11 erfelijkheid 11.5 erfelijke aandoeningen

Thema 11: Erfelijkheid
11.5: stambomen
1 / 26
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Thema 11: Erfelijkheid
11.5: stambomen

Slide 1 - Slide

Welkom
  • herhalen 11.4 
  • Uitleg 11.5  Stambomen
  • Aan de slag
  • Afsluiting en vooruitblik

Slide 2 - Slide

Wat is een erfelijke eigenschap?
A
een wat kromme arm na een armbreuk
B
oogkleur
C
tattoo die niet meer weggaat
D
geel geverfd haar

Slide 3 - Quiz

Sommige ziektes zijn erfelijk bepaald.
Waar bevindt zich het erfelijke materiaal voor zo'n ziekte?
A
Alleen in cellen waar de ziekte ontstaat.
B
Alleen in spiercellen
C
In alle lichaamscellen

Slide 4 - Quiz


Bij sommige mensen komt een gebogen pink voor. Het bovenste kootje van de pink wijst dan naar binnen (zie de afbeelding).
Het gen voor een gebogen pink (A) is dominant over het gen voor een rechte pink (a) 
Zijn mensen met een rechte pink heterozygoot of homozygoot voor deze eigenschap?
A
hetrozygoot
B
homozygoot

Slide 5 - Quiz

Hoeveel procent van de erfelijke informatie van het babyplantje is gelijk aan de erfelijke informatie van de moederplant?
A
25%.
B
50%.
C
75%.
D
100%.

Slide 6 - Quiz

Je fenotype wordt grotendeels bepaald door je genotype. Wat heeft echter ook invloed op je fenotype
A
Het DNA van je ouders
B
De geslachtschromosomen
C
Je omgeving
D
Je eigen keuzes

Slide 7 - Quiz

Leerdoelen
  • Je kan een stamboom aflezen en maken
  • Je kan uitleggen hoe je eigenschappen in een stamboom weergeeft.

Begrippen
stamboom
aangeboren aandoening
erfelijke aandoening
mutatie
prenataal onderzoek
drager
recessief overervende aandoening
dominant overervende aandoening

Slide 8 - Slide

Hoe maak je een stamboom?
  • In een stamboom kan je de relaties in een familie zien
  • Bij erfelijkheidsonderzoek wordt er ook gebruik gemaakt van stambomen
  • In een stamboom staan familieleden en hun fenotype voor een bepaalde eigenschap 

Slide 9 - Slide

Hoe maak je een stamboom?

Slide 10 - Slide


 Stamboom
Bekijk de stamboom. In de stamboom worden mannen met een vierkantje aangegeven en vrouwen met een rondje.

Welk verband is er tussen 2 en 10?
A
Moeder en dochter
B
Vader en zoon
C
Oma en kleindochter
D
Opa en kleinzoon

Slide 11 - Quiz

Wie zijn mannen in deze stamboom?
A
Alle personen weergegeven met een vierkant
B
Alle personen weergegeven met een rondje

Slide 12 - Quiz


Is de ziekte dominant of recessief?  
A
De ziekte is dominant
B
De ziekte is recessief

Slide 13 - Quiz

Wat zijn de genotypen? 

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Link

Aangeboren aandoening
 Aandoening vanaf de geboorte

Oorzaken
1. Een fout in een gen
2. Een fout bij de vorming van de geslachtscellen
3. Schadelijke stoffen of ziekteverwekkers

Slide 16 - Slide

1. Een fout in een gen
erfelijke aandoening = een 'fout' gen dat een kind van zijn ouders heeft geërfd. 
- kan worden opgespoord met de hielprik

mutatie = een verandering van het DNA (doordat DNA kapot kan gaan).
Oorzaken: uv-straling, radioactieve straling, giftige stoffen, virussen, maar ook spontaan. 

Slide 17 - Slide

2. Een fout bij de vorming van geslachtscellen
Niet erfelijk!

Na meiose een chromosoom te veel of te weinig. 
Syndroom van Klinefelter = X-chromosoom te veel (mannen)
Syndroom van Down = chromosoom te veel
Syndroom van Turner = X-chromosoom te weinig (vrouwen)

Slide 18 - Slide

3. Schadelijke stoffen of ziekteverwekkers
Niet erfelijk!

Embryo krijgt ziekteverwekkers, medicijnen of drugs via de placenta. 

Prenataal onderzoek = onderzoek tijdens de zwagerschap bij het ongeboren kind (echoscopie, vruchtwaterpunctie, vlokkentest)

Slide 19 - Slide

Stambomen
Stambomen

  • Geven erfelijkheid door de tijd weer
  • Rondjes: vrouwen
  • Blokjes: mannen

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Drager van het allel

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Aan de slag
- Test test jezelf 
- examentraining thema 11
klaar? ga naar eind examensite/ onderwerpepen/ erfelijkheid 

Slide 24 - Slide

Afsluiting 
Exit ticket 



Slide 25 - Slide

Bij mensen is het gen voor rechtshandigheid (R) dominant over het gen voor linkshandigheid (r). In de afbeelding hieronder is een stamboom van mensen weergegeven.
Neem de stamboom over en noteer bij elk persoon uit de stamboom het genotype.

Slide 26 - Open question