Paragraaf 2 en 3 eenparig, versnel en vertraagd van H10 beweging

paragraaf 2 en 3 
eenparig
versneld
vertraagd
1 / 28
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 28 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

paragraaf 2 en 3 
eenparig
versneld
vertraagd

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

formules (eenparig) versnelde beweging
vgem=Stotaal:ttotaalvgem=(SeSb):(tetb)
a=Δv:Δta=(vevb):(tetb)
ve=vb+a.t
Se=vb.t+0,5.a.t2
F=m.a
Se=0,5.a.t2
ve=a.t
(Zonder beginsnelheid)
(Met beginsnelheid)

(Zonder beginsnelheid)
(Met vb)

Slide 11 - Slide

valbeweging is eenparig versneld
als een voorwerp valt, dan is de valversnelling 10m/s^2

vallen —> a = 10 m/s^2

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

formules (eenparig) vertraagde beweging
|

vgem=Stotaal:ttotaalvgem=(SbSe):(tetb)
a=Δv:Δta=(vevb):(tetb)
ve=vba.t
F=m.a
Se=vb.t0,5.a.t2

Slide 14 - Slide

valbeweging
Een bal wordt vanuit stilstand losgelaten vanaf 4,5m hoogte.

A.) Hoe groot is de versnelling van de bal?
B.) hoe lang doet de bal er over om de grond te raken?
C.) wat is de eindsnelheid van de bal?

Slide 15 - Slide

A.) vallen, dus versnellen a = gelijk aan g = 10m/s^2
S = 4,5m
a = 10m/s^2 

B.) S = 1/2 x a x t^2
4,5 = 1/2 x 10 x t^2

(4,5 = 5 x t^2)
(t^2 = 4,5 / 5 = 0,9)

t = wortel 0,9 = 0,948…s

Slide 16 - Slide

C.) Ve = ? m/s
tb = 0s
te = 0,95s
Vb = 0 m/s
a = 10 m/s^2

a = (Ve - Vb) : (te - tb)
10 = (ve - 0) : (0,95 - 0)

10 = Ve : 0,95
Ve = 9,5 m/s (34km/h)


Slide 17 - Slide

botsing
Tineke heeft haar chihuahua (massa 2,7kg) vast. Haar man Sjaak zit achter het stuur. Sjaak klapt met volle snelheid boven op zijn voorganger. de auto heeft een kreukelzone van 30cm en staat direct stil na deze afstand. De auto staat binnen 0,08s stil.
A.) Hoe groot is de vertraging van de auto?
B.) Hoe groot is de kracht die de chihauhau op Tinneke haar armen uitoefent?
C.) wat was de begin snelheid van de auto?

Slide 18 - Slide

S = 30 cm = 0,3m
t = 0,08s

A.) a = ? m/s^2

S = 1/2 x a x t^2
0,3 = 0,5 x a x 0,08^2

(0,3 = a x 0,0064)
a = 0,3 / 0,0064 = 46,875…. = 46,9m/s^2
Vertraging dus -46,9m/s^2

Slide 19 - Slide

B.) F = ? N
m = 2,7kg
a = 46,9  m/s^2

F = m x a
F = 2,7 x 46,9

F = 126,6N

Slide 20 - Slide

C.) Ve = 0 m/s
tb = 0s
te = 0,08s
Vb = ? m/s
a = 46,9 m/s^2

a = (Ve - Vb) : (te - tb)
-46,9 = (0 - Vb) : (0,08 - 0)
-46,9 = -Vb : 0,08
46,9 = Vb : 0,08
Ve = 3,75 m/s (13,5km/h)


Slide 21 - Slide

afremmen
Pim rijdt 130 km/h wanneer hij zich plots bedenkt dat je tegenwoordig nog slechts 100 km/h op de snelwegen mag rijden. Hij besluit zijn gaspedaal 4 seconden los te laten. De auto vertraagd met 1,8 m/s^2.

Heeft Pim zijn gaspedaal lang genoeg los gelaten om onder de 100km/h te komen? toon dit aan door de eindsnelheid van pim uit te rekenen.

Slide 22 - Slide

Vb = 130 km/h = 36,1 m/s
(Gewenste Ve = 100 km/h = 27,8 m/s)
a = -1,8 m/s^2
t = 4s

a = (ve - Vb) : (te - tb)
-1,8 = (Ve - 36,1) : 4

Ve - 36,1 = (-1,8 / 4 ) = -0,45
Ve = 35,65m/s 
Dus nee hij rijdt nog te hard!

Slide 23 - Slide

Optrekken
Sam rijdt met zijn scooter weg vanuit stilstand. Hij rijdt op een weg waar de maximale snelheid 30km/h is, daar houd hij zich aan.  Hij besluit zijn de scooter versneld met 0,65m/s^2. 

A.) na hoeveel seconden heeft Sam zijn eindsnelheid bereikt?
B.) Welke afstand heeft Sam afgelegd voordat hij deze eindsnelheid had bereikt?
C.) stel de massa van Sam en zijn scooter samen zijn 280kg. Hoe groot was dan de resulterende kracht op Sam en de scooter?

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

A

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

B

Slide 28 - Slide