5.2 Wat wordt de prijs? (deel 3)

5.3 Wat wordt de prijs? (deel 3)
Pagina 135
Meneer mr. B.J.M. Horsch

timer
2:00
1 / 19
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

5.3 Wat wordt de prijs? (deel 3)
Pagina 135
Meneer mr. B.J.M. Horsch

timer
2:00

Slide 1 - Slide

Planning
  1. Leerdoelen
  2. Terugblik vorige les
  3. Uitleg?
  4. Oefenen
  5. Nakijken
  6. Terugblik leerdoelen

Slide 2 - Slide

Belangrijke mededeling
Maandag 15 april 2019 of donderdag 11 april 2019?
SO 5.1 + 5.2

Slide 3 - Slide

Leerdoelen
Na afloop van deze les ken/kan ik ...
  1. ... de verkoopprijs berekenen
  2. ... de omzet berekenen

Slide 4 - Slide

Terugblik vorige les (1)
  • Hoe berekenen we de verkoopprijs?
  • Verkoopprijs = inkoopprijs + brutowinstopslag
  • Stel de inkoopprijs is € 150. De brutowinstopslag is 20% van de inkoopprijs. Bereken de verkoopprijs.
  • Brutowinstopslag omrekenen = 20: 100 * € 150 = € 30
  • Verkoopprijs = € 150 + € 30 = € 180

Slide 5 - Slide

Terugblik vorige les (2)
  • Hoe berekenen we omzet?
  • Omzet = afzet x verkoopprijs
  • Stel GHC koopt t-shirts in bij de sportwinkel. De inkoopprijs is € 8. De brutowinstopslag is 30% van de inkoopprijs. GHC verkoopt 10 gym t-shirts. Bereken de omzet voor GHC.
  • Verkoopprijs = € 8 + (30:100 x € 8) = € 8 + € 2,40 = € 10,40
  • Omzet = 10 x € 10,40 = € 104

Slide 6 - Slide

Omzet
Stel je werkt bij de McDonalds. Je verkoopt op een dag 40 McKroketten voor € 2 per stuk
  • Afzet = aantal stuks dat je verkoopt
  • Omzet = de verkoopopbrengst (hoeveel geld ontvang ik in mijn kassa?)
  • Omzet = afzet x verkoopprijs
  • Omzet = 40 x € 2 = € 80

Slide 7 - Slide

Verkoopprijs en omzet
Meneer Horsch verkoopt USB-sticks. Hij koopt een USB-stick in voor € 4. Hij wil 20% winst maken op de inkoopprijs. Hij verkoopt 30 USB-sticks in een week.
  • a) Bereken de verkoopprijs per USB-stick
  • b) Bereken de omzet in een week
  1. Brutowinstopslag = 20: 100 x € 4 = € 0,80. Verkoopprijs = € 4 + € 0,80 = € 4,80
  2. Omzet = 30 x € 4,80 = € 144 

Slide 8 - Slide

Oefenen
  1. Afmaken opdrachten 27 t/m 30 pagina 135
  2. Afmaken opdrachten 31, 34 + 35 pagina 136 en 137 
  3. Klaar? Maak opdracht 7 t/m 12 pagina 150
timer
10:00

Slide 9 - Slide

Vraag 27
  • 60% van € 35 = …
  • 60 : 100 × € 35 = € 21
  • Verkoopprijs is € 35 + € 21= € 56

Slide 10 - Slide

Vraag 28
  • a) Brutowinstopslag is € 620 – € 400 = € 220
  • b) € 220 = …% van € 400
  •      € 220 ÷ € 400 × 100 = 55%

Slide 11 - Slide

Vraag 29
  • a) Brutowinstopslag is € 39,60 – € 22 = € 17,60
  • b) € 17,60 = …% van € 22
  •      € 17,60 ÷ € 22 × 100 = 80%

Slide 12 - Slide

Vraag 30
  • C (€ 79,20 – € 33 = € 46,20; € 46,20 ÷ € 33 × 100 = 140%)

Slide 13 - Slide

Vraag 31
  • a) De afzet is 190 ijsjes.
  • b) De omzet is 190 × € 1,70 = € 323

Slide 14 - Slide

Vraag 34
  • a) € 560 ÷ € 1,75 = 320 boeken.
  • b) € 400 × € 1,75 = € 700 omzet.

Slide 15 - Slide

Vraag 35
  • a) Juni: 29 × € 2.900 = € 84.100 omzet.
  • b) Totale afzet is 12 + 14 + 15 + 19 + 24 + 29 = 113 scooters
  •      113 × € 2.900 = € 327.700 omzet.

Slide 16 - Slide

Wat hebben we geleerd? 

Slide 17 - Slide

Leerdoelen
Na afloop van deze les ken/kan ik ...
  1. ... de verkoopprijs berekenen
  2. ... de omzet berekenen

Slide 18 - Slide

Verkoopprijs en omzet
Meneer Horsch verkoopt USB-sticks. Hij koopt een USB-stick in voor € 4. Hij wil 20% winst maken op de inkoopprijs. Hij verkoopt 40 USB-sticks in een week.
  • a) Bereken de verkoopprijs per USB-stick
  • b) Bereken de omzet in een week
  1. Brutowinstopslag = 20: 100 x € 4 = € 0,80. Verkoopprijs = € 4 + € 0,80 = € 4,80
  2. Omzet = 40 x € 4,80 = € 192 

Slide 19 - Slide