Onderneem! 2021-2022 Les 3: Wees proactief

• Onderneem!
• MBO
• Studiejaar 3

Les 3
Wees proactief

Presentie opnemen en aantekening voor diegene die werkboek niet mee hebben.

Mobiele telefoons in de telefoonflat (extra letten op de reactieve reacties --> later op terugkomen)

Kort huiswerkopdracht B bespreken.

Waar denk je aan bij
het woord 'proactief'?

DEEL I: Wees proactief

WEES PROACTIEF

Wat betekent reactief zijn?

1. Je hebt er geen zin in en blijft liever in bed
2. Je maakt bewuste keuzes in het leven
3. Je treedt graag op de voorgrond
4. Je maakt beslissingen op basis van impulsen. Je denkt niet na voordat je iets doet.

Wanneer ben je proactief?

1. Als je impulsief bent en doet waar je zin in hebt
2. Als je keuzes maakt op basis van waarden en denkt voordat je handelt
3. Als je erg druk bent en graag op de voorgrond treed
4. Als je vaak boos op een ander reageert als iets je irriteert.

Hierbij is het belangrijk hoe gezond je leeft:
- voldoende slapen
- gezond eten
- voldoende bewegen

Rest van het filmpje later terug laten komen bij communicatie (eigenschap 5: eerst begrijpen, dan begrepen worden)

Slachtoffervirus

Eigenschap 1: Wees proactief

Proactiviteit gaat dus over:

• het maken van keuzes
• het nemen van verantwoordelijkheid
• het bespreekbaar maken van dingen
• zelf actie ondernemen

Pro actief
taal-
gebruik

Reactief
taal-
gebruik

Ik zal het proberen

Zo zit ik nu eenmaal in elkaar

Ik zal het doen

Ik kan het veel beter

Ik moet wel

Ik kies ervoor

Ik kan het niet

Er moet een manier zijn

Bij reactief taalgebruik leg je de verantwoordelijkheid buiten jezelf. Bij proactief taalgebruik laat je zien dat je zelf verantwoordelijk bent voor je keuzes. Ben je pro actief heb je de houding=het lukt. Reactieve houding=het lukt niet.

reactief taalgebruik                        proactief taalgebruik

- Ik zal het proberen                                                         - Ik zal het doen

- Zo zit ik nu eenmaal in elkaar                                   - Ik kan het veel beter

- Ik kan er niets aan doen                                              - Laat ik eens kijken wat                                                                                                                   de mogelijkheden zijn

- Ik moet wel                                                                        - Ik kies ervoor

- Ik kan het niet                                                                   - Er moet een manier zijn

                                                     Fixed en growth mindset

Mijn taalgebruik is meestal:

1. Reactief
2. Proactief

Pagina 14 lezen en invullen
--> taalgebruik i.p.v. handeling

Metafoor voor bijvoorbeeld:
Je hebt een mail gestuurd naar je stage-begeleider om het BPV-contract te ondertekenen. De stagebegeleider heeft niet gereageerd en dit gebruik je ook als antwoord naar je docent (ik kan er niets aan doen, mijn stagebegeleider heeft nog niet gereageerd op mijn mailtje).

Dit is het gedrag als in het filmpje..

Of zou je er na een dag of 4 naar kunnen vragen fysiek, via een belletje of nog eens via de mail? 

Cirkel van invloed
op school (waar zou je meer
invloed op uit kunnen oefenen?)

Cirkel van betrokken-
heid op school (waaraan besteed
jij teveel energie?)

Hoe zou jij reageren?

1. Haar de huid vol schelden en daarna wegstormen
2. Haar confronteren en vertellen hoe je je voelt
3. Haar vergeven
4. Haar buitensluiten, dat deed ze ook bij jou.

Speel het geluidsfragment af.. De proactieve manier van reageren is antwoord B en C. Reactief is A en D. Reactieve mensen handelen vanuit impuls. Proactieve mensen denken eerst, voordat ze handelen. 

Hoe zou jij reageren?

1. Klagen over de oneerlijkheid van deze beslissing.
2. Gewoon hard blijven werken.
3. Vragen waarom de nieuwe op za mag werken en jij niet.
4. De kantjes er van aflopen op je werk.

Reactieve antwoorden zijn A en D. Proactief B en C. Reactieve mensen zijn net al een blikje frisdrank. Als het leven ze een beetje door elkaar schudt, bouwt de druk op en ontploffen ze. Proactieve mensen zijn als water. Je kunt schudden wat je wilt, maar er gebeurt niets. Ze zijn kalm, rustig en hebben alles onder controle.  

Eigenschap 1: Wees proactief

Samenwerking in groep:

Ja maar, hij/zij doet niets!

Hoe kunnen we hem/haar beter betrekken bij de opdracht?