Mens & Activiteit Hoofdstuk 3

Mens & Activiteit Hoofdstuk 3
1 / 53
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 53 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 55 min

Items in this lesson

Mens & Activiteit Hoofdstuk 3

Slide 1 - Slide

Kom binnen
Ga zitten op je plaats
Pak je boeken/spullen

timer
2:00
Wanneer de timer is afgelopen is iedereen stil

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Wat weet je nog van
de vorige les?

Slide 4 - Mind map

Op welke manieren kun je de groep kinderen op de foto omschrijven?

A
Heterogene groep+ Verticale groep
B
Homogene groep + Verticale groep
C
Heterogene groep + Horizontale groep
D
Homogene groep + Horizontale groep

Slide 5 - Quiz

Welke ontwikkelingsfasen
ken jij (7)?

Slide 6 - Mind map

Welke
ontwikkelingsgebieden
ken jij (2)?

Slide 7 - Mind map

Wat zijn interne factoren van een ontwikkelingsgebied?

Slide 8 - Open question

Wat zijn externe factoren van een ontwikkelingsgebied?

Slide 9 - Open question

Wat is motoriek?
A
hoe je praat
B
hoe je alles ervaart
C
hoe je beweegt
D
Hoe je een motor rijdt

Slide 10 - Quiz

Wat is een reflex?

Slide 11 - Open question

wat bedoelen we met de peuter puberteit

Slide 12 - Open question

• Meer over generatie Z
• Meer over sekse en gender
• Meer over de ontwikkeling van tieners en jongeren
• Meer over activiteiten die bij deze                                         leeftijdsgroep passen
• Meer over het omgaan met conflicten


Slide 13 - Slide

Mens & Activiteit
Hoofdstuk 3
Activiteiten voor 
tieners & jongeren

Slide 14 - Slide

HOOFDSTUK 3 Activiteiten voor tieners en jongeren 
 
Een leeftijdsgroep wordt ook wel een generatie genoemd. 
Een generatie is een periode van 15 jaar waarbinnen mensen geboren worden. 
De tieners en jongeren van nu behoren tot de generatie-Z. 
Zij zijn tussen 1995 en 2010 geboren. 
Deze generatie is opgegroeid in een tijd van internet, apps, sociale media en smartphones.
De ontwikkeling van seksualiteit, het zelfstandig worden en een 
eigen smaak of mening vormen belangrijk voor beide leeftijdsgroepen. 
 

Slide 15 - Slide

3.3 Generatie Z







Generatie-Z is opgegroeid in een onzekere wereld. Denk maar aan de terreuraanslagen, economische crisis waardoor veel mensen hun baan verloren, de coronacrisis en oorlogen. Daardoor voelen zij een druk om alles goed voor elkaar te hebben. Ze willen zekerheid. 
Generatie Z wordt ook wel ‘digital natives’ genoemd. Dit betekent dat dit jongeren zijn die van kinds af aan zijn opgegroeid met online technologie.

Slide 16 - Slide

Wanneer zijn de mensen uit generatie Z geboren?
A
1970-1985
B
1985-2000
C
2000-2015
D
2015-2025

Slide 17 - Quiz

3.4 Kenmerken van generatie Z:




Zekerheid:
De wereld is onzeker en generatie Z wil het liefste een goed en vaste baan Om geld te verdienen. Bijna 2/3 wil geld verdienen met Social Media

Technologie
Generatie Z is met de mobiele telefoon in de hand geboren. Zijn altijd verbonden en hebben toegang tot heel veel informatie. Hebben door internet vrienden over de hele wereld. Zien influencers als inspiratie.

Competitief  
Generatie Z wil de beste, ofwel competitief, zijn. In sport, gamen maar ook in het leven. Mooiste relatie, hoge opleiding, tot uiterlijk, mooi huis en baan met status. Willen presteren wat veel druk oplevert.

Diversiteit
Verschillen tussen mensen. Leeftijd, afkomst, seksuele geaardheid of geloof. Generatie Z kijkt niet naar verschillen, mensen zijn gewoon mensen. Ze beoordelen je niet om wat je bent, maar om wie je bent.



Slide 18 - Slide

Wat zijn influencers?

Slide 19 - Open question

Kijk naar de volgende video en 
beantwoord na het kijken een aantal vragen

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Waarom verteld Mats zijn verhaal?

Slide 22 - Open question

Wat vind je ervan dat Mats Make-up opdoet?

