This lesson contains 14 slides, with text slides and 1 video.
- Vaak chronologisch (continuiteitsmontage!).
- Soms meerdere verhaallijnen.
- Soms flashbacks (beelden uit het verleden)
/ flashforwards (beelden uit de toekomst) (discontinuiteitsmontage!).
Waarom hebben films vaak een goede afloop?
Wie doet Wat, Waar, Wanneer en Waarom?
Vaak in eerste kwartier van de film: aandacht van kijker krijgen.
Soms juist verspreid over de film, als puzzelstukjes.
Waarom?
De personages maken het verhaal. Als ze goed acteren, wordt je volledig meegenomen.
Method acting: zo erg in je personage kruipen dat je voelt alsof je het personage bent.
We use cookies to improve your user experience and offer you personalized content. By using Lessonup you agree to our cookie policy.