4.1 Vlakke figuren

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

4.1 Vlakke figuren

Meetkunde 2

Lesdoelen

• Je kunt de namen van verschillende vlakke figuren benoemen.
• Je weet hoeveel symmetrieassen de vlakke figuren hebben.
• Je kunt symmetrieassen in vlakke figuren tekenen.
• Je weet welk teken gebruikt wordt voor: rechte hoek, evenwijdig, even lang.
• Je weet hoeveel graden een rechte hoek is.

Hoe heet dit figuur?

Hoe heet dit figuur?

Hoe heet dit figuur?

Hoe heet dit figuur?

Hoe heet dit figuur?

Hoe heet dit figuur?

Hoe heet dit figuur?

Hoe heet dit figuur?

Hoe heet dit figuur?

Hoe heet dit figuur?

Hoe heet dit figuur?

Hoe heet dit figuur?

Hoe heet dit figuur?

Hoe heet dit figuur?

Hoe heet dit figuur?

Hoe heet dit figuur?

Hoe heet dit figuur?

Hoe heet dit figuur?

Waaraan herken je een lijnstuk die even lang is?

1. Even veel streepjes
2. Even veel pijltjes
3. Dezelfde tekens
4. Rechtehoekteken

Waaraan herken je een lijnstuk die even lang is?

1. Even veel streepjes
2. Even veel pijltjes
3. Dezelfde tekens
4. Rechtehoekteken

Waaraan herken je hoeken die even groot zijn?

1. Even veel streepjes
2. Even veel pijltjes
3. Dezelfde tekens
4. Rechtehoekteken

Waaraan herken je een rechte hoek?

1. Even veel streepjes
2. Even veel pijltjes
3. Dezelfde tekens
4. Rechtehoekteken

Waaraan herken je evenwijdige zijden?

1. Even veel streepjes
2. Even veel pijltjes
3. Dezelfde tekens
4. Rechtehoekteken

Lesdoelen

• Je kunt de namen van verschillende vlakke figuren benoemen.
• Je weet hoeveel symmetrieassen de vlakke figuren hebben.
• Je kunt symmetrieassen in vlakke figuren tekenen.
• Je weet welk teken gebruikt wordt voor: rechte hoek, evenwijdig, even lang.
• Je weet hoeveel graden een rechte hoek is.

Noteer drie dingen die je vandaag hebt geleerd.

Noteer één ding dat je aan een ander kunt uitleggen