Stijlfiguren VWO 3

Hoe voel je je vandaag?
😒🙁😐🙂😃
1 / 41
next
Slide 1: Poll
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Hoe voel je je vandaag?
😒🙁😐🙂😃

Slide 1 - Poll

Planning 
- Nieuwsquiz
- Nakijken huiswerk
- Theorie stijlfiguren
- Opdrachten maken
- (Voor)lezen

Slide 2 - Slide

Week 14

Slide 3 - Slide


De overheid kocht een leegstaand hotel om vluchtelingen op te vangen. Daar was veel ophef over. Waar staat dat hotel?
A
Albergen
B
Bergen op Zoom
C
Amsterdam
D
Terschelling

Slide 4 - Quiz


Winkelketen Rituals maakte zich schuldig aan discriminatie. Wat ging er verkeerd?
A
Heteroseksuele medewerkers kregen een hoger salaris
B
Vrouwen moesten make-up dragen, maar mannen niet
C
Medewerkers die 40 werden, werden ontslagen
D
Zwarte mensen kregen nooit een vast contract

Slide 5 - Quiz


Waarvoor mag er in Haarlem geen reclame meer worden gemaakt?
A
De VVD
B
Vlees
C
Marihuana
D
Snus

Slide 6 - Quiz


Waarom eist Polen 1300 miljard euro van Duitsland?

A
Vanwege imagoschade door de ligging naast Duitsland
B
Vanwege de introductie van witte kool
C
Vanwege veel te hoge gasprijzen
D
Vanwege de bezetting tijdens WO2

Slide 7 - Quiz


Er stroomt voorlopig geen gas door de gasleiding tussen Rusland en Duitsland. Hoe heet die gasleiding?

A
C3PO
B
GoGoGasGas2
C
Nord Stream 1
D
R2D2

Slide 8 - Quiz


De lancering van raket Artemis is opnieuw uitgesteld. Waar zou die raket heen vliegen?

A
De maan
B
Mars
C
Venus
D
Saturnus

Slide 9 - Quiz


Laatste vraag: Wie werd er tweede in de Grand Prix van Nederland?

A
Charles Leclerc
B
Sergio Pérez
C
Lewis Hamilton
D
George Russell

Slide 10 - Quiz

Nakijken huiswerk (blz. 40)

Slide 11 - Slide

Nakijken!

Slide 12 - Slide

Nakijken!

Slide 13 - Slide

Stijlfiguren?

Slide 14 - Mind map

Stijlfiguren
Door stijlfiguren te gebruiken, valt je boodschap meer op!

Slide 15 - Slide

HERHALINGEN
repetitio: herhaling



Om de finish te halen moet je rennen, rennen en nog eens rennen.
Om dit te kennen, moet je het herhalen, herhalen en nog eens herhalen

anafoor: herhaling van een woord of woordgroep aan het begin van de zin

Bedankt voor jullie komst, bedankt voor jullie input en bedankt voor jullie aandacht.
Niemand zag iets, niemand wist iets en niemand deed iets. 



Slide 16 - Slide

Geef een voorbeeld van een anafoor en een repetitio

Slide 17 - Open question

OPSOMMINGEN
tricolon (drieslag): opsommingen in drieën

Heerlijk, helder, Heineken
climax: steeds sterker wordende serie
Het was een domper, een teleurstelling, een ramp.
anticlimax:
Hij heeft hij een groot huis, een dik horloge, een dure auto en… een lege bankrekening.





