klas 2TL - bij Hfd. 5 - uitleg passé composé (les 2)

de passé composé 


 
van regelmatige ww op -er
en avoir, être en  faire
1 / 12
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

de passé composé 


 
van regelmatige ww op -er
en avoir, être en  faire

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

elles ont dansé
ils ont dansé
on a dansé
vous avez dansé
nous avons dansé
elle a dansé
il a dansé
tu as dansé
j'ai dansé
ik heb gedanst
jij hebt gedanst
hij heeft gedanst
zij heeft gedanst
wij hebben gedanst
jullie hebben gedanst
men heeft gedanst
zij (mnl)hebben gedanst
zij (vrl) hebben gedanst

Slide 3 - Drag question

hij heeft gepraat (parler) =

Slide 4 - Open question

wij hebben gedanst (danser) =

Slide 5 - Open question

jullie hebben gegeten ( manger ) =

Slide 6 - Open question

ik ben geweest =
A
j'ai été
B
j'ai eu
C
tu as été
D
j'ai fait

Slide 7 - Quiz

ik heb gehad =
A
j'ai été
B
j'ai eu
C
tu as eu
D
j'ai fait

Slide 8 - Quiz

ik heb gemaakt =
A
j'ai été
B
j'ai eu
C
tu as fait
D
j'ai fait

Slide 9 - Quiz

ik heb genomen =
A
j'ai été
B
j'ai eu
C
tu as pris
D
j'ai pris

Slide 10 - Quiz

ik heb gehad
jij hebt gehad
hij heeft gehad
wij hebben gehad
jullie hebben gehad
zij hebben gehad
j'ai eu
il a eu
vous avez eu
ils ont eu
tu as eu
nous avons eu

Slide 11 - Drag question

ik ben geweest
jij bent geweest
hij is geweest
wij zijn geweest
jullie zijn geweest
zij zijn geweest
j'ai été
il a été
vous avez été
ils ont été
tu as été
nous avons été

Slide 12 - Drag question