What is LessonUp
Search
Channels
AI tools
Beta
Log in
Register
‹
Return to search
Verleden en voltooide tijd klas 3
Verleden en voltooide tijd klas 3
DOEL:
Je kent de werkwoordvormen van 13 werkwoorden in tegenwoordige tijd; verleden tijd; en de voltooide tijd.
1 / 19
next
Slide 1:
Slide
NT2
ISK
This lesson contains
19 slides
, with
interactive quizzes
and
text slide
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Verleden en voltooide tijd klas 3
DOEL:
Je kent de werkwoordvormen van 13 werkwoorden in tegenwoordige tijd; verleden tijd; en de voltooide tijd.
Slide 1 - Slide
hebben:
Ik ............... gisteren een moeilijke toets
A
heb
B
had
C
gehad
D
hebt
Slide 2 - Quiz
Welke is juist?
A
Hij heeft een cijfer had.
B
Hij hadt een goed cijfer.
C
Hij is een goed cijfer gehad.
D
Hij had een goed cijfer.
Slide 3 - Quiz
Zijn:
Wij ................vorig jaar op vakantie in Frankrijk.
A
zijn
B
was
C
waren
D
geweest
Slide 4 - Quiz
gaan:
Ik ............. naar huis ..................
A
is.... gegaan
B
heb... gegaan
C
was... gegaan
D
ben... gegaan
Slide 5 - Quiz
lopen:
Hij ...............in 2023 wel 9.000 kilometer!
A
loopt
B
gelopen
C
liep
D
liept
Slide 6 - Quiz
uitstappen:
Wij .............. vandaag om 15 uur ............. de bus.
Slide 7 - Open question
instappen:
Wie .......... er straks ............ trein?
Slide 8 - Open question
wachten:
Vorige week ............. wij 3 uur op een bus.
Slide 9 - Open question
rijden:
De man ............ elke dag in zijn auto.
Slide 10 - Open question
rijden:
Vorige week ..................... de man naar Amsterdam
Slide 11 - Open question
pakken:
Ik ............. de boeken .............
Slide 12 - Open question
roepen:
De docent ..............de leerlingen ..............
Slide 13 - Open question
zien:
Ik ....................gisteravond een mooie film.
Slide 14 - Open question
zien:
Ik ............. een mooie film ...............
Slide 15 - Open question
fietsen:
Hij is naar zijn werk ......................
Slide 16 - Open question
fietsen:
Ik ........ 10 kilometer .....................
Slide 17 - Open question
opstaan:
Toen hij klein was, ................. hij elke dag om 8 uur .............
Slide 18 - Open question
Welke is juist?
A
Wij zijn naar Amsterdam gegaan.
B
Wij zijn in Amsterdam geweest.
C
Wij waren in Amsterdam geweest.
D
Hij is in Amsterdam geweest.
Slide 19 - Quiz
More lessons like this
Werkwoorden
October 2024
- Lesson with
22 slides
1HV werkwoordspelling en meervoud
January 2024
- Lesson with
25 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Werkwoordspelling quiz
October 2024
- Lesson with
29 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 3
Taalverzorging 1.5 Werkwoordspelling: Voltooide tijd (1)
January 2024
- Lesson with
27 slides
Werkwoordvormen in de Nederlandse taal
April 2023
- Lesson with
13 slides
E7 oefenen spelling werkwoorden
February 2023
- Lesson with
37 slides
Spelling
Basisschool
Groep 7,8
Nederlands werkwoordspelling t.t., v.t. en volt. dw.
September 2022
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Checken leerdoelen werkwoordspelling
February 2025
- Lesson with
40 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1