laatste les wiskunde

laatste les wiskunde
1 / 25
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

laatste les wiskunde

Slide 1 - Slide



  • potlood 
  • pen
  • rekenmachine
  • geodriehoek 
  • passer 
  • gum



  • puntenslijper 
  • markeer stiften
  • lineaal
  • kleurpotloden
  • koershoekmeter


Dit neem je mee:
Dit kan je ook meenemen:

Slide 2 - Slide

   Als je het examen krijgt:
  • zorg dat je rekenmachine goed staat: op 'd' of 'deg',
  • blader het examen door,
  • markeer woorden als: in twee decimalen, in cm nauwkeurig,
  • begin met de vragen waarvan je zeker weet dat je ze kan maken, sla de moeilijke vragen eerst over.




Slide 3 - Slide

   Tijdens het examen:
  • schrijf met pen, teken met potlood,
  • zet op elk blaadje je naam,
  • nummer je blaadjes,
  • lever altijd de bijlagen in,
  • let op de tijd.


Slide 4 - Slide




  • altijd met potlood,
  • een rechte lijn langs een lineaal,
  • een cirkel en een zzz driehoek  met passer,
  • bij een parabool, een kwadratisch verband en een wortel verband eerst punten in het assenstelsel, daarna een vloeiende lijn.



  • bij assenstelsels, schrijf bij de assen waar het over gaat en zorg voor gelijke stapgrootte op een as,
  • bij grafieken, schrijf er bij waar de grafiek over gaat,
  • Je hoeft níet met schrikkeljaren te rekenen, tenzij het erbij staat.


Teken...
Let op..
een driehoek waarvan 3 zijden bekend zijn

Slide 5 - Slide




  • schrijf overal je berekening bij op,  behalve bij grafieken en meer-  keuze vragen,
  • tussendoor niet afronden, schrijf  een tussen-uitkomst met puntjes  (3,24...) en laat het getal op je  rekenmachine staan,
  • let op op hoeveel decimalen je moet afronden.
 


  • bij inklemmen altijd 1 getal boven en 1 getal onder de juiste uitkomst,
  • bij de balansmethode, eerst  letters naar links, dan getallen  naar rechts en als laatst delen  door het getal voor de letter,
  • schrijf  bij berekeningen met de sinus, cosinus en  tangens altijd de deling op.  

Berekeningen:
Let op...

Slide 6 - Slide

  In de opgave:
  • Toon aan dat: laat met een berekening zien dat je op het getal uitkomt. 
  • In de 20ste maand: bereken het verschil tussen de 19e en 20ste maand
  • Bij sos, cas, toa: maak altijd een schets van de rechthoekige driehoek en zet alle gegevens is de schets
  • toename met %: exponentiele groei dus: 


B=begingetalgroeifactort

Slide 7 - Slide

   De uitwerkingen:
  • streep de berekening door als je het vervangt door wat anders (we mogen alleen de eerste berekening beoordelen),
  • streep de berekening niet door als je het niet vervangt door wat anders (misschien zit er nog iets bij wat punten oplevert),
  • het aantal punten geeft ongeveer aan hoeveel stappen er gemaakt moeten worden,
  • als er een uitwerkbijlage bij de vraag zit, gebruik deze dan ook.


Slide 8 - Slide

   Antwoord:
  • geef altijd antwoord op de vraag (lees de vraag nog even goed door), je laatste zin beginnen met dus....
  • let op de afronding (cijfers achter de komma),
  • let op eenheden (bv. km cm gram km/u).


Slide 9 - Slide

  Tot slot:
  • check of je rekenmachine op 'd' of 'deg' staat
  • lees de vraag goed door
  • als je een vraag niet snapt, sla hem over. Maak eerst de vragen die je wel snapt 


Slide 10 - Slide

Je begint aan een wiskunde-examen-opdracht.
Wat is de juiste volgorde van aanpak?



1
2
3
4
5
6
Lees de titel en de inleiding
Kijk naar de hele opdracht; wat hoort er allemaal bij?
Heb je een antwoord, kijk terug naar de vraag of dit echt het  EIND-antwoord is.
Ga voor jezelf na, of je de vraag goed begrijpt. 
Verzamel de gegevens uit de tekst en schrijf het op.
schrijf je rekenstappen op, laat zien hoe je aan je (tussen)antwoorden komt.

Slide 11 - Drag question

Welke 'wiskundegereedschappen' MOET je gebruiken bij het tekenen van een uitslag van een cilinder ?
Gebruik je ze niet...kost je dat twee punten!

A
rekenmachine, potlood
B
potlood en gum
C
geo en liniaal,
D
geo en passer

Slide 12 - Quiz

Tip 1
Neem formules over en sta er even bij stil wát je aan de formule kunt aflezen.  

Slide 13 - Slide

Welke formule hoort NIET bij de oppervlakte van een rechthoekige driehoek?
A
Opp. bijbehorende rechthoek : 2
B
basis x hoogte x 0,5
C
3 zijden optellen : 2
D
rechthoekzijde x andere rechthoekzijde : 2

Slide 14 - Quiz

Tip 2
Ken de wiskundige begrippen!
Schrijf woorden op, die je tegenkomt in oefentoetsen, waarin je nog vaak vergist. 

Slide 15 - Slide

Sleep de ruimtefiguren naar het juiste vakje!
Prisma
Cilinder
Balk
Kubus
Piramide
Kegel
Bol

Slide 16 - Drag question

en ken de uitslag....

Slide 17 - Slide

Hoeveel vierhoeken ken jij bij naam?

Slide 18 - Poll

4 x hondervijfentwintigduizend =
A
een half miljoen
B
een half miljard
C
een half biljoen
D
500 miljoen

Slide 19 - Quiz

Tip 3
Zorg dat je eenheden kunt omrekenen!

Dit is heel vaak een laatste punt van de opdracht.

Slide 20 - Slide

Hoeveel liter water kan er in een aquarium van 25 x 45 x 20 cm?
A
22500 liter
B
2250 liter
C
225 liter
D
22,5 liter

Slide 21 - Quiz

Hoeveel cm loopt een slak per min, als hij 1 km per dag loopt?
....zonder pauze :)
A
ongeveer 7 cm
B
ongeveer 70 cm
C
144 cm
D
1,44 cm

Slide 22 - Quiz

Tip 4 Durf  te beginnen!!!

Slide 23 - Slide

Tip 9
Blijf vragen stellen!
.... zijn er op dit moment nog vragen?

Slide 24 - Open question


Succes met leren en met het examen 

Slide 25 - Slide