof en het smeltpunt van een stof.

Het kookpunt is de temperatuur waarbij een stof gaat koken (verdampen).

Het smeltpunt is de temperatuur waarbij een stof gaat smelten.

We schrijven een temperatuur in Kelvin.

Temperatuur in Celsius +  273 = Temperatuur in Kelvin

Slide 23 - Slide

Bereken de temperatuur in Kelvin als de temperatuur 20 graden Celsius is
A
253 K
B
- 253 K
C
-293 K
D
293 K

Slide 24 - Quiz

Bouwstenen van een stof

Het kleinste deeltje van een stof is het molecuul.

Alle stoffen bestaan uit moleculen. IJzer is gemaakt van ijzermoleculen, glas is gemaakt van glas moleculen, goud is gemaakt van goud moleculen en water is gemaakt van watermoleculen.

Waar is suiker van gemaakt?
waar is zout van gemaakt?

Slide 25 - Slide

Bouwstenen van een stof

De moleculen zelf zijn weer samengesteld uit atomen. Er bestaan ongeveer 120 verschillende atoomsoorten. De meeste staan in BINAS in tabel 33 en 34 (Het periodiek systeem).

Ieder atoom heeft een symbool die bestaat uit een hoofdletter of uit een hoofdletter en een kleine letter.

Slide 26 - Slide

Bouwstenen van een stof

De formule van een molecuul zegt uit hoeveel atomen het molecuul is opgebouwd.

De formule van water is H2O

De hoofdletter H betekent waterstof (BINAS 33) de twee achter de H betekent 2 atomen van de waterstof (dus waterstof x 2)

De hoofdletter O betekent zuurstof (BINAS 33) achter de O staat geen cijfer en dat betekent dat je er 1 van hebt (wij zijn te lui om de 1 op te schrijven)

Slide 27 - Slide

Kennen
  • Wat zijn de drie natuurwetenschappen.
  • Wat zijn stof eigenschappen.
  • Wat zijn de gevarensymbolen (pictogrammen)
  • Wat betekent een molecuulformule
  • Wat is een molecuul
  • Wat is een atooom

Slide 28 - Slide

Practicumvaardigheden (demo)
  • spatelpunt
  • water in een reageerbuis
  • kwispelen met een reageerbuis
  • de brander

Slide 29 - Slide

Opdrachten

Maak de verwerkingsopdrachten die je gekregen hebt.

Leer de formule van deze les

Leer de begrippen van de kennen lijst (zie de opdrachten)

Maak de opdrachten die bij paragraaf 1.1 horen (digitaal of werkboek, dit mag allebei)

Je kunt ook de filmpjes bekijken die hierna staan.

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Video

Slide 32 - Video