Nederlands 3 havo H2 Woordenschat stijlfiguren

Woordenschat H2
stijlfiguren
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Woordenschat H2
stijlfiguren

Slide 1 - Slide

doelen
  • Ik kan hyperbolen, understatements en eufemismen herkennen, begrijpen en gebruiken.

Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen?
  • oefenen met stijlfiguren 
  • korte herhaling theorie
  • zelfstandig werken

Slide 3 - Slide


Stijlfiguren=

Bijvoorbeeld:

hyperbool eufemisme understatement

Slide 4 - Slide

stijlfiguren 
  • om tekst aantrekkelijk te maken
  • iets te benadrukken

Slide 5 - Slide

hyperbool
  • = overdrijving :  
  • We hebben ons kapot gelachen.
  • Ik verga van de honger!
  • Hij huilde een zwembad vol tranen.

Slide 6 - Slide

understatement
  • afzwakking, je zegt dat iets minder groot, mooi, belangrijk, is dan dat het in werkelijkheid is + vaak: ironisch effect
  • Messi kan wel een aardig balletje trappen.
  • Vandaag hebben we het Witte Huis gezien, best een leuk stulpje.
  • De Duitsers waren niet heel welkom toen ze in 1940 ons land binnenvielen.
  • Mijn wortelkanaalbehandeling was een beetje vervelend.
  • Een miljoen is een leuk zakcentje.

Slide 7 - Slide

eufemisme
  • verzacht de werkelijkheid
  • bij nare/negatieve situaties
  • Je zegt iets op zo'n manier dat het minder erg of hard overkomt:   Hij gaat creatief om met de waarheid.

Slide 8 - Slide

eufemisme of understatement?
  • Zij zit tussen twee banen in (Zij is werkloos).

  • Bij een 10 voor Nederlands: Ik heb de toets wel aardig gemaakt.
Eufemisme
Understatement
Tekst

Slide 9 - Slide

Gisteren hebben we opa naar zijn laatste rustplaats gebracht.
A
hyperbool
B
eufemisme
C
understatement

Slide 10 - Quiz

Ik had een twee voor het proefwerk, ik had dus wel een paar foutjes gemaakt.
A
hyperbool
B
eufemisme
C
understatement

Slide 11 - Quiz

Je wordt doodgegooid met informatie over de verkiezingen.
A
hyperbool
B
eufemisme
C
understatement

Slide 12 - Quiz

De dierenarts heeft het arme dier moeten laten inslapen.
A
hyperbool
B
eufemisme
C
understatement

Slide 13 - Quiz

Die miljonair heeft wel
een aardig optrekje.
A
hyperbool
B
eufemisme
C
understatement

Slide 14 - Quiz

Wat heb je geleerd?
* geef voorbeelden van een understatement, hyperbool en eufemisme
* wat is het verschil tussen een understatement en een eufemisme

Slide 15 - Slide