This lesson contains 61 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.
Lesson duration is: 90 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Herhaling vorige les
4.2: stadsrechten
Zelfstandig werken
Extra: Friese steden
Afsluiting
Slide 2 - Slide
Wat voor soort oorzaak is de verbetering van de landbouw voor het ontstaan van steden?
A
direct
B
indirect
Slide 3 - Quiz
Wat is het gevolg van de voedseltoename in de late middeleeuwen?
A
Mensen werden dikker
B
bevolkingsgroei
C
Mensen gingen meer verschillend voedsel eten
D
Mensen gingen het overschot verkopen
Slide 4 - Quiz
Hoe zijn banken ontstaan?
Slide 5 - Open question
Het gilde controleert de kwaliteit en de prijs van de producten die de gildeleden maken.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 6 - Quiz
Als een gildelid ziek is, zorgen de andere leden voor hem en zijn gezin.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 7 - Quiz
Als je goed genoeg was, moest je de ........ afleggen. Dat was een soort examen. Als je slaagde, mocht je lid worden van het gilde.
Welk woord moet er op de vraagtekens staan?
A
gilde
B
meester
C
meesterproef
D
leerling
Slide 8 - Quiz
Herken jij het juiste gilde?
Sleep het juist beroep naar de juiste afbeelding
Schoenmakers-gilde
Slagers-gilde
Bakkers-gilde
Kleermakers-gilde
Slide 9 - Drag question
Slide 10 - Video
Hoe noemen we de handelsvereniging waarvan verschillende Europese steden lid waren?
A
Het gilde
B
De Hanze
C
De Handel
D
De Statenvereniging
Slide 11 - Quiz
Stadsrechten
Burgers
'stadslucht maakt vrij'
Je kunt twee voorbeelden van stadsrechten noemen.
Je kunt uitleggen hoe steden stadsrechten kregen
Je kunt uitleggen hoe mensen in een stad burger werden.
XL: Je kunt de uitspraak 'stadslucht maakt vrij' uitleggen.
Slide 12 - Slide
Video
Histoclips: Stad in de Middeleeuwen
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Video
Uitleg
4.2
deel 1 (stadsrechten)
Slide 15 - Slide
De Nederlanden
Nederland als één land bestond nog niet in de Middeleeuwen
Er waren veel kleine gebieden, die bij elkaar 'De Nederlanden' heetten.
Een gebied apart heette een gewest.
In die gebieden was een heer, edelman, (bijv. graaf of hertog) de baas
Hij maakte de wetten
De Nederlanden maakten deel uit van het Rooms-Duitse Rijk. De graven en hertogen in Nederland waren officieel leenmannen van de Duitse keizer, maar die had meestal niet meer veel macht over zijn leenmannen. In 1018 werden de legers van de Duitse keizer zelfs verslagen door te troepen van de graaf van Holland.
Slide 16 - Slide
Floris V
Graaf Floris V was een belangrijke man in het gewest(de provincie) Holland
Floris V gaf marktplaatsen de vrijheid (het privilege) om dingen zelf te gaan regelen
--> stadsrechten:
Stadsbestuur
met eigen stadswetten
Slide 17 - Slide
Blij met de stad!
Alle inwoners van een graafschap moesten gehoorzaam zijn aan de heer.
Ook de inwoners van steden, maar die wilden liever eigen baas zijn
De heer vond een machtige en rijke stad helemaal niet erg: al die rijkdom!
De inwoners van de stad en heer maken afspraken, vastgelegd in stadsrechten
De stad Dordrecht kreeg in 1220 stadsrechten van graaf Willem I van Holland. Daarmee is het één van de oudste steden van Nederland
Slide 18 - Slide
Stadsrechten
Door deze vrijheden kregen marktplaatsen/dorpen stadsrechten
Deze krijg van vorsten of hoge edelen (moesten ze wel voor betalen)
Met deze rechten werd een dorp een stad
Steden mochten vanaf dat moment:
Zelf zorgen voor hun rechtspraak
Een stadsmuurbouwen
Eigen belastingheffen (laten betalen) - Tol
Slide 19 - Slide
Stadsrechten
De inwoners van een stad waren vrije poorters (geen bezit van de heer)
Horigen bestonden er dus niet in de stad.