Slide 18 - Slide

Weet je wat ik heb gekocht? Nieuwe schoenen, een spiksplinternieuwe telefoon voor mijn vriendin, een PlayStation voor mijn broertje en voor jou... een bosje bloemen.
A
Climax
B
Tricolon
C
Anticlimax
D
Anafoor

Slide 19 - Quiz

Het was een groots cadeau, nou ja, een groot cadeau, nou ja, een aardig cadeautje
A
tricolon
B
climax
C
anticlimax
D
repetitio

Slide 20 - Quiz

Vertel het me en ik vergeet het. Leer het mij en ik herinner het me. Betrek mij er bij en ik leer. (Franklin)
A
repetitio
B
paradox
C
ant-climax
D
tricolon

Slide 21 - Quiz

"Ik kwam, ik zag, ik overwon." - Julius Caesar.
A
anafoor
B
climax
C
repetitio
D
tricolon

Slide 22 - Quiz

Wat ben jij een miezerig, vervelend, irritant, misselijk ventje
A
tricolon
B
anticlimax
C
climax
D
repetitio

Slide 23 - Quiz

Overdrijvingen/nuanceringen
Eufemisme: verzachtende uitdrukking 

Hij blies zijn laatste adem uit
Hyperbool: sterke overdrijving
Ik heb jou nog nooit op tijd zien komen!
Ik mag ook nooit iets!
Understatement: afgezwakte uitdrukking
Dat had je wel wat aardiger mogen zeggen.

President Trump heeft wel wat te besteden






Slide 24 - Slide

Geef een voorbeeld van een climax en een anti-climax

Slide 25 - Open question

Wat is een hyperbool?
A
Een overdrijving
B
Een tegenstelling
C
Een druk persoon
D
Een verkleining

Slide 26 - Quiz

Wat is een eufemisme?
A
Stijlfiguur waarmee je iets overdrijft
B
Stijlfiguur waarmee je iets benadrukt
C
Stijlfiguur waarmee je iets mooier, leuker en minder erg maakt.
D
Stijlfiguur waarmee je iets erger, lelijker en slechter maakt

Slide 27 - Quiz

In welke zin zit een hyperbool?
A
Op dit moment is er veel krapte op de arbeidsmarkt.
B
Met mijn goedlopende bedrijf heb ik wel een paar centjes verdiend.
C
Na dat feestje dronk ik eerst een hele sloot water tegen de kater.
D
Ik heb lak aan jouw mening.

Slide 28 - Quiz

In welke zin staat een eufemisme?
A
Peter wordt gek van de jeuk.
B
Peter moet een kleine boodschap.
C
Toen Peter klaar was met het overschrijven van de Bijbel, zei hij: "Ach, een kleine moeite."
D
Peter sterft van de honger.

Slide 29 - Quiz

Eufemisme?
Een deel van het personeel zal moeten afvloeien.

A
ja
B
nee

Slide 30 - Quiz

Welke van de
onderstaande stijlfiguren
is een hyperbool?
A
'nat water'
B
'brullende motor'
C
'vlug sjokken'
D
'eeuwen op iemand wachten'

Slide 31 - Quiz

Wat is het verschil tussen een hyperbool en een understatement
A
Bij de één som je een aantal dingen op, bij de ander niet
B
Bij de één gebruik je beeldspraak om je zin beter uit te drukken
C
Bij de één overdrijf je en bij de ander verzwak je
D
Bij de één versterk je, bij de ander niet

Slide 32 - Quiz


Hij heeft een glaasje teveel op.
Hyperbool , eufemisme of understatement?
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme

Slide 33 - Quiz

Wat is een ander woord voor een eufemisme?
A
verbloeming
B
verhullende uitdrukking
C
gezegde
D
taboe

Slide 34 - Quiz

Geef een voorbeeld van een eufemisme, een hyperbool en een understatement

Slide 35 - Open question

Ik weet nu heel goed wat een stijlfiguur is
0100

Slide 36 - Poll

Ik ken ze allemaal nu al uit mijn hoofd...
Zeker
Misschien vier ofzo
Misschien twee. Ik zou ze wel herkennen denk ik..
Huh? Stijlfiguur?

Slide 37 - Poll

Even oefenen! 
Werkblad!

Slide 38 - Slide

Einde:
Wat vind je nog een beetje lastig?

Slide 39 - Open question

Makkelijk leven
Herman Koch

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Video