H15.3 Eenparig versneld

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vmbo t, mavo
• Leerjaar 4

VERSNELD & VERTRAAGD

Eerst weer even herhalen...

Welk soort beweging zie je?

Zet de juiste soort naast het plaatje.

eenparig

versneld

vertraagd

Een voetganger loopt 2 m/s.
Hoe hard loopt hij in kilometer per uur?

1. 0,56 km/h
2. 2 km/h
3. 7,2 km/h
4. 10 km/h

vul in:

grootheid	symbool	eenheid	symbool
snelheid
	s
		seconde
	a

meter per seconde

versnelling

m/s²

m/s

afstand

tijd

v

t

meter

meter per seconde per seconde

s

m

15.3 Eenparig versneld

Lesdoelen:

1. De afgelegde afstand van een eenparig versnelde beweging (met of zonder beginsnelheid) berekenen.

2. De snelheid na een bepaalde tijd berekenen v.e. eenparig versnelde beweging.

Voorkennis

Kun jij een voorbeeld noemen wanneer jouw snelheid gelijkmatig toenam ?

Afgelegde afstand

Deze bereken je met:
s  = vgem x t

vgem = (vb+ve)/ 2

De snelheid neemt elke seconde met 2 m/s toe. De versnelling is dus 2 m/s2.

Valbeweging

Op aarde valt een voorwerp met een versnelling van 9,8 m/s2.
Deze moet je afronden naar 10 m/s2 bij examens.

Voor de valversnelling wordt de letter g i.p.v. de a gebruikt.

Voorbeeld valversnelling

Een steen valt uit je hand in een ravijn.
Bereken de snelheid na 1s, 2s, en 3s in m/s en km/h

Voorbeeld valbeweging

Geg: g = 10 m/s2      t = 1 s

Gevr: ve

Opl:  Ve = vb + g x t

ve = 0 = 10 x1 = 10 m/s

ve = 10 x 3,6 = 36 km/h

Belang lesdoel

Versnelling worden vaker vermeld bij sportauto's.....

De versnelling moet je vaak bij examens uitrekenen, net als de afgelegde afstand.

Controle lesdoel

1. Teken het v,t en s,t diagram van een eenparig versnelde beweging.

2.a. Noteer de formule voor de versnelling

2.b. Schrijf deze formule om zodat je de formule voor de eindsnelheid krijgt.

Controle lesdoel

1. Teken het v,t en s,t diagram van een eenparig versnelde beweging.

Controle lesdoel

2.a. Noteer de formule voor de versnelling

a=​t​​(v​e​​−v​b​​)​​

Controle lesdoel

2.b. Schrijf deze formule om zodat je de formule voor de eindsnelheid krijgt.

v​e​​​​​=v​b​​+a⋅t

Een auto staat voor een rood verkeerslicht. Meteen nadat het verkeerslicht op groen is gesprongen rijdt hij weg. Hij beweegt zeker 3 seconden lang eenparig versneld met een versnelling van 3,2 m/s2

a. Bereken de snelheid na 3 seconden.  

b. Bereken de gemiddelde snelheid in die 3 seconden  

c. Bereken de afgelegde afstand na 3 seconden. 

Een auto staat voor een rood verkeerslicht. Meteen nadat het verkeerslicht op groen is gesprongen rijdt hij weg. Hij beweegt zeker 3 seconden lang eenparig versneld met een versnelling van 3,2 m/s2

a. Bereken de snelheid na 3 seconden.  

v eind = v begin + a .t

v eind = 0 + 3,2 . 3

v eind = 9,6 m/s 

Een auto staat voor een rood verkeerslicht. Meteen nadat het verkeerslicht op groen is gesprongen rijdt hij weg. Hij beweegt zeker 3 seconden lang eenparig versneld met een versnelling van 3,2 m/s2

b. Bereken de gemiddelde snelheid in die 3 seconden  

v gem = (v begin + v eind) / 2

v gem = (0 + 9,6) / 2

v gem = 4,8 m/s

Een auto staat voor een rood verkeerslicht. Meteen nadat het verkeerslicht op groen is gesprongen rijdt hij weg. Hij beweegt zeker 3 seconden lang eenparig versneld met een versnelling van 3,2 m/s2

c. Bereken de afgelegde afstand na 3 seconden

s = v gem . t

s = 4,8 . 3

s = 14,4m

Een parachutist springt uit een vliegtuig. Na 2 seconden trekt hij zijn parachute open. Je mag de luchtweerstand gedurende de eerste twee seconden verwaarlozen. 

a. Bereken hoe groot de valsnelheid is na 1 seconde.

b. Bereken hoe groot de valsnelheid is na 2 seconden.

Een parachutist springt uit een vliegtuig. Na 2 seconden trekt hij zijn parachute open. Je mag de luchtweerstand gedurende de eerste twee seconden verwaarlozen. 

a. Bereken hoe groot de valsnelheid is na 1 seconde.

V e = v b + a.t 

 v e = 0 + 10 . 1 

 v e = 10 m/s

Een parachutist springt uit een vliegtuig. Na 2 seconden trekt hij zijn parachute open. Je mag de luchtweerstand gedurende de eerste twee seconden verwaarlozen. 

b. Bereken hoe groot de valsnelheid is na 2 seconden.

v e = v b + a . t 

 v e = 0 + 10 . 2 

 v e = 20 m/s

STOPAFSTAND BEPALEN ...

Reactietijd - tijd voordat je de rem intrapt

Reactie-afstand - afstand in de reactietijd afgelegd

Remweg - afstand dat je eenparig vertraagd

Stopafstand = reactie-afstand + remweg

Stopafstand

Een grotere snelheid zorgt voor een

toename in remweg en reactie-afstand.

Stopafstand = oppervlakte 

                         onder (v,t)-diagram