Les voor toets Chapitre 1

havo/vwo-2 chapitre 1
Werkwijze:
In deze les komen de verschillende grammatica-onderdelen terug.
Je gaat eerst de uitleg lezen, daarna ga je een aantal opdrachten maken.

Aan het einde zie je wat je op het proefwerk kunt verwachten.

Probeer alle vragen te beantwoorden, zodat ik je de volgende les ook nog kan helpen! Succes!
1 / 23
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

havo/vwo-2 chapitre 1
Werkwijze:
In deze les komen de verschillende grammatica-onderdelen terug.
Je gaat eerst de uitleg lezen, daarna ga je een aantal opdrachten maken.

Aan het einde zie je wat je op het proefwerk kunt verwachten.

Probeer alle vragen te beantwoorden, zodat ik je de volgende les ook nog kan helpen! Succes!

Slide 1 - Slide

Je révise:
grammaire D
Vorig jaar hebben we geoefend met 2 verschillende tijden.

De présent (tegenwoordige tijd)
De passé composé (de voltooid verleden tijd)

Deze les gaan we de passé composé herhalen en een klein beetje uitbreiden.

Neem de volgende slides goed over in je schrift.

Slide 2 - Slide

De passé composé:
hoe zat het ook alweer?
De passé composé is in het Nederlands de voltooide tijd.

Bijvoorbeeld:
- ik heb gemaakt
- hij heeft geleerd.

Het maken van een passé composé bestaat altijd uit 2 stappen.
Stap 1: het hulpwerkwoord
Stap 2: het voltooid deelwoord.

We lopen ze even samen door..

Slide 3 - Slide

Stap 1:
het hulpwerkwoord avoir
Dit rijtje ken je nog van vorig jaar en van een aantal lessen geleden. 
Als je hem toen niet goed hebt overgenomen, doe dit dan nu alsnog :).

j'ai               --> ik heb
tu as            --> jij hebt
il/elle/on a    --> hij/zij/men heeft

nous avons    --> wij hebben
vous avez      --> u hebt/jullie hebben
ils/elles ont   --> zij hebben (meervoud)

Slide 4 - Slide

Stap 2:
het voltooid deelwoord
Haal -er van het werkwoord af en plak er een é achter.
Bijvoorbeeld:
donner --> donner --> donné

j'ai donné                         ik heb gegeven
tu as donné                      jij hebt gegeven
il/elle/on a donné              hij/zij/men heeft gegeven
nous avons donné              wij hebben gegeven
vous avez donné                u heeft gegeven/jullie hebben gegeven
ils/elles ont donné             zij hebben gegeven (meervoud)

Slide 5 - Slide

De passé composé:
de uitzonderingen...
De volgende 3 werkwoorden eindigen niet op -er. Ze zijn dus onregelmatig.

Daarom moet je hier het volgende mee doen:
Stap 1 blijft hetzelfde: het hulpwerkwoord blijft avoir.
Stap 2: het voltooid deelwoord wordt:

être  --> été
       bijvoorbeeld: il a été
avoir --> eu
        bijvoorbeeld: elle a eu
faire --> fait       bijvoorbeeld: on a fait

Slide 6 - Slide


Vervoeg het werkwoord tussen haakjes in de passé composé (être)

On _____ ___________ en vacances en Italie pendant les vacances.

Slide 7 - Open question


Vervoeg het werkwoord tussen haakjes in de passé composé (faire)


Il ____ ____________ beau et chaud.

Slide 8 - Open question


Vervoeg het werkwoord tussen haakjes in de passé composé (manger)
Nous ______ __________ des pâtes tous les jours.

Slide 9 - Open question


Vervoeg het werkwoord tussen haakjes in de passé composé (adorer)

Vous ________________ ça aussi?

Slide 10 - Open question

Zijn er nog vragen?
Dit is de laatste kans om ze te stellen!

Slide 11 - Slide

Répéter:
grammaire H
In dit grammatica-onderdeel gaat het om het bezittelijk voornaamwoord.

Bijvoorbeeld:
- mijn mobiele telefoon
- jouw boek
- zijn tas.

In het Frans bestaat daarvoor het volgende schema, die je goed moet kennen!

Slide 12 - Slide

Grammaire H:
het schema

Slide 13 - Slide

Grammaire H:
de toepassing
Om te weten welke vorm van het bezittelijk voornaamwoord je in moet vullen: kijk je dus naar het zelfstandig naamwoord erachter.

1. Is deze mannelijk? Dan vul je de mannelijke vorm in.
Deze vind je in de eerste kolom van het schema.
2. Is deze vrouwelijk? Dan vul je de vrouwelijke vorm in.
Deze vind je in de tweede kolom van het schema.
3. Is deze meervoud? Dan vul de meervoudsvorm in.
Deze vind je in de derde kolom van het schema.
4. Begint deze met met a/e/i/o/u/h en staat het in het enkelvoud?
Om klinkerbotsing te voorkomen, gebruiken we dan de mannelijke vorm.

Slide 14 - Slide


Vertaal het bezittelijk naamwoord tussen haakjes en zet hem in de juiste vorm.

(haar) Amélie et ____ frère habitent en France.

Slide 15 - Open question


Vertaal het bezittelijk naamwoord tussen haakjes en zet hem in de juiste vorm.

(hun) _________ appartement est très moderne.

Slide 16 - Open question


Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes en zet hem in de juiste vorm.

Amélie fait ______ devoirs dans la cuisine.

Slide 17 - Open question


Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes en zet hem in de juiste vorm.

Je suis toujours devant ______ ordinateur.

Slide 18 - Open question

Wat kunnen jullie op het proefwerk verwachten? (1)
Opdracht 1: luistervaardigheid
- Lees de stellingen en luister naar het fragment. Zijn de stellingen vrai of faux?

Opdracht 2: vocabulaire
- Vertaal de woorden van het Frans naar het Nederlands.

Opdracht 3: grammaire
- Vervoeg het werkwoord tussen haakjes in de juiste vorm van de présent.
- Maak de zinnen ontkennend, schrijf de hele nieuwe zin op.


Slide 19 - Slide

Wat kunnen jullie op het proefwerk verwachten? (2)
Opdracht 4: phrases clés
- Maak het WhatsApp-gesprek af door antwoord te geven op de vragen.
Maak hiervoor hele zinnen!

Opdracht 5 & 6: leesvaardigheid
- Welk persoon past het beste bij de stelling? Schrijf deze namen op.
- Raad de betekenis van de onderstreepte woorden in de tekst. Kies uit A of B.

Slide 20 - Slide

Zijn er nog vragen?
Dit is de laatste kans om ze te stellen!

Slide 21 - Slide

Travailler au 'B-papier'
Let op: deadline B-papier!
De regels
- Je werkt de eerste 10 minuten in stilte!
- Muziek luisteren mag met oordopjes!

- Nakijkvellen liggen op het bureau en worden niet gedeeld.
- Aftekenen kan bij het bureau.

- Vragen? Steek je hand op!

We ruimen onze spullen pas op, op het moment dat de docent dit zegt.
timer
10:00

Slide 22 - Slide

Les devoirs
Komende les:
- Proefwerk chapitre 1

Apprendre (leren):
- voca A, B, E & F
- phrases clés C & G
- grammaire D & H

Slide 23 - Slide