Welke spreekwoorden en gezegdes kennen jullie allemaal, noem er eens wat op. En wat betekent het?
Uitleg opdracht:
Jullie gaan in groepjes van 2/3 proberen om zoveel mogelijk spreekwoorden en gezegdes uit te beelden.
Ik noem ze op en aan de studenten om die uit te beelden/improvisatie.
(Even bedenken of ze dit vooraf mogen bedenken of dat ze meteen moeten improviseren)
Om de beurt improviseren
(lijst in mn bestanden)
Slide 4 - Slide
voorbeeldjes
Slide 5 - Slide
voorbeeldjes
Hoge hoed spel
De eerste ronde: uitleggen (30 sec)
De tweede ronde: uitbeelden (1 min)
De derde ronde: één woord (30 sec)
Slide 6 - Slide
Elke student schrijft 4 namen op Dat mogen beroemdheden zijn, maar ook vrienden, familieleden, de kat, tekenfilmfiguurtjes. Het is het leukste als het een moeilijke naam is, maar wel van iemand die iedereen kent of die makkelijk uit te leggen is. er worden teams gemaakt Ronde 1 = uitleggen (omschrijven) Regels:
– Niet rijmen
– Niet vertalen naar een andere taal (Bijvoorbeeld ‘Het Engelse woord voor wit’ als je Barry White probeert uit te leggen.)
De tweede ronde: uitbeelden In de tweede ronde doe je weer dezelfde briefjes in de pan, maar nu mag je de namen niet uitleggen, maar moet je ze uitbeelden. Het team dat de meeste briefjes heeft, wint de tweede ronde.
Regels:
– Geen voorwerpen gebruiken/erbij pakken
– Niet praten (ook geen liedje neuriën)
De derde ronde: één woord
In de derde ronde gaat wéér dezelfde briefjes in de pan, maar nu komt het allermoeilijkste. Je mag één woord kiezen waarin je het briefje uit gaat leggen. Als het goed is, heeft iedereen de briefjes al meerdere keren voorbij zien/horen komen, dus als je een passend woord weet, lukt het! Bijvoorbeeld, ‘president' als je Trump hebt opgeschreven. Het team dat de meeste briefjes heeft, wint de derde ronde.