Je krijgt 6 vragen over de lesstof van vorige week.
Achter elk antwoord staat een letter.
Schrijf de letter van het juiste antwoord op:
alle letters samen vormen een woord.
Als je het woord hebt, steek je je vinger op, maar noem het woord pas als je de beurt krijgt!
Wie heeft als eerste het juiste woord?