'Stadslucht maakt vrij'
Slide 20 - Slide
Inwoners stad
De stad was voor veel mensen een aantrekkelijke woonplaats.
Inwoners van een stad met bepaalde rechten waren burgers.
Mannen konden burger worden als zij: - een jaar en een dag in de stad woonden, - een beroep hadden en - een geldbedrag betaalden.
Slide 21 - Slide
Rijke steden...met dikke muren
Steden waren interessant om te veroveren: ze waren rijk en lagen gunstig
Als steden stadsrechten hadden gekregen, mochten ze stadsmuren bouwen
Stadsmuren maakten de verovering van een stad vrijwel onmogelijk: de inwoners waren veilig!
De Franse stad Carcasonne is één van de best bewaarde middeleeuwse steden met stadsmuren
Slide 22 - Slide
Wat: Lees het eerste kopje van 4.2 en maak de eerste 3 leerdoelen op WB opdrachten 1, 2ab en 3
Hoe: alleen (zachtjes overleggen)
Hulp: tekst leerwerkboek en mevrouw de Vries
Tijd: 20 min.
Uitkomst: bespreken en de volgende les controleren via LessonUp
Klaar?: Maak de vragenlijst burgerschap --> die kan je vinden in je schoolmail (outlook --> zoeken op burgerschap) daarna zoek je uit hoeveel Friese steden er zijn, welke dat zijn en wanneer zij stadsrechten kregen
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Extra
Video Floris V
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Video
Plattegrond
Middeleeuwse stad
Slide 27 - Slide
Waterpoort. Deze poort wordt vooral gebruikt door mensen die via het water de stad willen bereiken. Deze poort is minder verdedigt en wordt in tijdens van nood gebarricadeerd met houten balken.
Noorderpoort
De stadspoort aan het noorden van de stad. Belangrijkste poort, die afgesloten kan worden in tijden van aanval.
Zuiderpoort. De poort aan de zuidzijde van de stad. Is vooral toegankelijk voor voetgangers, minder voor karren. De poort kan afgesloten worden tijdens een aanval.
Kathedraal
Deze grote kerk is de grootste kerk in de omgeving. De bisschop van het gebied zeteld hier dan ook. De stedelingen hebben lang, bijna 300 jaar gebouwd aan hun kerk. De kerk is het middelpunt van het sociale leven in de stad. Iedereen, arm en rijk, komt hier bijeen voor de diensten.
Marktplein
Het centrale plein als het gaat om handel en middel van bestaan. Hier verdienen de meeste stedelingen hun brood... en kopen het. Op het plein staan kraampjes van boeren en om het plein de werkplaatsen van de ambachtslieden.
Waterput
Het belangrijkste waterpunt in de stad. Hieruit kun je water halen voor al gebruik.
Stadhuis
Hier zeteld het bestuur van de stad: de schout en schepenen. Maar de rechtbank en de cellen voor misdadigers vind je hier. Alles wat met betuur en rechtspraak te maken heeft onder een dak.
Gasthuis.
Een soort kruising tussen een armneopvang en een ziekenhuis. Betaald door de rijken, gerund door de geestelijkheid en voor de armen. Zij kunnen hier hulp krijgen: voeding, onderdak, gezondheidszorg.
Koopmanshuizen met grote binnentuin
De koopmanshuizen zijn veruit de grootste huizen in de stad. Vaak van duurder en doorzamer materiaal gemaakt (bv. steen). De koopmans-huizen fungeren vaak als pakhuis en (luxe) woonhuis.
Vleesmarkt
Kleinere markt, waar vleesproducten werden veerkocht. De werkplaatsen van de vleeshouwers staan om de markt heen.
