BK en TH 4.2 Botten en de bouw van botten

Botten en de bouw van botten
1 / 12
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo, mavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Botten en de bouw van botten

Slide 1 - Slide

Vorige les

Slide 2 - Slide

Wat hoort er bij het menselijk skelet?
A
Hart, longen en maag
B
Spieren, huid en haar
C
Schedel, ribben en wervelkolom
D
Ogen, oren en neus

Slide 3 - Quiz

Welk bot is het langste bot in je lichaam?
A
Wervel
B
Bovenarm
C
Dijbeen
D
Rib

Slide 4 - Quiz

Welke botten beschermen je longen?
A
Je wervelkolom
B
Je ribben
C
Je armen
D
Je bekken

Slide 5 - Quiz

Wat doet je skelet nog meer, behalve stevigheid geven en beschermen?
A
Het helpt je denken
B
Het helpt je bewegen
C
Het helpt je eten
D
Het helpt je ademen

Slide 6 - Quiz

Leerdoelen
  • Je kunt de bouw van botweefsel en kraakbeenweefsel beschrijven.
  • Je kunt beschrijven hoe de samenstelling van botten verandert tijdens het leven. 

Slide 7 - Slide

Botten en kraakbeen
Botten bestaan uit kalk en lijmstof (collageen).

Kalk is hard en geeft stevigheid aan het botweefsel.
Lijmstof zorgt ervoor dat botweefsel een beetje buigzaam blijft.

Slide 8 - Slide

 2 typen weefsel in skelet:

Kraakbeenweefsel:
hierin liggen de cellen in groepjes bij elkaar in elastische tussencelstof.



Botweefsel:
Hierin liggen cellen in kringen rondom kleine kanaaltjes. Door die kanaaltjes lopen bloedvaten.

Slide 9 - Slide

Verandering in botweefsel
Bij baby's bestaat het skelet vooral uit kraakbeenweefsel. 
Bij kinderen bevatten de botten nog veel lijmstof.
Hoe ouder je wordt hoe meer de lijmstof in botten vermindert en de hoeveelheid kalk toeneemt.

Slide 10 - Slide

Fontanellen
Bij baby's zitten de schedelbeenderen nog niet aan elkaar vast; er zit ruimt tussen de botten van de schedel. Deze ruimten noem je fontanellen.
Na ongeveer 1,5 jaar zijn deze botten aan elkaar gegroeid.

Slide 11 - Slide

Aan de slag
Jullie gaan lezen en maken
paragraaf 4.2 .

Slide 12 - Slide