Fictie 1.1

Fictie 1.1

- tijdsperspectief
- argumenten
-soorten lezers
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Fictie 1.1

- tijdsperspectief
- argumenten
-soorten lezers

Slide 1 - Slide

Wat is juist?
timer
0:10
A
Fictie is een verzonnen verhaal
B
Het weerbericht is fictie
C
Fictie is iets dat waargebeurd is

Slide 2 - Quiz

wat is een argument
A
een argument is bewijsbaar
B
een argument is een reden waarom jij iets vind

Slide 3 - Quiz

1) Wat hoort NIET bij fictie?
A
verzonnen verhaal
B
lezen voor je plezier
C
niet verzonnen
D
realistisch en niet realistisch fictie

Slide 4 - Quiz

Is 'Spijt' realistische fictie of onrealistische fictie?
A
Realistisch
B
Onrealistisch

Slide 5 - Quiz

Doelen 
- Je kunt een verhaal beoordelen met realistische, emotieve en morele argumenten
- Je kunt jezelf als lezer typeren
- Je kunt een verhaal schrijven
- Je kent de termen: tijdsperspectief


Slide 6 - Slide

Tijdsperspectief
- Met de gebeurtenissen mee

- Het verhaal wordt achteraf verteld 

Slide 7 - Slide

Mening over een boek
- realistische argumenten 
-emotieve argumenten
- morele argumenten

Slide 8 - Slide

Wat voor soort lezer ben jij?
Wat vind jij belangrijk in een boek? 
Welke argumenten vind jij het meest belangrijk en welke het minst belangrijk. 


Slide 9 - Slide

Opdrachten
Maken: opgaven: 2, 3, 6, 7, 8, 9 

Praktische opdracht: 
Schrijf een kort verhaal (bekijk de opdracht in LessonUp)
Inleveren week 44

Slide 10 - Slide