Botermarkt
Kleine markt waar zuivelproducten werden verkocht.
Vismarkt
Kleine markt waar vis door vissers werd verkocht.
Taks.
Een tolhuis. Aan iedere vreemdeling die de stad binnenkwam werd een bijdrage gevraagd
Smidstraat.
Hier hebben de smeden zich verzameld. Zij hebben hier hun werkplaatsen, met meestal hun huizen daaraan vast.
Beestenmarkt
Kleine markt waarbij (meestal kleine) dieren werden verhandeld
Abdij / klooster
Binnen de stad ligt ook vaak een klooster. Hier leven monniken of nonnen hun eigen leven. Zij hebben wel vaak belangrijke publieke functies in de stad: leraar, verpoleegster, schrijver, etc.
Houtstraat
Aan deze straat wonen en werken ambastlieden die hout hun middel van bestaan hebben gemaakt.
Binnenboeren
Dit zijn boeren die ook poorters zijn: zij zijn boeren binnen de stadsmuren. Vaak kleine bedrijfjes met maar weinig dieren. Maar zeer belangrijk in tijd van beleg, om de stad te beschermen voor uithongering
Rivier.
Belangrijke bron van water: drinkwater, waswater, bluswater, urinoir, etc.
Schavot
Publiekelijke schandplaats voor misdadigers. Meestal is het een standaard met een plank op een verhoging. Tussen die plank wordt iemand een bepaalde periode neergezet. Het staat niet fijn, maar het is vooral een plek waar iedereen je kan zien als misdadiger.
Herberg
Een soort hotel/restaurant van de middeleeuwen. Het is een groot gebouw (meestal met stal), waar vreemdelingen kunnen overnachten, eten en rusten. Maar in de kamers kan natuurlijk meer...
Waag.
Hier worden goederen gewogen voor de verkoop. Omdat er maar een officieel punt van wegen is, is dat voor iedereen gelijk,
Wisselbeurs
Bankgebouw, waar je verzekeringen kunt afsluiten. Je kunt er de wisselbrief inruilen. Je kunt er geld in bewaring geven.
timer
3:00
Slide 28 - Slide
Carcassonne
Sleep de foto's naar de juiste plek in de stad.
Slide 29 - Drag question
Van wie kreeg een stad, stadsrechten?
A
Magistraat
B
Schout
C
Burgemeester
D
Heer
Slide 30 - Quiz
Stadsrechten: het recht van een stad op eigen winkels.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 31 - Quiz
Stadsrechten: het recht van een stad om een stadsmuur te bouwen
A
Waar
B
Niet waar
Slide 32 - Quiz
Hoe kon je burger worden van een stad?
Slide 33 - Open question
Slide 34 - Slide
Herhaling vorige les
4.2: stadsbestuur
Zelfstandig werken
Friese steden
Afsluiting
Slide 35 - Slide
Van wie kreeg een stad stadsrechten?
A
Magistraat
B
Schout
C
Burgemeester
D
Heer
Slide 36 - Quiz
Stadsrechten: het recht van een stad op eigen winkels.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 37 - Quiz
Hoe kon je burger worden van een stad?
Slide 38 - Open question
Stadsrechten
Burgers
Bestuur van een stad: schepenen, raadshuis, burgemeester, vroedschappen)
uitleggen hoe een stad werd bestuurd in de middeleeuwen (begrippen: schepenen, raadhuis, burgemeesters, vroedschappen).
uitleggen waardoor lage edelen steeds meer hun macht verloren over een stad.
XL: toen en nu stadsbestuur (WB opdr. 7).
Friese steden
Slide 39 - Slide
Uitleg
4.2 deel 2
Bestuur stad
Slide 40 - Slide
Slide 41 - Video
Het stadsbestuur
De macht in steden was meestal in handen van rijke en aanzienlijke families.