Slide 23 - Open question

3.5 Belangrijk voor generatie Z                                                             1/2:




Duurzaamheid
Zij zien het liefste mens, milieu en economie met elkaar in evenwicht. maken zich druk over het klimaat. kopen vaker dierproefvrije artikelen, tweede hands kleding of kleding die weer gemaakt is van andere kleding.

Activisme
Zij voeren vaker actie, gaan de straat op om te protesteren. Ze willen meer gehoord worden door de politiek, demonstreren voor een beter klimaat, er moeten meer betaalbare woningen komen en ze komen op voor mensen die anders zijn. 

Zelfexpressie
Je laat zien wie je bent, door bepaalde kleding, make-up te dragen of door bepaalde muziek te maken. 




Slide 24 - Slide

3.5 Belangrijk voor generatie Z                                                           2/2:




Meta Verse
De meta verse is een online wereld op internet. Je staat er middenin (bijvoorbeeld als Avatar). Er wordt gebruik gemaakt van 3D. Je kunt het bekijken op je computer, tablet, telefoon of via VR-bril. 
(Een avatar is een poppetje dat jezelf kunt ontwerpen. voor bijvoorbeeld gamen of chatten)

Muziek
Raves (muziekfeesten) zijn erg populair bij Gen Z. Daarnaast luistert GEN Z graag naar internationale muziek zoals Latin en K-Pop.

Culturen ontdekken
Gen Z is nieuwsgierig naar andere culturen. Zij willen de cultuur leren kennen door middel van eten. 68% leert nieuwe gerechten door op social media te kijken. Veel jongeren nemen een tussenjaar om te gaan reizen.

Dating
In deze periode ontwikkel je op seksueel gebied en ga je op zoek naar relaties. Generatie Z date vooral online. In je DM sliden is het nieuwe flirten. Swipen lijkt voorbij.

Slide 25 - Slide

3.6 Ontwikkelingsfasen



Ontwikkelingsfasen bij tieners en jongeren 
van 12 t/m 25 jaar

  • 12 - 18 jaar: Tiener

  • 18 - 25 jaar: Jongeren (jong volwassen)

Slide 26 - Slide

Wat weet jij over de lichamelijke en geestelijke
ontwikkeling van een tiener?
Noem van elk 3...

Slide 27 - Open question

3.7 Tieners 12-18 jaar                                                                        1/3:




Lichamelijke ontwikkeling
De tiener groeit heel snel, dit wordt ook wel een groeispurt genoemd. Ook ontwikkelen de geslachtorganen zich. Ze doen hun eerste ervaringen op met relaties.


Sekse of intersekse
De lichamelijke kenmerken die het lichaam van mensen vrouwelijk of mannelijk maken noemen we sekse.
  • Wie vrouwelijke kenmerken heeft, heeft als sekse vrouw.
  • Wie mannelijke kenmerken heeft, heeft als sekse man.
  • Mensen die zowel mannelijke als vrouwelijke kenmerken hebben, noemt men intersekse.


Stel je wordt geboren als man en je voelt je ook een man dan heet dat cisgender.
Mannen die zich een vrouw voelen dan ben je een transgender.
Als je je geen man voelt en ook geen vrouw dan heet dat non-binair.




Slide 28 - Slide

3.7 Tieners 12-18 jaar                                                                          2/3:




Geestelijke en sociale ontwikkeling
In de puberteit veranderen het gedrag en de interesses van tieners. 
Denk aan verliefdheid, uiterlijk, vrienden, muziek en influencers.


Tieners worden zelfstandiger en trekken zich niet meer zoveel aan van hun ouders. 

Ook willen ze nieuwe dingen ontdekken en uitproberen.
Hierdoor krijgen ze vaak conflicten met hun ouders.

In deze periode ontwikkel je je identiteit.




Slide 29 - Slide

3.7 Tieners 12-18 jaar                                                                           3/3:




Begeleiding en activiteitening
Tieners zijn vaak onzeker. Hier kun je op inspelen door:
  • complimenten te geven
  • goed naar een tiener te luisteren
  • duidelijke uitleg te geven.


Tieners houden van uitdagende activiteiten.

Ook wisselen ze vaak van interesse, daarom is het belangrijk hen te bevragen.

Een open vraag is een vraag waarbij de ander vrij wordt gelaten welk antwoord hij wil geven.


Een gesloten vraag is een vraag waar maar één antwoord op mogelijk is bijvoorbeeld ja/nee of een keuze a/b.

