3.3 Verkiezingen

1 / 44
next
Slide 1: Slide
BurgerschapMBOStudiejaar 2

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes, text slides and 11 videos.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Zijn verkiezingen belangrijk? Waarom wel of niet?

Slide 2 - Open question

Slide 3 - Video

Herken jij je hierin?

Slide 4 - Open question

Slide 5 - Slide

De meeste verkiezingen zijn om de vier jaar. Behalve...
A
Gemeenteraad
B
Tweede Kamer
C
Europees Parlement
D
Eerste Kamer

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Slide

Wat is waar over anonieme verkiezingen?
A
Stemmen is een privé aangelegenheid
B
Iedereen moet zijn stem delen.
C
Stemmen zijn openbaar en zichtbaar.
D
Stemmen kunnen worden gewijzigd.

Slide 8 - Quiz

Wat is een kenmerk van vrije verkiezingen?
A
Stemmen onder druk van de overheid.
B
Vrije en eerlijke stemprocedures.
C
Geen stemrecht voor vrouwen.
D
Verplichte stemmen op één partij.

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Video

Wat vind jij van wat Trump over fraude zegt?

Slide 11 - Mind map

Wat is geen kenmerk van een dictatuur?
A
censuur van de pers
B
geen gelijke rechten
C
fraude bij verkiezingen
D
eerlijke verkiezingen

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Slide

Wat betekent opkomstplicht bij de verkiezingen?
A
Het recht om te stemmen voor elke burger
B
De plicht voor alle politieke partijen om op te dagen bij de debatten
C
De plicht voor burgers om op te dagen in het stemhokje
D
De plicht van politiekers om burgers te begroeten aan het stemhokje

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Video

Wie kan stemmen bij de Europese verkiezingen?
A
Minderjarigen met toestemming
B
EU-burgers ouder dan 18 jaar
C
Enkel politieke leiders
D
Alle inwoners van Europa

Slide 16 - Quiz

Hoe vaak worden de verkiezingen voor het Europees Parlement gehouden?
A
Om de vier jaar
B
Om de vijf jaar
C
Iedere twee jaar
D
Elk jaar

Slide 17 - Quiz

Wat is het doel van de verkiezingen voor het Europees Parlement?
A
De EU vertegenwoordigen in de wereld
B
Nationale verkiezingen organiseren
C
Wetgeving maken voor de EU
D
Lokale wetten goedkeuren

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Op welke leeftijd mag je gaan stemmen?
A
16
B
17
C
18
D
19

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Video

Wat moet je tonen bij het stemmen?
A
Ziekenhuiskaart
B
Stempas
C
Identiteitsbewijs
D
Rijbewijs

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Video

Wat zijn standpunten?
A
Een soort muziekstijl
B
Een type voedsel
C
Meningen over verschillende onderwerpen
D
Een geografische locatie

Slide 25 - Quiz

Hoe vragen partijen aandacht?
A
Door te werken
B
Door te verhuizen
C
Via campagne en media
D
Door te zwijgen

Slide 26 - Quiz

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Video

Welke verkiezingen wordt niet door het volk gedaan?
A
Gemeenteraad
B
Europees Parlement
C
Provincie
D
Eerste Kamer

Slide 29 - Quiz

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Video

Wat is de waarde van een lijsttrekker?

Slide 32 - Mind map

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Video

Wat is de eerste stap in de formatie?
A
Stemmen in de Tweede Kamer
B
Kabinet samenstellen
C
Coalitieakkoord schrijven
D
Verkenner aanstellen

Slide 35 - Quiz

Hoeveel partijen zijn er meestal in een kabinet?
A
Nooit meer dan vijf
B
Twee of meer
C
Altijd één
D
Altijd drie

Slide 36 - Quiz

Wat is een coalitieakkoord?
A
Een verkiezingsprogramma
B
Een financiële begroting
C
Samenwerkingsafspraken tussen partijen
D
Een wetenschappelijk rapport

Slide 37 - Quiz

Wie leidt de formatie van het kabinet?
A
De president
B
De oppositie
C
De informateur
D
De koning

Slide 38 - Quiz

Welke partij zit momenteel niet in de coalitie
A
NSC
B
VVD
C
PvdA
D
BBB

Slide 39 - Quiz

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Video

Slide 42 - Slide

Wie is het belangrijkste in een democratie?
A
lijsttrekker
B
burger
C
minister-president
D
MBO student 18+

Slide 43 - Quiz

Slide 44 - Video