Uit deze families kwamen burgers de schepenen. - Zij spraken recht - Zij bestuurden de stad
Slide 42 - Slide
Het stadsbestuur
Het gebouw van het stadsbestuur heette het raadhuis.
In het gewest Holland waren vanaf de 15e eeuw burgemeesters de hoogste stadsbestuurders.
De vroedschap was een groep aanzienlijke burgers die het stadsbestuur adviseerde en controleerde.
Slide 43 - Slide
Wie is de baas?
De schout is de plaatsvervanger van de heer in de stad bij de rechtspraak
Samen met de schepenen bepaalde hij de straf.
Ze kregen advies van een raad.
De burgemeester (soms meer dan één) was de baas van de raad.
Schout, schepenen en burgemeester(s) heten ook wel: magistraten
Slide 44 - Slide
Wat: Lees 4.2 helemaal en maak de leerdoelen of de WB opdrachten af.
Hoe: alleen (zachtjes overleggen)
Hulp: tekst leerwerkboek en mevrouw de Vries
Tijd: 20 min.
Uitkomst: bespreken en de volgende les controleren via LessonUp
Klaar?: Kijk je eigen antwoorden na of maak de herhaling/test jezelf van 4.2 in je WB. Of maak de extra opdracht over straffen in de Middeleeuwen (Lessonup)
Slide 45 - Slide
Extra
Straffen in de middeleeuwen
+
uitspraken
Slide 46 - Slide
Straffen in de Middeleeuwen
Zeker: lijfstraffen en doodstraffen kwamen voor...
...maar de meeste straffen waren geldboetes!
Die leverden meer op en kostten minder geld: een beul moet je als stad namelijk ook gewoon betalen!
Slide 47 - Slide
Klik op de hotspots en sleep de straffen en de gezegden naar de juiste plek in de afbeelding.
Een gruwelijk goede opdracht!
Hand afhakken
Geselen
Ogen uitsteken
In het water gooien
Ophangen
Op de brandstapel
Onthoofden
"Iemand de ogen uitsteken."
"Hij voelt zich geradbraakt."
"Ik maak hem een kopje kleiner."
" Zij werd op de pijnbank gelegd."
"Ze legden hem het vuur aan de schenen."
"Dat doet hem de das om."
Slide 48 - Drag question
Hij is de baas van de schepenen
A
Schout
B
Burgemeester
C
Rechter
D
Jury
Slide 49 - Quiz
De schout is de plaatsvervanger van de ... in de stad
A
Burgemeester
B
Heer
C
Rechter
D
Politie
Slide 50 - Quiz
De schout, schepenen en burgemeester noem je ook wel ...
A
Magistraten
B
Heren
C
Rechters
D
Gemeenteraad
Slide 51 - Quiz
Geschiedenis Oefening/Herhaling
Maak de juiste combinaties; welke omschrijving hoort bij wel begrip.
Begrippen
Provincies
Privilege van een stad
Beslissen over een toepassing in de wet door rechters
(Lage Landen) Gewesten in Nederland, België en Luxemburg
Gewesten
Nederlanden
Stadsrechten
Rechtspraak
Slide 52 - Drag question
Bestudeer de foto en de vier stadsrechten. Met welk stadsrecht heeft deze foto te maken?
A
Stadsmuren bouwen.
B
Verharde wegen aanleggen.
C
Volgens eigen stadswetten rechtspreken.
D
Zelf de stad besturen.
Slide 53 - Quiz
Friese steden
Slide 54 - Slide
Hoeveel steden heeft Friesland?
A
10
B
5
C
15
D
11
Slide 55 - Quiz
Wat zijn de Friese steden?
Slide 56 - Open question
ELFSTEDENPROJECT
Slide 57 - Slide
Stadsrechten
Leeuwarden 1285 als Nijehove, 1435 als Leeuwarden
Dokkum 1298
Harlingen 1234
Franeker 1374
Bolsward 1455
Sneek 1456 (officieel: in 13e eeuw al een aantal stadsrechten)