Oefentoets periode 5 - Q&A

Oefentoets periode 5 - Q&A
1 / 15
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Oefentoets periode 5 - Q&A

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

wat betekent een participatie samenleving?
A
Een samenleving waarbij meer verwacht wordt van de eigen kracht van de burger.
B
Een samenleving waarbij iedereen verplicht is om te werken

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een belangrijke factor voor participatie van cliënten in de maatschappij?
A
Het veroorzaken van isolatie.
B
Het beperken van keuzes.
C
Het aanmoedigen van afhankelijkheid.
D
Het bevorderen van zelfredzaamheid en eigenwaarde.

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Waarom is zelfregie zo belangrijk?

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

Sleep de juiste soort bij het juiste systeem

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Gezins-
systemen
Sociale systemen
Vrienden
Eenouder
familie
traditioneel
Werk
Samengesteld
School

Slide 6 - Drag question

This item has no instructions

Wat zeggen gezinskenmerken over het gezin?
A
Hoe gelukkig de gezinsleden met elkaar zijn
B
Hoe de gezinsleden er fysiek uitzien
C
Dat er veel overlap is binnen gezinsleden
D
Hoe een gezin met elkaar omgaat

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Welke 5 methodieken in de wijk zijn er?

Slide 8 - Open question

Eigen kracht-conferentie = een traject waarin een bijeenkomst, waarbij je samen met familie en bekenden een plan maakt, voor de toekomst centraal staat. Zorgvrager is hierbij de kartrekker
Sociale netwerkstrategie = sociaal werker (wijkteam) onderzoekt welke problemen er zijn en verzamelt groepen buurtbewoners om gezamenlijk tot oplossingen te komen
Sociale activering = De wijkbewoner gaat, samen met de sociaal werker, op zoek naar een manier om zichzelf te activeren, met hulp van mogelijkheden in de buurt
Zelforganisatie = de deelnemers binnen een zelforganisatie gebruiken hun eigen creativiteit om activiteiten op te zetten waarmee ze hun doelen willen behalen
ABCD-methode brengt sociale relaties tot stand en stimuleert bewoners, organisaties en instellingen hun capaciteiten in te zetten ten behoeve van de lokale gemeenschap.

Wat is een doel van eigen kracht conferentie?


A
Stimuleren actief gaan bewegen
B
Stimuleren van het nemen van eigen zeggenschap
C
Vergroten van dingen samen doen met anderen
D
Stimuleren van alleen dingen gaan doen

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Welke eerste stap zet je bij de ABCD-methode?
A
In kaart brengen van capaciteiten
B
Bouwen aan relaties
C
Bewoners samenbrengen om een visie/plan op te stellen
D
Op zoek naar steun van buiten af voor lokale ontwikkelingen

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Wat verstaan we onder een homogene groep?
A
Een groep gevormd door een organisatie
B
Een groep uit de directe omgeving
C
Een groep met gelijke kenmerken
D
Een groep met verschillende kenmerken

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Groepskarakteristieken bepalen het karakter van de groep. Welke 5 groepskarakteristieken kennen we?

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

Vijffasenmodel Oomkes
Sleep de juiste beschrijving bij de juiste fase

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Fase 1
Fase 2
Fase 3
Fase 4
Fase 5
Verkennen
Strijd om de macht
Samenwerking
Strijd om intimiteit
Harmonie

Slide 14 - Drag question

This item has no instructions

Einde toets

Slide 15 - Slide

This item has no instructions