3.1 Klimaat TH HA

3.1 Klimaten wereldwijd 
1 / 19
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

3.1 Klimaten wereldwijd 

Slide 1 - Slide

Leerdoelen 
1. Je weet welke klimaten er op aarde voorkomen en wat hun kenmerken zijn; 
2. Je begrijpt welke invloed breedteligging heeft op de klimaten; 
3. Je kunt uitleggen waarom de begroeiing tussen de klimaten verschillend is. 

Slide 2 - Slide

Wat is het verschil tussen weer en klimaat?

Slide 3 - Mind map

Weer en klimaat 
Weer = de toestand van de atmosfeer op een bepaald moment en een bepaalde plaats. 
Klimaat = het gemiddelde weer, gemeten over een langere periode (30 jaar). 

Slide 4 - Slide

Vaardigheden: Klimaatgrafieken 
Neerslag (in mm)
Temperatuur (in ºC) 
Tijd (in maanden)

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Klimaten op aarde
Klimaten op aarde 

Slide 7 - Slide

Welke klimaten ken je al?

Slide 8 - Open question

Tropisch regenwoudklimaat (lage breedte)
  • Nooit kouder dan 18 graden Celsius
  • Erg vochtig => veel neerslag
  • Zeer dicht begroeid, veel verschillende soorten planten/bomen
  • Vb. Amazone, Indonesië, Midden Afrika

Slide 9 - Slide

Savanneklimaat 
(lage breedte)
  • Aan de rand van tropisch regenwoud
  • Temperatuur boven 18 graden 
  • Zomer: veel neerslag, droge tijd in winter
  • Vooral grassen en struiken met hier en daar een boom 

Slide 10 - Slide

Steppeklimaat 
(lage breedte)
  • Weinig neerslag (250-500 mm/jaar)
  • Temperatuur 
  • Geen bomen! Korte grassen met af en toe een lage struik
  • Aan de rand van de woestijn (bijv. Sahel)

Slide 11 - Slide

Woestijnklimaat 
(lage breedte)
Temperatuur: gem +18/jr, 
  • Weinig neerslag (0-250 mm/jaar)
  • weinig tot geen begroeiing (cactus/dorre struik)
  • Grote verschillen binnen één dag
  • Vb. Sahara, Atacama

Slide 12 - Slide

Gematigd zeeklimaat (gematigde breedte)
  • Veel invloed van de zee => zachte winters, koele zomers
  • Hele jaar door neerslag
  • Begroeiing: loofbos 
  • Vb. West-Europa

Slide 13 - Slide

Landklimaat 
(gematigde breedte)
  • Geen invloed van zee => warme zomers, strenge winters
  • Neerslag gelijkmatig verdeeld of 1 seizoen
  • Begroeiing: Taiga = naaldbos
  • Vb. grote delen van Rusland, Canada
 



Slide 14 - Slide

Toendraklimaat (hoge breedte)
  • Temperatuur altijd onder de 10 graden
  • Geen/weinig neerslag
  • Begroeiing: klein struikgewas, geen bomen
  • Permafrost = bevroren ondergrond
  • Vb. Canada, Rusland, Scandinavië

Slide 15 - Slide

Poolklimaat 
(hoge breedte)
  • Erg koud, vriest vrijwel altijd
  • Hele jaar door neerslag (sneeuw)
  • Geen begroeiing, plantengroei is onmogelijk!
  • Vb. Groenland, Antarctica

Slide 16 - Slide

Hooggebergteklimaat (hoge breedte)
  • Hetzelfde klimaat als op de polen, maar dan hoog in de bergen
  • Verschil: iets meer neerslag ivm hoogte
  • Bijv. Alpen, Himalaya

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Huiswerk

Maken opdracht 5
Blz. 69

Slide 19 - Slide