Goederen- en dienstenstroom

• Economie
• Middelbare school
• vmbo lwoo
• Leerjaar 3

THEMA 2

goederen- en dienstenmarkt

Weekend

• op café
• op restaurant
• naar de cinema
• naar het zwembad
• ... 

behoeften

Economische behoefte

Niet-economische behoefte

= kun je bevredigen door goederen of diensten te kopen.

= kun je niet bevredigen door iets te kopen.

vriendschap

1. economische behoefte
2. niet economische behoefte

vakantie aan zee op hotel

1. economische behoefte
2. niet-economische behoefte

soorten behoeften

1. levensnoodzakelijke behoeften
2. niet-levensnoodzakelijke behoeften
3. luxebehoeften

eten

1. levensnoodzakelijke behoeften
2. niet-noodzakelijke behoeften
3. luxebehoeften

liefde

1. levensnoodzakelijke behoeften
2. niet-noodzakelijke behoeften
3. luxebehoeften

uitgaan

1. levensnoodzakelijke behoeften
2. niet-noodzakelijke behoeften
3. luxebehoeften

op vakantie in NY

1. levensnoodzakelijke behoeften
2. niet-noodzakelijke behoeften
3. luxebehoeften

primaire behoeften

secundaire behoeften

Tertiaire behoeften

luxebehoeften

levensnoodzakelijke behoeften

niet-noodzakelijke behoeften

Wat zijn goederen?
+ voorbeeld

Wat zijn diensten?
+ voorbeeld

Producten

= goederen en diensten

goederen

gebruiksgoederen versus verbruiksgoederen

Is een zak chips een gebruiksgoed?

Ja

Nee

Is voetbalschoenen een gebruiksgoed?

Ja

Nee

brood

1. individuele goederen
2. collectieve goederen

sporthal

1. individuele goederen
2. collectieve goederen

individuele goederen

= Het product dat jij koopt, kan niemand anders kopen.

collectieve goederen

of publieke goederen

= Dit zijn producten die zowel door jou als door anderen gebruikt kunnen worden.

Weekend

• op café
• op restaurant
• naar de cinema
• naar het zwembad
• ... 

Kan je altijd al je behoeften bevredigen ?

JA/NEE

schaarste 

= je kan niet aan al je behoeften voldoen

Wat is het verschil tussen welvaart en welzijn?

Vraagcurve

Wat zijn factoren die de vraag beïnvloeden?

inkomen van de consument daalt, wat zal er gebeuren met de vraag?

1. toenemen
2. afnemen

De prijs van een complementair goed neemt af, wat zal er gebeuren met de vraag?

1. toenemen
2. afnemen