TC Th 5 highlights

TC Th 5 highlights
1 / 13
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 13 slides, with text slides.

Items in this lesson

TC Th 5 highlights

Slide 1 - Slide



Welkom
allemaal!


donderdag 
12 juni
2025

Slide 2 - Slide

Zeg je u of jij?
Je zegt jij of je tegen:
- kinderen
- mensen die jong zijn
- mensen die je goed kent

Je zegt u tegen:
- mensen die oud zijn
- mensen die je een beetje kent, bijv de huisarts
- mensen die je niet kent

Slide 3 - Slide



Als je je of jij tegen iemand zegt, 
dan gebruik je ook zijn voornaam

Als je u tegen iemand zegt,
dan zeg je ook meneer of mevrouw  met de achternaam

Slide 4 - Slide

Wat zeg je tegen deze mensen?
  • de directeur van Firda
  • Je huisarts
  • je buurjongen
  • je oude buurvrouw
  • je opa of oma
  • je docent
  • je beste vriend

Slide 5 - Slide

spreektaal
Gezondheid audio 4
Bij de huisarts

Slide 6 - Slide

Luisteroefening: Bij de huisarts
  1. Waar heeft mevrouw Winter last van?
  2. Hoe lang heeft ze die plek al?
  3. welk medicijn krijgt ze?
  4. hoe vaak per dag moet ze het medicijn gebruiken?
  5. hoe lang moet ze het medicijn gebruiken?

Slide 7 - Slide

5.7 Naar de dokter
Je bent ziek. Of je hebt pijn. Je kunt dan een afspraak maken bij de dokter.
De huisarts vraagt: 'Wat is het probleem?'

Hij bedoelt: 'Waar heb je pijn?'                of
                         'Waar heb je last van?'

Slide 8 - Slide

Jij zegt dan:
bijvoorbeeld

  • Ik heb last van mijn buik         of           Ik heb pijn in mijn buik
  • Ik heb last van mijn rug          of            Ik heb pijn in mijn rug
  • Ik heb hoofdpijn                         of           Ik heb nekpijn

Slide 9 - Slide

We doen werkblad 5.7
Je gaat vertellen waar je last van hebt

Slide 10 - Slide

belijk de video's van 5.4 en 5.6

Slide 11 - Slide

Maak de opdrachten in het boek.
Maak ook de extra opdrachten op het werkblad

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide