What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Spelling blok3 week2 les1
lesdoel
Ik kan de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd correct spellen als er je of jij achter staat.
1 / 22
next
Slide 1:
Slide
Spelling
Basisschool
Groep 8
This lesson contains
22 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
15 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
lesdoel
Ik kan de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd correct spellen als er je of jij achter staat.
Slide 1 - Slide
werkwoord: werken
WERK JE?
Kan
je
vervangen worden door
jij
? Dan schrijf je de stam.
WERKT JE OOM?
Kan
je
nu worden vervangen door
jij
? Dan schrijf je stam +t.
Slide 2 - Slide
Werkwoord: lopen
...... je.
Slide 3 - Open question
Werkwoord: lopen
...... je zusje al.
Slide 4 - Open question
Werkwoord: helpen
...... je.
Slide 5 - Open question
Werkwoord: helpen
...... je broer
Slide 6 - Open question
Werkwoord: redden
....je de man.
Slide 7 - Open question
Werkwoord: redden
.... je broer de man.
Slide 8 - Open question
Luchtwoord van het versje
Slide 9 - Mind map
vinden
..... je dat leuk?
..... je vriend dat leuk?
Slide 10 - Slide
worden
..... je al twaalf?
..... je buurjongen al twaalf?
Slide 11 - Slide
omhelzen
De zoon ..... zijn moeder.
De zoon ..... zijn moeder ..... .
Slide 12 - Slide
overhoren
Het meisje ..... de jongen.
Het meisje ..... de jongen ..... .
Slide 13 - Slide
De jongen hield.
Zet deze zin in de tegenwoordige tijd.
Slide 14 - Open question
De agent bevrijdde.
Zet deze zin in de tegenwoordige tijd.
Slide 15 - Open question
Luister naar het woord.
Hak het woord in klankgroepen.
Schrijf het woord op.
Slide 16 - Open question
Luister naar het woord.
Hak het woord in klankgroepen.
Schrijf het woord op.
Slide 17 - Open question
Het woord amfibieën komt van het Griekse woord dubbellevend.
Slide 18 - Slide
Schrijf de zin, die je net gezien hebt, op.
Slide 19 - Open question
De eitjes van kikkers hebben een geleiachtig omhulsel en een zwartgekleurde vrucht.
Slide 20 - Slide
Schrijf de zin, die je net gezien hebt, op.
Slide 21 - Open question
Tremawoord
Latijnsvoorvoegsel
Leenwoord
twee categorieën
de adjudant
de jus
de show
de financiën
de subgroep
de jam
twee ideeën
de observatie
de abdij
twee oliën
de milkshake
Slide 22 - Drag question
More lessons like this
B1M1 - De stam van een werkwoord
October 2021
- Lesson with
13 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
regelwoorden bakker en jager herhaling
February 2023
- Lesson with
15 slides
Spelling
Basisschool
Groep 5,6
Samenstellingen
November 2023
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Basisschool
Groep 8
Samenstellingen
December 2023
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Basisschool
Groep 8
Révision Unité 13-16
March 2022
- Lesson with
35 slides
ICT
Lager onderwijs
Dinsdag 5 januari
January 2021
- Lesson with
20 slides
Spelling
Basisschool
Groep 7
2.8 Persoonsvorm in de tegenwoordige tijd
October 2020
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Maandag 4 januari
January 2021
- Lesson with
26 slides
Spelling
Basisschool
Groep 7