2324 5H herhaling redox en TW

  • DEZE LES





HAVO 5 - H10
REDOXREACTIES herhaling
1 / 15
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

  • DEZE LES





HAVO 5 - H10
REDOXREACTIES herhaling

Slide 1 - Slide

Zijn dit wel of geen redoxreacties, sleep naar het juiste blok.
Redoxreactie
GEEN Redoxreactie
2 Al + Br2 --> 2 AlBr3
HCN + OH- --> CN- + H2O
BaCl2 --> Ba2+ + 2 Cl-
2 H+ + Mg --> H2 + Mg2+
H+ + OH- --> H2O
Fe + 3 Ag+ --> Fe3+ + 3 Ag

Slide 2 - Drag question

Is het een oxidator, reductor of beide, sleep naar het juiste blok.
Oxidator
Oxidator & Reductor
Reductor
Ba
Al3+
Se
S2-
H+
Fe2+
Cu+
Zn

Slide 3 - Drag question

Waar staan de reductoren in Binas Tabel 48 en hoe verandert de sterkte?
A
de reductoren staan links, de sterkste bovenaan
B
de reductoren staan rechts, de sterkste bovenaan
C
de reductoren staan links, de sterkste onderaan
D
de reductoren staan rechts, de sterkste onderaan

Slide 4 - Quiz

Maak de volgende onvolledige halfreacties af: maak ze kloppend en plaats de elektronen aan de juiste kant
  1. ... N2 + .... H+ → .... NH3 

  2. ... NH4+   + ... H2O → ... NO2-  + ...H+ 

Slide 5 - Slide

halfreactie kloppend maken
1.              N2 + ... H+ --> 2 NH3
                 N2 + 6 H+ --> 2 NH3  
                 N2 + 6 H++ 6 e--> 2 NH3 
2.             NH4+ + 2 H2O →  NO2- + 8 H+ + 6 e-

Slide 6 - Slide

Halfcel van reductor
Halfcel van oxidator
- pool
+ pool
e- stroomt hierheen
e- stroomt hier weg
+ ionen stromen hierheen
- ionen stromen hierheen
Cu elektrode in Daniell cel
Zn elektrode in Daniell cel
elektrode neemt e- op
elektrode geeft e- af

Slide 7 - Drag question

een zuur is een deeltje dat ...
A
H+ opneemt
B
H3O+ wordt
C
H+ afstaat
D
OH- opneemt

Slide 8 - Quiz


Als een zuur reageert met water (H2O), dan ontstaan... (geef het beste antwoord)
A
onder andere H3O+
B
H3O+ en een zuurrest-ion
C
onder andere OH-
D
OH- en een zuurrest-ion

Slide 9 - Quiz

Je hebt een oplossing met een pH van 4,4. Je verdunt de oplossing 10 keer. De pH wordt hierdoor...
A
lager
B
hoger
C
zuurder
D
zwakker

Slide 10 - Quiz

verdunnen van een zure oplossing
Als je een zure oplossing verdunt, 
wordt de oplossing MINDER zuur. 
De pH zal hierdoor neutraler worden, dus meer richting de 7. 
De pH wordt dus hoger.

Slide 11 - Slide

een oplossing met een [H3O+] van 0,024 M heeft een pH van...
A
1,62
B
-1,62
C
1,6
D
-1,6

Slide 12 - Quiz

een oplossing met een pH van 4,56 heeft een [H3O+] concentratie van ...
hint
weet je de pH? Dan kun je met "H3O+ = 10^-pH" de H3O+ concentratie in mol/L uitrekenen.
A
2.75104
B
3,63104
C
2,75105
D
3,63103

Slide 13 - Quiz

de pOH van een oplossing is 9,2. Deze oplossing is zuur, omdat...
A
fout, hij is basisch!
B
de pH = 14-9,2 = 4,8 en dat is zuur
C
de pH = 14/9,2 = 1,5 en dat is zuur
D
De pOH zegt niets over de pH

Slide 14 - Quiz

Wil je nog iets kwijt?

Slide 15 - Open question