spellingsregels week 4 a

Grammatica en spelling 4: spellingsregels

4.1 Meervoud
4.2 Tussenletters
4.3 Aan elkaar of los?
4.4 Einde op -e of -en?
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Grammatica en spelling 4: spellingsregels

4.1 Meervoud
4.2 Tussenletters
4.3 Aan elkaar of los?
4.4 Einde op -e of -en?

Slide 1 - Slide

Tim kijkt (1), want zijn kleine zusje heeft vele (2) (3)
A
(1)geergerd (2)fantasieën (3) gecreërd
B
(1) geërgerd (2) fantasiën (3) gecreeërd
C
(1) geërgerd (2) fantasiën (3) gecreëerd
D
(1) geërgerd (2) fantasieën (3) gecreëerd

Slide 2 - Quiz

Op museum en opticien staat geen trema.
A
juist
B
onjuist

Slide 3 - Quiz

Epidemieën, oliën, brasserieën en utopiën zijn juist geschreven
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Slide

Meervoud van:
weegschaal
timer
0:25

Slide 6 - Open question

Meervoud van:
eigenschap
timer
0:25

Slide 7 - Open question

timer
5:00

Slide 8 - Slide

Tussenletter in samenstellingen

Slide 9 - Slide

Aan elkaar of los?

Slide 10 - Slide

Aan elkaar of los?

Slide 11 - Slide

Aan elkaar of los

Slide 12 - Slide

8. Aan elkaar of los?
Uitzonderingen zijn: voorvoegsels, gelijkwaardige delen, 
uitspraakprobleem, letter/ cijfer/ teken/ afkorting, vaste combinaties

Slide 13 - Slide

Sommige of Sommigen?

Slide 14 - Slide


A
sommige
B
sommigen

Slide 15 - Quiz

Enkele / Enkelen pennen moeten vervangen worden.
A
Enkele
B
Enkelen

Slide 16 - Quiz


A
laatste
B
laatsten

Slide 17 - Quiz