Naamwoordelijk gezegde

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Welkom!

> Leg NieuwNederlands alvast op tafel.

Vandaag

> Opfrissen

> Aan het einde van de les kun je een naamwoordelijk gezegde herkennen en benoemen in een zin.

Opfrissen: PV, OW, WG en LV

De fietsen werden gestolen.

Strompelend liep de geblesseerde de gymzaal uit.

De TikTokker werd door de app geblokkeerd.

Naamwoordelijk gezegde (NG)

> Weet je het verschil nog tussen een ZWW en KWW?

Naamwoordelijk gezegde (NG)

> Weet je het verschil nog tussen een ZWW en KWW?

> Maakt ook verschil bij zinsdelen: WG of NG?

Naamwoordelijk gezegde (NG)

> Een NG: iemand is/wordt iets

Naamwoordelijk gezegde (NG)

> Een NG: iemand is/wordt iets

> Verschil met WG?

Naamwoordelijk gezegde (NG)

> Een NG: iemand is/wordt iets

> Verschil met WG?

Iemand doet iets.

Naamwoordelijk gezegde (NG)

NG

Naamwoordelijk deel

Werkwoordelijk deel

Naamwoordelijk gezegde (NG)

NG

Naamwoordelijk deel

Werkwoordelijk deel

Alle WW (met in ieder geval één KWW)

Een ZN of BN dat eigenschap van het OW geeft

Naamwoordelijk gezegde (NG)

NG

Naamwoordelijk deel

Werkwoordelijk deel

Alle WW (met in ieder geval één KWW)

Een ZN of BN dat eigenschap van het OW geeft

Jordy wordt later influencer.

De zangeres is de beste van de avond.

De kaassoufflé was heet.  

Naamwoordelijk gezegde (NG)

> Heeft een zin een NG? Dan nooit een LV

> ZWW                           KWW

     WG                              NG

Het NG vinden

1. Vind de PV + OW

2. Bedenk: doet of is het OW iets?

3. Is het OW iets? Dan: wat + PV + OW + overige WW? = naamwoordelijk deel

Het NG vinden

Op de wedstrijd wil Jorien heel snel zijn.

De koning is gisteren traditioneel beëdigd.

Het NG vinden

Op de wedstrijd wil Jorien heel snel zijn.

De koning is gisteren traditioneel beëdigd.

Aan de slag!

> Maak opdracht 2 t/m 4 op bladzijde 217.

Klaar? Maak opdracht 5.