Slide 30 - Slide

3.8 Jongeren of jongvolwassenen                                                         1/2:




Lichamelijke ontwikkeling
Het lichaam is nu volgroeid. Wat zich nog wel ontwikkelt is de kracht van de spieren en de hersenen.



Geestelijke ontwikkeling
Jongeren maken zich los van hun ouders.
Ze hebben een eigen mening en maken eigen regels.
Het kan en moet altijd beter, sneller en meer zijn, daardoor voelen ze veel stress.


Social media heeft hier een grote invloed op.
 
Bekijk de video van het programma Kassa over hoe social media jongeren beïnvloeden.




Slide 31 - Slide

Video: Social media en jongeren


https://www.bnnvara.nl/kassa/videos/509999





De link kopiëren en 
openen met internet 
(15:19 min.) 

Slide 32 - Slide

3.8 Jongeren of jongvolwassenen                                                        2/2:




Jongeren kunnen ook helpen bij het bedenken en organiseren van activiteiten.








Sommige gemeentes geven geld voor activiteiten.
Bekijk: https://www.intonijmegen.com/zien-en-doen/activiteiten/voor-jongeren







Slide 33 - Slide

3.9 Communicatie                                                                                 1/8:




Communicatie is het overbrengen van een boodschap. 
Online communicatie is het overbrengen van een boodschap via internet denk aan e-mail, app.

  • Verbale communicatie
  • Non-verbale communicatie





Slide 34 - Slide

Wat is verbale communicatie?

Slide 35 - Open question

Wat is Non-verbale communicatie?

Slide 36 - Open question

3.9 Communicatie                                                                              2/8:
OMA: LAAT OMA THUIS staat voor Opvattingen, Meningen en Adviezen. 
Het idee is dat je deze drie dingen thuislaat wanneer je met iemand in 
gesprek gaat. Dit betekent dat je probeert te luisteren zonder direct 
je eigen opvattingen, meningen of adviezen te geven

OEN: WEES EEN OEN staat voor Open, Eerlijk en Nieuwsgierig
Open: Sta open voor wat de ander te zeggen heeft, zonder vooroordelen 
of aannames.
Eerlijk: Wees eerlijk in je communicatie, zeg wat je echt denkt en voelt.
Nieuwsgierig: Stel vragen en toon interesse in de ander om beter 
te begrijpen wat er speelt.



Methoden om goed te Luisteren

Slide 37 - Slide

3.9 Communicatie                                                                                 3/8:
NIVEA: SMEER NIVEA staat voor Niet Invullen Voor Een Ander. 
Niet: Vermijd het maken van aannames.
Invullen: Vul niet in wat de ander zou kunnen denken of voelen.
Voor: Richt je op wat de ander daadwerkelijk zegt.
Een Ander: Respecteer de eigen ervaringen en gevoelens van de ander.

ANNA: DENK AAN ANNA staat voor Alles Navragen Niets Aannemen
Altijd: Zorg ervoor dat je altijd navraagt als je iets niet zeker weet.
Navragen: Stel vragen om te verduidelijken wat de ander bedoelt.
Nooit: Vermijd aannames over wat de ander denkt of voelt.
Aannemen: Neem niets zomaar aan zonder het eerst te verifiëren.



Methoden om goed te Luisteren

Slide 38 - Slide

3.9 Communicatie                                                                                4/8:
DIK: DOE DIK staat voor Denk IKwaliteiten. 
Denk: Focus op positieve gedachten en benaderingen.
In: Richt je op het positieve in situaties en mensen.
Kwaliteiten: Herken en benoem de sterke punten en kwaliteiten van 
jezelf en anderen.


LSD: Gebruik LSD staat voor Luisteren Samenvatten Doorvragen
Luisteren: Actief luisteren naar wat de ander zegt, zonder 
onderbrekingen.
Samenvatten: Kort herhalen wat de ander heeft gezegd om te 
controleren of je het goed hebt begrepen.
Doorvragen: Vragen stellen om meer informatie te krijgen en dieper op 
het onderwerp in te gaan.




Methoden om goed te Luisteren

Slide 39 - Slide

3.9 Communicatie                                                                                  5/8:
Conflicten
  • Door miscommunicatie kunnen conflicten ontstaan.

Hoe ga jij om met conflicten?



Slide 40 - Slide

Hoe ga jij om met conflicten?

Slide 41 - Open question

Wat is miscommunicatie?

Slide 42 - Open question

3.9 Communicatie                                                                                6/8:
Stappen bij het bespreken van een conflict.

  1. Wat is het probleem?
  2. Zeg wat je dwars zit en stel vragen.
  3. Bedenk oplossingen.
  4. Bedenk een oplossing waar je beide tevreden mee bent.
  5. Controleer na een tijdje of het een goede oplossing was.




Slide 43 - Slide

3.9 Communicatie                                                                                   6/8:
Online communicatie
Dit is alle communicatie die via internet plaatsvindt.
Denk maar aan Facebook, TikTok, Twitter, Pinterest, Snapchat, WhatsApp en Instagram.

Waarom communiceren mensen zo graag via internet:
  • Je kunt communiceren wanneer je wilt.
  • Je kunt zelf bepalen of je je kenbaar maakt.
  • Je kunt makkelijk contact leggen.
  • Je kunt kiezen of je iets met een paar mensen wilt delen of juist met veel     mensen.
  • Je kunt later altijd terugvinden wat je gedeeld hebt.



Slide 44 - Slide

3.9 Communicatie                                                                                 6/8:
Social media kan verschillende gevaren met zich meebrengen. Hier zijn enkele belangrijke punten:


  • Verslaving: Tieners kunnen verslaafd raken aan social media, wat kan leiden tot minder tijd voor   schoolwerk en andere belangrijke activiteiten1.
  • Cyberpesten: Social media kan een platform zijn voor pesten, wat ernstige gevolgen kan hebben voor het   zelfvertrouwen en de mentale gezondheid van tieners2.
  • Privacyproblemen: Het delen van persoonlijke informatie kan leiden tot privacyrisico's, zoals   identiteitsdiefstal of ongewenste aandacht2.
  • Slaapproblemen: Overmatig gebruik van social media, vooral 's avonds, kan leiden tot slaapproblemen1.
  • Onrealistische verwachtingen: Tieners kunnen zich vergelijken met anderen op social media, wat kan     leiden tot onrealistische verwachtingen en een negatief zelfbeeld2.

Het is belangrijk om bewust te zijn van deze gevaren en tieners en jongeren te helpen om verantwoord met social media om te gaan.


Slide 45 - Slide

Wat vind jij van pesten en of cyberpesten?

Slide 46 - Open question

Wanneer is gedrag pesten?

Slide 47 - Open question

3.9 Communicatie                                                                                7/8:
Verschillende stappen ondernemen om met pesten en cyberpesten om te gaan:

Praat erover: Het is belangrijk om met iemand te praten die je vertrouwt, zoals een ouder, leraar of vriend. Dit kan helpen om steun te krijgen en het probleem aan te pakken.
Blokkeer en rapporteer: Bij cyberpesten kun je de pesters blokkeren en rapporteren op social media platforms. Dit kan helpen om verdere pesterijen te voorkomen.
Bewaar bewijsmateriaal: Bewaar berichten, screenshots en andere bewijzen van pesten. Dit kan nuttig zijn als je besluit om het te melden aan school of andere autoriteiten.
Zoek hulp: Er zijn organisaties en hulpdiensten die gespecialiseerd zijn in het omgaan met pesten en cyberpesten. Zij kunnen advies en ondersteuning bieden.
Blijf positief: Probeer je te focussen op je sterke punten en positieve aspecten van je leven. Dit kan helpen om je zelfvertrouwen te behouden en je beter te voelen.

Het is belangrijk om te weten dat je niet alleen bent en dat er hulp beschikbaar is. 

Slide 48 - Slide

STOP PESTEN                                                                                         8/8:
Helpwanted.nl: 
Een website waar tieners hulp kunnen vinden bij online problemen, waaronder cyberpesten. Ze bieden ook de mogelijkheid om te chatten met een deskundige.

Vraaghetdepolitie.nl: 
Hier kunnen tieners vragen stellen aan de politie over verschillende onderwerpen, waaronder pesten en cyberpesten.

Jiphaaglanden.nl: 
Een website waar tieners informatie en hulp kunnen vinden bij verschillende problemen, inclusief pesten en cyberpesten.

Slide 49 - Slide

Hebben jullie nog vragen?

Slide 50 - Slide

timer
5:00

Slide 51 - Slide

• Meer over generatie Z
• Meer over sekse en gender
• Meer over de ontwikkeling van tieners en jongeren
• Meer over activiteiten die bij deze leeftijdsgroep           passen
• Meer over het omgaan met conflicten


Slide 52 - Slide

Slide 53 - Slide