de stoppen slaan door= het loopt uit de hand(al. 3)
op het oog=op het eerste zicht (al. 4)
een vertekend beeld = een verkeerd beeld (al. 4)
een onderdeurtje = jongste kind (al. 4)
vergallen = bederven, verpesten (al. 6)
escaleren = erger worden (al. 7)
effectief = doelgericht (al. 7)