§9.6 Structuur van het heelal - les 1

Lesplanning

  1. Klassikaal planetenstelsel, sterrenstelsel en cluster van sterrenstelsels.
  2. Opgaven §9.6 begrijpen maken 
  3. Klassikaal lichtjaar




1 / 28
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Lesplanning

  1. Klassikaal planetenstelsel, sterrenstelsel en cluster van sterrenstelsels.
  2. Opgaven §9.6 begrijpen maken 
  3. Klassikaal lichtjaar




Slide 1 - Slide

Dinsdag week 9
Lesdoelen
Aan het einde van de les 
kan je ...
  • in grote lijnen uitleggen hoe het zonnestelsel is ontstaan;
  • kan je uitleggen waarom wetenschappers overtuigd zijn van het bestaan van donkere materie.




Slide 2 - Slide

Dinsdag week 9
Wensen voor de herhaling volgende week.

Slide 3 - Open question

Dinsdag week 9

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeldopgave
Door een LED-lamp loopt een stroomsterkte van 50 mA. Sommige elektronen die door de LED stromen zorgen voor het uitzenden van een blauw foton met een golflengte van 470 nm. Het totale vermogen van het uitgezonden licht is 0,075 W. 

A.   Bereken het aantal elektronen die per seconde door de lamp stromen.




Wat moet je in je binas opzoeken om dit te berekenen?

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Wat moet je in je binas opzoeken om dit te berekenen?

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Voorbeeldopgave
Door een LED-lamp loopt een stroomsterkte van 50 mA. Sommige elektronen die door de LED stromen zorgen voor het uitzenden van een blauw foton met een golflengte van 470 nm. Het totale vermogen van het uitgezonden licht is 0,075 W. 

A.   Bereken het aantal elektronen die per seconde door de lamp stromen.

  • qelektron = 1,602*10⁻¹⁹ C 
  • Stroomsterkte is de hoeveelheid lading die in één seconde een punt in de stroomkring passeert. 
  • 50 mA = 0,050 A
      Dus 0,050 A = 0,050 C/s
  •   0,05 / (1,602*10⁻¹⁹) 
        = 3,1 *10¹⁷ elektronen

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Sommige elektronen zorgen voor het uitzenden van een blauw foton met een golflengte van 470 nm. Het totale vermogen van het uitgezonden licht is 0,075 W. Stel de vraag is: "Bereken hoeveel fotonen er per seconde worden uitgezonden." Wat ga je dan als eerste berekenen?

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Voorbeeldopgave
Per seconde stromen er 3,1 *10¹⁷ elektronen door de LED. Sommige elektronen zorgen voor het uitzenden van een blauw foton met een golflengte van 470 nm. Het totale vermogen van het uitgezonden licht is 0,075 W.
 Bereken hoeveel fotonen er per seconde worden uitgezonden.


  • 0,075 W = 0,075 J/s 
  • We moeten de energie per foton uitrekenen zodat we kunnen berekenen hoeveel elektronen per seconde een blauw foton uitzenden.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeldopgave
Per seconde stromen er 3,1 *10¹⁷ elektronen door de LED. Sommige elektronen zorgen voor het uitzenden van een blauw foton met een golflengte van 470 nm. Het totale vermogen van het uitgezonden licht is 0,075 W. 
 Bereken hoeveel fotonen er per seconde worden uitgezonden.


  • Efoton = h * f 
  • Efoton = h * c / λ


  • Efoton = 4,22 * 10⁻¹⁹ J
Ef=4701096,62610343,0108

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeldopgave
Per seconde stromen er 3,1 *10¹⁷ elektronen door de LED. Sommige elektronen zorgen voor het uitzenden van een blauw foton met een golflengte van 470 nm. Het totale vermogen van het uitgezonden licht is 0,075 W. 
 Bereken hoeveel fotonen er per seconde worden uitgezonden.


  • 0,075 W = 0,075 J/s 
  • Efoton = 4,22 * 10⁻¹⁹ J
  • 0,075 / 4,22*10⁻¹⁹ 
    = 1,77*10¹⁷ fotonen per sec

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag
Opgaven beheersen: 62, 63, 64, 67 t/m 70

Klaar: lees paragraaf 6 alvast door.
timer
10:00

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Zonnestelsel - Planetenstelsel

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Welke planeten hebben de grootste snelheid?
A
De planeten dicht bij de zon.
B
De planeten ver van de zon.

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions


Des te groter 
de baanstraal 
des te kleiner 
de snelheid.
Fmpz=Fg
rmv2=Gr2mM
v2=GrM

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Alles planeten draaien in dezelfde richting in
 hetzelfde vlak.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Video

This item has no instructions

Ons zonnestelsel is gevormd uit een grote hoeveelheid licht roterend gas, dat door de zwaartekracht is samengetrokken. Het inkrimpen van de gaswolk zorgde er toen voor dat de wolk veel sneller ging draaien.
De zwaartekracht wil de deeltjes naar het centrum trekken en door de draaiing bewegen de deeltjes naar buiten. Het gevolg is dat de deeltjes in een schijf worden geduwd. Het is uit deze schijf dat de zon en de planeten zijn gevormd.

Ons zonnestelsel is gevormd uit een grote hoeveelheid licht roterend gas, dat door de zwaartekracht is samengetrokken. Het inkrimpen van de gaswolk zorgde ervoor dat de wolk veel sneller ging draaien. 
De zwaartekracht wil de deeltjes naar het centrum trekken en door de draaiing bewegen de deeltjes naar buiten. Het gevolg is dat de deeltjes in een schijf worden geduwd. Het is uit deze schijf dat de zon en de planeten zijn gevormd.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Video

This item has no instructions

De melkweg - Sterrenstelsel

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Clusters van sterrenstelsel - donkere materie
In een cluster van sterrenstelsels wordt een groot aantal sterrenstelsels bij elkaar gehouden door gravitatiekrachten. 
Van de benodigde massa (om het cluster bij elkaar te houden) is slechts 5% zichtbare materie en 10% heet gas tussen de sterrenstelsels. 

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Astronomen kijken terug in de tijd.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag
Opgaven begrijpen: (71), 72, 73 en 75 
Vorige les: 62, 67 t/m 70
Klaar, ga verder met 77 t/m 80 en 83

Tot 11:52

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Lichtjaar
De afstand die licht in één
 jaar aflegt. 

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Video

This item has no instructions

Een lichtjaar is ... km
A
3,0*10⁸ *24*365 = 2,6*10¹² km
B
3,0*10⁸ * 3600 * 365 = 3,942*10¹⁴ km
C
3,0*10⁸ * 3600 * 24 * 365 = 9,5*10¹⁵ km
D
3,0*10⁸ * 3600 * 24 * 365 / 1000 = 9,5*10¹² km

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Lesdoel
Aan het einde van de les 
kan je ...
  • in grote lijnen uitleggen hoe het zonnestelsel is ontstaan;
  • kan je uitleggen waarom wetenschappers overtuigd zijn van het bestaan van donkere materie.




Slide 27 - Slide

Dinsdag week 9
Lesdoelen behaald? Wat vind je nog lastig of onduidelijk?

Slide 28 - Open question

This item has no instructions