-Ismen

ISMEN
ideologieën
1 / 10
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisSecundair onderwijs

This lesson contains 10 slides, with text slides.

Items in this lesson

ISMEN
ideologieën

Slide 1 - Slide

NATIONALISME

  1. Ieder volk heeft het recht op een eigen staat.
  2. Ieder volk heeft het recht om eigen bestuur te kiezen.
  3. De staat probeert het nationaal gevoel te bevorderen (door een volkslied, één taal, een gedeeld verleden).
  4. Samenhorigheid




Slide 2 - Slide

IMPERIALISME
  1. Belangrijk voor grondstoffen voor de industrie
  2. Het afzetgebied is nodig voor producten uit de industrie.
  3. Meer gebied = meer macht.
  4. De hele wereld wordt er beter van.

Slide 3 - Slide

CONSERVATISME

  1. Verandering moet langzaam en voorzichtig doorgevoerd worden.
  2. Alles wat van waarde is, moet bewaard blijven.
  3. Mensen zijn ongelijk. Ieder heeft zijn vaste plaats in de samenleving.
  4. De overheid moet weinig taken krijgen.








Slide 4 - Slide

LIBERALISME
  1. Vrijheid voor elk individu (vastgelegd in een grondwet)
  2. Meer macht of inspraak voor de burgers
  3. De overheid moet zich niet met economie of sociale omstandigheden bemoeien.
  4. Sociale mobiliteit is belangrijk.




Slide 5 - Slide

SOCIALISME
  1. Gelijkheid voor iedereen
  2. Kiesrecht voor iedereen
  3. De overheid moet heel veel taken op zich nemen.
  4. Ideaal: een klasseloze samenleving

Slide 6 - Slide

CONFESSIONALISME

  1. Het Christendom moet centraal staan in de samenleving.
  2. Geen scheiding van Kerk en Staat
  3. De overheid krijgt zo min mogelijk taken.
  4. God heeft de verschillen tussen mensen gemaakt, dus dat hoort zo.





Slide 7 - Slide

FEMINISME
  1. Gelijke rechten voor mannen en vrouwen
  2. Actief kiesrecht voor vrouwen
  3. Jongens en meisjes moeten hetzelfde onderwijs krijgen.
  4. Vrouwen kunnen dezelfde beroepen uitvoeren als mannen.




Slide 8 - Slide

KAPITALISME

  1. Scheiding tussen kapitaal en arbeid
  2. De werkgever is een individu met kapitaal.
  3. Werkgevers willen zo veel mogelijk winst maken.
  4. Voorbeeld: de meeste bedrijven van particulieren.




Slide 9 - Slide

COMMUNISME
  1. Voeren van een klassenstrijd in functie van een klasseloze samenleving
  2. Gemeenschappelijk eigendom van de productiemiddelen
  3. Iedereen produceert naar vermogen en neemt naar behoefte.
  4. Eén van de stromingen is het marxisme, gebaseerd op het Communistisch Manifest van Karl Marx.

Slide 10 - Slide