Klas 2, T6.5 Mens en Milieu

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b, k, g
• Leerjaar 2

Thema 6

Ecologie

paragraaf 5

Mens en milieu

Leerdoelen

6.5.10 Je kunt enkele oorzaken en gevolgen noemen van uitputting en vervuiling.

6.5.11 Je kunt enkele oorzaken en gevolgen noemen van klimaatverandering.

Geef de leerdoelen aan het begin van de les, zodat de leerlingen weten wat ze aan het eind van de les zullen hebben geleerd.

Wat weet je al over de oorzaken en gevolgen van klimaatverandering op aarde?

Groeiende wereldbevolking

Er komen steeds meer mensen

op de aarde.

Die maken allemaal gebruik

van stoffen uit het milieu.

Ook voegen we dingen toe: 

afval en uitlaatgassen.

Leg uit wat uitputting van de aarde is en bespreek de oorzaken.

Groeiende wereldbevolking

Door de grote hoeveelheid mensen ontstaan er milieuproblemen!

De mens zorgt op twee manieren voor milieuproblemen:

• door uitputting: zo veel stoffen uit het milieu halen dat ze opraken

• door vervuiling: stoffen aan het milieu toevoegen die schadelijk zijn

Leg uit wat uitputting van de aarde is en bespreek de oorzaken.

Uitputting van de aarde

Het gebruik van fossiele brandstoffen, ontbossing en overbevissing zijn oorzaken van uitputting van de aarde.

Leg uit wat uitputting van de aarde is en bespreek de oorzaken.

Uitputting van de aarde

Gebruik van grondstoffen van de aarde:

Leg uit wat uitputting van de aarde is en bespreek de oorzaken.

Vervuiling van de aarde

Luchtvervuiling, watervervuiling en bodemvervuiling zijn vormen van vervuiling van de aarde.

Beschrijf de verschillende vormen van vervuiling van de aarde.

Luchtvervuiling

Stikstof

Beschrijf de verschillende vormen van vervuiling van de aarde.

Gevolgen van uitputting en vervuiling

Klimaatverandering, zure regen, smog en afname van biodiversiteit zijn gevolgen van uitputting en vervuiling van de aarde.

Beschrijf de gevolgen van uitputting en vervuiling van de aarde.

Het broeikaseffect

Zonder broeikaseffect geen leven op 

aarde. Zonder broeikaseffect temperatuur: -18

broeikasgassen:

Koolstofdioxide en waterstof.

Beschrijf de gevolgen van uitputting en vervuiling van de aarde.

Het versterkte broeikaseffect

broeikaseffect versterkt door toename:

Koolstofdioxide en methaan.

Beschrijf de gevolgen van uitputting en vervuiling van de aarde.

Het versterkte broeikaseffect

broeikaseffect versterkt door toename:

Koolstofdioxide en methaan.

Beschrijf de gevolgen van uitputting en vervuiling van de aarde.

Klimaatverandering

Broeikasgassen, zoals CO2, zorgen dus voor opwarming van de aarde en klimaatverandering.

Leg uit wat klimaatverandering is en bespreek de oorzaken.

Gevolgen van klimaatverandering

Stijging van de zeespiegel, extreme weersomstandigheden en verandering in ecosystemen zijn gevolgen van klimaatverandering.

Steeds vaker blauwalg

Beschrijf de gevolgen van klimaatverandering.

Gevolgen van klimaatverandering

Gevolgen/veranderingen in de natuur

Bomen eerder groen, eerder rupsen, geen eten voor vogels

Beschrijf de gevolgen van klimaatverandering.

Oplossingen voor uitputting, vervuiling en klimaatverandering

Hernieuwbare energie, duurzame landbouw en milieuvriendelijke transportmethoden zijn oplossingen voor uitputting, vervuiling en klimaatverandering.

Beschrijf enkele oplossingen voor uitputting, vervuiling en klimaatverandering.

Huiswerk

Lezen en maken paragraaf 5 en 6!

Beschrijf enkele oplossingen voor uitputting, vervuiling en klimaatverandering.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.