Les 34 - Voltooide tijden in een tekst correct schrijven

Geef een voorbeeld van een zin waar er een voltooide tijd in voorkomt.
1 / 12
next
Slide 1: Mind map
NederlandsSecundair onderwijs

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Geef een voorbeeld van een zin waar er een voltooide tijd in voorkomt.

Slide 1 - Mind map

In welke tijd staat deze zin?
Ik studeer iedere dag mijn woordjes Latijn in.
A
Onvoltooid tegenwoordige tijd
B
Onvoltooid verleden tijd
C
Voltooid tegenwoordige tijd
D
Voltooid verleden tijd

Slide 2 - Quiz

In welke tijd staat deze zin?
Ik heb spaghetti gegeten.
A
Onvoltooid tegenwoordige tijd
B
Onvoltooid verleden tijd
C
Voltooid tegenwoordige tijd
D
Voltooid verleden tijd

Slide 3 - Quiz

In welke tijd staat deze zin?
Ze had haar huiswerk flink gemaakt.
A
Onvoltooid tegenwoordige tijd
B
Onvoltooid verleden tijd
C
Voltooid tegenwoordige tijd
D
Voltooid verleden tijd

Slide 4 - Quiz

In welke tijd staat deze zin?
Ik versloeg hem tijdens een spelletje voetbal.
A
Onvoltooid tegenwoordige tijd
B
Onvoltooid verleden tijd
C
Voltooid tegenwoordige tijd
D
Voltooid verleden tijd

Slide 5 - Quiz

In welke tijd staat deze zin?
Ik heb een taart gebakken.
A
Onvoltooid tegenwoordige tijd
B
Onvoltooid verleden tijd
C
Voltooid tegenwoordige tijd
D
Voltooid verleden tijd

Slide 6 - Quiz

De poes die (aaien) wordt, lijkt dat heel fijn te vinden.
A
geaait
B
geaaid

Slide 7 - Quiz

Ik heb een mooi horloge (erven) van mijn oma.
A
geërft
B
geërfd
C
ge-erft
D
georven

Slide 8 - Quiz

Dat ongeluk is daarnet al (gebeuren).
A
gebeurt
B
gebeurd

Slide 9 - Quiz

Gelukkig werd ik onderweg niet (beroven).
A
berooft
B
beroofd
C
beroven
D
geberoofd

Slide 10 - Quiz

Heb je wel (niezen) in de holte van je elleboog?
A
geniest
B
geniesd
C
genozen

Slide 11 - Quiz

Hoe goed snap je de les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 12 - Poll