Marktvormen paragraaf 3 (Klaar)

1 / 11
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

              Startklaar
  • Op je plek zitten 
  • Telefoon in het Zakkie 
  • Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
  • Schoolspullen op tafel: Boek, Chromebook, JdW-map, etui 
timer
3:00

Slide 2 - Slide

1. Startklaar
Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.
 Leerdoelen § 3: je onderscheiden van je concurrent 
  1. Je kunt kenmerken noemen van een oligopolie en uitleggen hoe bedrijven op deze markt concurreren.
  2. Je kunt de prijsafzetlijn van verschillende marktvormen uitleggen.
  3. Je kunt uitleggen wat een kartel is en wat voor wetgeving hiervoor bestaat.

Slide 3 - Slide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.   
1.3       Je onderscheiden van je concurrent
Prijsconcurrentie: 
Producenten concurreren met elkaar op basis van prijs.

Niet prijsconcurrentie:
Producenten concurreren met elkaar op basis van andere producteigenschappen dan prijs, bv kwaliteit en service.

Slide 4 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

1.3       Je onderscheiden van je concurrent
Prijsstarheid: 
Producenten veranderen de verkoopprijzen van producten niet bij wijzigingen in de productiekosten.

Slide 5 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

1.3       Je onderscheiden van je concurrent
Productdifferentiatie: 
Producenten onderscheiden zich van elkaar op product, service en marketinginspanningen.

Slide 6 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

1.3       Je onderscheiden van je concurrent
In een oligopolie is vaak sprake van hevige concurrentie 
(prijs of niet-prijs).

Om deze concurrentie te verminderen maken producenten
soms verboden kartelafspraken, over:
  • Prijs
  • Productieomvang
  • Verdeling van de markt

Kartels zijn verboden en de toezichthouder hierop is de Autoriteit Consument en Markt (ACM). Deze organisatie kan boetes uitdelen en vergunningen intrekken bij overtredingen.




Kartel: 
Producenten maken verboden afspraken met concurrenten om de concurrentie te verminderen.

ACM: 
onafhankelijke toezichthouder die zorgt voor goed werkende markten voor mensen en bedrijven.

Slide 7 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

           Aan de slag
Maak opgave 2 en 3 op pagina 40 en 41.

Slide 8 - Slide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen
Eindslide.

Ruimte voor een afsluitend woord.Ruimte voor een afsluitend woord.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions